Kerk & religie

Iraakse christenen wonen in de kerk

„See you in heaven”, groet een jonge vrouw nadat ze een pakketje kleding heeft gekregen. Een hemel op aarde, daar geloven ontheemde christenen in Irak allang niet meer in.

tekst en beeld Albert Groothedde
29 October 2014 16:09Gewijzigd op 15 November 2020 13:57
De kerken in Ankawa doen van alles om hun ontheemde geloofsgenoten te helpen. De Het buitenterein van de Mar Yousifkerk staat vol met tenten. beeld Albert Groothedde
De kerken in Ankawa doen van alles om hun ontheemde geloofsgenoten te helpen. De Het buitenterein van de Mar Yousifkerk staat vol met tenten. beeld Albert Groothedde

Iraakse christenen bidden om geduld

Vanaf een sokkel kijkt Maria neer op iedereen die Ankawa binnenrijdt. De stad met zo’n 30.000 inwoners is een van de belangrijkste christelijke bolwerken in de Noord-Iraakse regio Koerdistan.

Op veel plaatsen in de stad wordt gebouwd. Het metershoge Mariabeeld komt letterlijk in de schaduw te staan. Pal ernaast werken bouwvakkers aan een enorme woontoren.

Een van de grotere lokale bouwprojecten is Ankawa Mall: een heus overdekt winkelcentrum. Aan één zijde van het complex zijn al enkele winkelpanden opgeleverd. Gerenommeerde westerse ketens verkopen er hamburgers en koffie. „De afgelopen tien jaar waren booming”, stelt de eigenaar van een fastfoodrestaurant.

De tijd van ongekende mogelijkheden is echter voorbij. Sinds de rebellen van de Islamitische Staat (IS) zich roeren, verslechtert de economie van Koerdistan. Projectontwikkelaars zuchten diep. Bouwplaatsen worden gesloten. Ook Ankawa Mall is niet wat het zou moeten zijn. Er is nog veel grijs beton. Buitenmuren ontbreken. Vanuit de donkere parkeerkelder klinken stemmen. In een groezelig hoekje spelen enkele kinderen. Hun woonplaats? Ankawa Mall.

Vertrouwen

Al enkele maanden is Ankawa in de greep van de vluchtelingen. Overal kom je hen tegen: christenen uit Qaraqosh, Telskuf, Bartella en Karamlesh (zie kaartje). Begin augustus hebben ze halsoverkop hun eigen dorpen moeten verlaten.

De bevolking van Ankawa is ongeveer verviervoudigd. De stad puilt uit. In kerken, parken, parkeergarages, winkelpanden en scholen, overal kom je de ontheemden tegen. De situatie is schrijnend. Een doos met wat kleren, een dun matras en een groezelige deken. Dat is het enige wat de vluchtelingen hebben.

Hulporganisaties werken hard om elders in de regio tentenkampen voor de vluchtelingen in te richten. De meeste christelijke ontheemden peinzen er echter niet over om Ankawa te verlaten. „We hebben het vertrouwen in moslims totaal verloren.”

Kinderen

De kerken in Ankawa doen van alles om hun ontheemde „broeders en zusters” te helpen. Tegenover de Ankawa Mall staat de Mar Yusifkerk. De Chaldeeuws-katholieke kerk met de opvallende kapitelen is de trots van Ankawa. Het terrein van de kerk is ommuurd. Binnen de muren staat het vol met tenten. Zodra het begint te regenen, verandert het terrein in een modderpoel.

Een oude vrouw uit Qaraqosh zit op een klapstoeltje voor de ingang van de kerk. Ze klaagt over pijnlijke benen.

Onder een zeil dat is vastgemaakt aan enkele bomen bereidt een vrouw de lunch. Behendig keert ze een stukje vlees in de koekenpan. Het ruikt lekker.

Kinderen liggen in een bijgebouw van de kerk op de grond te slapen. Het is schrijnend en vertederend tegelijk. Moeders kijken verdoofd toe. Aan de muur hangt een groot houten kruis.

