Binnenland

Premier Rutte: Slachtoffers MH17 worden niet vergeten

AMSTERDAM. De slachtoffers van de ramp met vlucht MH17 worden „niet vergeten”, zei premier Rutte maandagmiddag in de RAI in Amsterdam bij de Nationale Herdenking van de 298 slachtoffers van de vliegramp in Oekraïne op 17 juli.

J. Visscher
6 November 2014 10:25Gewijzigd op 15 November 2020 14:09
Nabestaanden van de slachtoffers van de ramp met vlucht MH17, leggen bloemen. Beeld ANP
Nabestaanden van de slachtoffers van de ramp met vlucht MH17, leggen bloemen. Beeld ANP

„We lezen vandaag de namen van de slachtoffers hardop”, zei Rutte. „De mooie, warme en ontroerende herinneringen aan hen zijn voor altijd. U hebt uw eigen unieke herinneringen aan unieke mensen die misschien dit gemeen hadden: ze leefden in het hier en nu en zaten vol levenslust en plannen. Bijna alle persoonlijke verhalen die we hoorden en lazen getuigen daarvan. Hoe mooi zou het zijn om iets van die kracht mee te nemen in onze eigen toekomst. Wat als het lukt om troost en hoop te vinden in al het goede dat zij nalaten.”

Rutte schetste wat kennelijk bij de nabestaanden door hun gedachten ging. „Wat als de vakantie een dag later was begonnen? Wat als het vliegtuig vertraging had gehad? Wat als ik straks wakker word en het een boze droom blijkt te zijn? Die vragen dringen zich op en maken meteen machteloos, want er is geen wat-als.”

De premier stond stil bij het abrupte eindigen van 298 levens. „Hun levens blijven voor altijd onvoltooid, hun stemmen worden niet meer gehoord, hun aanwezigheid, hun talenten, hun vriendschap en hun liefde: het is van u weggenomen. Zomaar ineens. Op 17 juli werd een onbezorgd tot ziens een abrupt vaarwel.” Rutte citeerde de dichter des vaderlands die zei dat de vliegtuigpassagiers „zomaar in het web van oorlog van anderen zijn gevlogen.”

Rutte wees op de „onderlinge verbondheid” in ons land na de ramp. „Voor omgaan met verdriet bestaan geen regels. Voor persoonlijk verdriet past geen mal of schema. Maar er is wel saamhorigheid. Gedeeld verdriet vond een uitweg. We hebben gezien en ervaren dat als de dood plotseling zo massaal zo dichtbij komt, mensen elkaar vast houden. Dan zijn we samen verbijsterd, samen boos, samen stil, zoals we dat waren op de dag van nationale rouw. Ik hoop vurig dat u de moed en kracht kan vinden om de draad weer op te pakken. Met alle onzekerheden, tranen, moeilijke momenten die nog komen. De eerste Kerst, de eerste vakantie, de eerste keer weer 17 juli.” De premier zei dat ,we met alles wat in ons is eraan zullen werken dat er recht wordt gedaan aan 298 mensen.”

Aangrijpend was het verhaal van een 13-jarig meisje die bij de ramp haar moeder verloor. „Het laatste sms’je dat ik van haar kreeg, luidde: „Tot over vier weken, schatje, pas op jezelf.” Het leven van het meisje stond na het nieuws over de ramp „op z’n kop.” „Ik wou dat ik alles kon terugdraaien. Mijn moeder was mijn maatje, mijn voorbeeld, mijn huisgenootje, ze was eigenlijk mijn alles. Ik word elke dag achtervolgd door het feit dat ze er niet meer is. Ik wilde nog zo veel dingen met haar doen. Alle ruzies en discussies met haar waren toen zo vreselijk, maar mis ik nu zo. Ze bedoelde het zo goed, ze wilde het beste voor mij. Ze is iemand die ik echt niet kan missen in mijn leven. Ik probeer gevoelens voor iedereen weg te stoppen, van binnen ga ik kapot.”

Indruk maakte ook het verhaal van een jonge vrouw die haar beide ouders bij de ramp verloor. Volgende week zouden ze hun verjaardag hebben gevierd. „Mijn broertje vroeg op 17 juli wat voor vluchtnummer mijn ouders hadden. Donderwolken trokken samen. ’s Nachts om half twee viel het doek. Ze stonden op de passagierslijst.”

