Dat stelt woordvoerster Harriet Koelewijn van Slachtofferhulp Nederland tegenover deze krant. „In augustus kwamen persoonlijke bezittingen, zoals koffers, terug naar Nederland. Die moesten eerst worden onderzocht voor strafrechtelijke doeleinden. Verder onderzoekt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu de spullen op eventuele giftige stoffen. Daarna gaan de bezittingen naar Malaysia Airlines. Hopelijk krijgen de nabestaanden in december de eerste spullen terug.”

Voor Slachtofferhulp Nederland is de MH17-ramp de grootste klus in het 30-jarige bestaan. „Onze mensen maken veel overuren”, zegt Koelewijn.

De organisatie biedt hulp aan familieleden van 178 Nederlandse slachtoffers en aan Nederlandse nabestaanden van 24 buitenlandse slachtoffers van de ramp. Verder wordt bijstand verleend aan 115 mensen die wat verder af staan van de MH17-slachtoffers, zoals collega’s en medescholieren.

Er zijn voor Slachtofferhulp Nederland 26 zogeheten casemanagers (zaakbehartigers) actief. Zij bezoeken familieleden van slachtoffers aan huis en bieden psychosociale, praktische en juridische hulp.

Vandaag, woensdag 5 november, een achtergrondartikel over hulp aan MH-17-nabestaanden in de bijlage Puntkomma van het Reformatorisch Dagblad.