De meeste vluchtelingen op het terrein van de Mar Yusif zijn lid van de Chaldeeuws-Katholieke Kerk, een van de grotere kerkgenootschappen in Irak. De kerk doet van alles om de situatie van de ontheemden te verbeteren. Zo heeft de bisschop, om alle Chaldeeuwse vluchtelingen te kunnen huisvesten, in het naburige Erbil een complete woonwijk gehuurd. De nieuwbouwwoningen daar stonden op het punt om te worden opgeleverd.

Toch blijft het een druppel op een gloeiende plaat. Hoe regel je binnen enkele weken deugdelijke huisvesting voor tienduizenden mensen?

Kerkmuren

Bij de Mar Eliaskerk, een eindje verderop, zwaait een priester de scepter. De man –half in de veertig– zit voor de kerk op een bankje. Zijn witte collaar bungelt aan de kraag van zijn zwarte overhemd; het is warm. Zin in een interview heeft de priester niet. Zeker niet als hij verneemt dat de tolk van de Nederlanders lid is van een andere kerk. Ook in Irak is het moeilijk om over kerkmuren heen te kijken.

Een schoolgebouw in Ankawa is het domein van zuster Wafaa uit Libanon. De 32-jarige non vestigde zich in 2012 in Qaraqosh. Samen met tienduizenden anderen is ze begin augustus naar Ankawa gevlucht.

Ruim 400 vluchtelingen zijn aan haar hoede toevertrouwd. Ze coördineert alle hulp voor deze groep mensen. Ook geeft ze les aan de kinderen. Hoewel de situatie moeilijk is –de non ontvangt nauwelijks steun van de VN en van de regering– gaat ze onvermoeibaar door. Teruggaan naar Libanon is geen optie. „Ik blijf totdat er een oplossing is gevonden voor de vluchtelingen.”

De kleine non wordt door de vluchtelingen in de school op handen gedragen. „Zonder haar zouden we niet meer leven”, zegt een jonge vrouw met gevoel voor dramatiek.

Volle buik

Aan de rand van de stad staat de kerk van de Ankawa Assembly of God. De tientallen vluchtelingen die tot voor kort in het kerkgebouw verbleven, zijn inmiddels in huurwoningen ondergebracht. Nog steeds is het bij de kerk echter een drukte van belang. Iedere middag komen jongelui naar de kerk om er kleding te sorteren. De kleren worden vervolgens met een kleine vrachtwagen naar de vluchtelingenkampen gebracht.

De evangelische gemeente bekommert zich om alle mensen, maar het meest om „de huisgenoten van het geloof”, legt hulpcoördinator Firas Benan uit. Bij hulp aan niet-christenen –jezidi’s en islamitische stromingen– zwijgt de kerk niet over het Evangelie. Uit principe. Benan: „We willen niet dat de mensen die we helpen met een volle buik naar de hel gaan.”

De hulpverlening door de evangelische gemeente vindt efficiënt en zorgvuldig plaats. Op zaterdag wordt op de bazaar in Erbil voor duizenden euro’s aan dekens ingekocht. De deal wordt pas gesloten als er een scherpe prijs is bedongen. Dezelfde middag nog komt een vrachtwagen de dekens bij de kerk brengen.

Om in aanmerking te komen voor een deken moeten de vluchtelingen een legitimatie­bewijs laten zien. Op een lijst wordt genoteerd wie een deken heeft ontvangen.

Vanwege de beperkte voorraad gaan christenen voor. Drie gesluierde moslima’s doen tevergeefs een beroep op de christelijke barmhartigheid. Zij keren met lege handen huiswaarts.

Geduld

De vele duizenden christelijke vluchtelingen in Ankawa zijn afgestompt en getraumatiseerd. Emoties lijken ver weggedrukt. Ze vertellen met droge ogen hoe ze zijn „verraden door het Koerdische leger.” Hoe ze midden in de nacht plotseling moesten vluchten. Hoe de kogels hun soms om de oren vlogen.

Ze vragen zich vertwijfeld af hoe het met hun vee gaat. Of de kerk er nog staat. En of hun huis geplunderd is.

En God? Er is er Eén Die ons niet vergeet, zo geloven ze allemaal. Kritische vragen over God en het lijden klinken niet. De geloofstaal van jong en oud is opmerkelijk. „Misschien wil God ons testen. We bidden of we geduld krijgen om dit te dragen.”


De laatste christenen van Irak

Honderdduizenden christenen hebben Irak verlaten sinds de val van het regime van Saddam Hussein in 2003. Het aantal christenen in het land is sinds die tijd gekrompen van 1,2 miljoen tot een geschatte 300.000. Het lijkt erop dat ook de laatste christenen in Irak spoedig het land zullen verlaten.

Afgelopen zomer veroverde de islamitische terreurbewering IS de Vlakte van Ninevé. Deze regio geldt vanouds als de ‘biblebelt’ van Irak. Veel christenen uit plaatsen als Qaraqosh, Bartella en Karamlesh sloegen op de vlucht.

De meeste christenen zochten hun heil in de Iraakse provincie Koerdistan. Daar is het op dit moment redelijk veilig. Toch biedt dit geen oplossing voor de langere termijn. De enorme aantallen vluchtelingen (de Verenigde Naties schatten het aantal binnenlandse vluchtelingen in Irak op dit moment op 1,8 miljoen) kunnen zich onmogelijk daar allemaal vestigen. Bovendien zijn de christenen moe van alle jaren van oorlog en spanning.

Voor vrijwel alle christenen geldt: zodra de gelegenheid zich voordoet, zullen ze proberen het land te ontvluchten. Badria Jora, moeder van vijf kinderen: „Onze toekomst is onzeker, wie zegt er dat we veilig zijn als onze dorpen bevrijd worden en we weer terug kunnen keren? Over drie jaar komen de moslims opnieuw om ons te verdrijven, daar ben ik zeker van. Ik wil naar een Europees land emigreren. Al is het maar voor de toekomst van mijn kinderen.”

Veel vluchtelingen maken zich zorgen over de winter, die over enkele weken begint. Veel kampen zullen dan veranderen in modder­poelen. Bovendien wordt het koud. Ook in Irak daalt het kwik ’s winters ge­regeld tot onder het vriespunt.

De vluchtelingen proberen met het oog op de winter geschikt onderdak te vinden. De meesten zijn hiervoor volledig afhankelijk van kerken of hulporganisaties. Najeb Kooma laat foto’s zien van zijn huis in Qaraqosh. Voor de deur van de prachtige woning staan twee auto’s. Hoe het met zijn huis is? Najeb zucht.

Hoe het verder moet, weet de 39-jarige Irakees niet. „Ik vrees dat er geen toekomst meer is voor christenen in dit land. De hoge (jeugd)werkloosheid, de totale afhankelijkheid van olie en de aanwezigheid van allerlei radicale moslimgroepen maken dat Irak al jaren wordt verscheurd door conflicten. En wie zijn daar de dupe van? De christenen.”

Onder veel gevluchte christenen heerst de gedachte dat ze de dupe zijn van een vies politiek spelletje. Najeb: „Wie creëerde IS? Waarom lijkt IS keurig rekening te houden met de grenzen van Koerdistan? Waarom wordt er wekenlang intensief gevochten in Kobani, terwijl in Noord-Irak tientallen christelijke dorpen in een handomdraai bevrijd kunnen worden? Waarom kijkt Turkije toe en doet het niets? Zij kopen voor een schijntje olie van IS! En Amerika is maar wat blij dat moslims elkaar te lijf gaan en dat Assad van de troon wordt gestoten.”

Open Doors, een organisatie die zich inzet voor vervolgde christenen, voorspelt al jaren dat er een tijd komt dat er geen christenen meer in Irak zullen wonen. Er is op dit moment weinig voor nodig om deze voorspelling uit te laten komen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer