Benzineprijzen lopen gestaag op
Marktleider Shell verhoogt woensdag voor de vierde keer sinds 1 januari de adviesprijs voor benzine met een cent. De olieprijzen stegen dinsdag naar het hoogste niveau in tien maanden.
Een vat Amerikaanse lichte olie (van 159 liter) voor levering in februari bereikte in New York een piek van 36,20 dollar, 1,13 dollar meer dan maandagavond. In Londen stegen de prijzen van een vat Noordzee-olie eveneens flink. Shell baseert zijn prijzen op deze internationale productnoteringen. Onder meer het koude weer in de Verenigde Staten en de sluiting van een grote raffinaderij in Algerije zijn daarop van invloed. „Maar het zijn niet alleen die twee factoren. De markt is onstabiel”, zei een Shell-woordvoerder woensdagmorgen. Een liter euro ongelood werd een cent duurder en kost aan de pomp nu 1,199 euro. Een liter diesel werd 0,4 cent duurder en kost nu 81,9 eurocent.
Handelaren maakten zich zorgen over de sluiting van een grote raffinaderij in Algerije na een grote explosie die aan zeker 23 mensen het leven heeft gekost.
Ongewoon koude temperaturen in de Verenigde Staten dreven de afgelopen tijd de olieprijzen al flink op, omdat de voorraden daardoor steeds verder slinken. Sinds september, toen het oliekartel OPEC besloot om de olieproductie te beperken, zijn de Amerikaanse olieprijzen ruim 8 dollar per vat gestegen.
De benzineprijzen schrijven nog geen records. In mei 2001 haalde een liter euro ongelood de hoogste prijs van omgerekend 1,275 euro. Diesel bereikte in maart vorig jaar een piek van 88,5 eurocent.