Voor de achterblijvers is het een zware tijd, betoogde ze. „Het gat dat ze achterlieten is niet te vullen. Soms is het gemis zo heftig, dat je even niet meer op je benen kunt staan.”

De jongevrouw sprak waarderend over de wijze waarop Nederland omgaat met de tragedie. „Zelfs toen voor de derde keer vanuit Eindhoven de rouwstoet vertrok, stonden viaducten vol mensen. We zijn dankbaar over de enorme hoeveelheid kaarten die we kregen. We kregen een kaart van een onbekende kennis. Die had vader op 17 juli nog in de vertrekhal van Schiphol gezien. De kennis wilde vader gedag zeggen, maar die reageerde niet. Vader had iets veel belangrijkers te doen: moeder zoenen.”

Dankbaar toonde de jonge vrouw zich voor het werk van de bergingsdienst, de forensische staf en de familierechercheurs. Ook was ze „diep ontroerd” over mensen die in het rampgebied in Oekraïne wonen. „Zij hebben onze geliefden en hun bagage geborgen. En dat terwijl zij ook getraumatiseerd waren. Brokstukken kwamen door hun dak, voor hun voordeur, op hun akker.”

Een oudere man vertelde de honderden nabestaanden over het verlies van zijn oudste zoon, schoondochter en jongste kleinzoon. „Onze dierbaren zijn met een klap uit de lucht geschoten. Wij voelen ons geamputeerd.”

Het voelt voor nabestaanden alsof ze in een „rijdende trein” zitten, zei de man. „Een trein die hard rijdt en nergens stopt. We staren naar buiten, het is wazig daar. Beelden schieten voorbij. Het is een horrorscenario, een scenario van woede, onmacht en onbegrip.”

De man stond stil bij de huidige onrust in de wereld. „We hadden het idee dat Europa er na de val van de Muur in 1989 anders uit zou zien. Die gedachte blijkt na 25 jaar ijdele hoop. We zien beelden van terrorisme, godsdienstwaanzin zonder scrupules, machthebbers die het niet waard zijn te regeren, bevolkingen die verstoken zijn van objectieve observatie.”

Rond kwart voor twee werden de namen van alle 298 slachtoffers met hun leeftijden opgelezen. Soms klonk de stem van de voorlezer verstikt van emotie.

Theologe Jacobine Geel sprak over verbondenheid. „Verbondheid is vasthouden en vastgehouden worden, maar soms ook onverbiddellijk loslaten. Misschien mogen we op een dag de gedachte toelaten dat we het verdriet kunnen loslaten, maar daarmee niet de verbondenheid hoeven prijs te geven. We hoeven ons niet ons hele leven te verstoppen in ons verdriet. We koesteren de herinnering, niet de pijn van het verlies.”

In de RAI zaten meer dan 1600 nabestaanden in een cirkel rond 298 kaarsen. Die herinnerden aan de 298 slachtoffers die bij de vliegramp in Oekraïne zijn omgekomen. De ceremonie werd muzikaal verzorgd door het Radio Filharmonisch Orkest, het Groot Omroepkoor en het Nationaal Kinderkoor. Tevens waren er muzikale bijdragen van Marco Borsato, Lenette van Dongen, Douwe Bob en Glennis Grace.

Maartje van Weegen, voormalig presentatrice, leidde de ceremonie. Ze wees erop dat hoogwaardigheidsbekleders tussen het publiek zijn gaan zitten. „De ramp heeft op zo veel mensen in ons land zo veel indruk gemaakt.” Tegen de nabestaanden: „Vandaag gaat om u. U die een vader, moeder, zoon, dochter, vriend, vriendin of collega hebt verloren.”

Op een groot scherm werden aan het begin van de herdenking onder meer beelden vertoond van een eerdere ceremonie op Vliegbasis Eindhoven, waarbij lichamen van slachtoffers naartoe werden gebracht.

Onder meer koning Willem-Alexander, koningin Máxima en prinses Beatrix staken aan het begin van de ceremonie bloemen in een zogeheten bloemenmonument. De hoogwaardigheidsbekleders, in zwart gekleed, kwamen rond 13 uur de zaal binnen. Ze gingen tussen het publiek zitten.

Tal van bewindslieden en Kamerleden wonen de herdenking in Amsterdam bij. Ook oud-minister Timmermans van Buitenlandse Zaken is er.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer