Veel jeugdige werknemers en schoolverlaters nemen nog geen stevige positie op de arbeidsmarkt in, hetzij als gevolg van een tekort aan werkervaring, hetzij als gevolg van onvoldoende opleiding en scholing, constateert de raad. „De jeugdwerkloosheid stijgt aanzienlijk en een verloren generatie moet worden voorkomen, mede in het perspectief van de toekomstige vergrijzing van de arbeidsmarkt.”

Het adviesorgaan, waarin organisaties van werkgevers en werknemers zijn vertegenwoordigd, beveelt de CAO-partijen, branches en ondernemingen aan afspraken te maken of de uitvoering daarvan te intensiveren.

Jongeren zouden bijvoorbeeld meer ruimte kunnen krijgen door gebruik te maken van aanloopschalen in de CAO, stelt de dinsdag gepubliceerde ”Aanbeveling ter bestrijding van de werkloosheid onder jeugdigen”. Het advies verwijst onder meer naar het ”Plan van aanpak jeugdwerkloosheid” van het kabinet en naar de ”Modelaanpak” die de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) heeft opgesteld.

Een ander advies is het scheppen en instandhouden van werkervaringsplaatsen. Deze stellen leerplichtige jongeren die na de middelbare school zijn gaan werken in staat hun opleiding in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg (bbl, het vroegere leerlingenstelsel) te voltooien.

Het kabinet noemde vorig najaar het realiseren van extra (leer)werkplekken voor jongeren van „cruciaal” belang. De reactie van de werkgevers was dat zij dit wel willen, maar dat ze hierbij ondersteuning nodig hebben. Onderzocht wordt momenteel of de Centra voor Werk en Inkomen (CWI) deze ondersteuning kunnen gaan verzorgen voor alle branches en sectoren. Per geplaatste jongere kan het CWI op een bedrag van gemiddeld 1000 euro rekenen. In het jargon heet dat „drempelslechtingsbudget.”

Jeugdige werklozen mogen met behoud van uitkering op een stageplaats werken. Het kabinet stelt als voorwaarde dat het werk tijdelijk is en wordt gecombineerd met scholing. Daarover moet nog overleg plaatsvinden met de sociale partners in de Stichting van de Arbeid.