Predikant: Rusland-Duitsers hebben het moeilijk
NEURENBERG. Rusland-Duitsers die vanaf de jaren 90 van de vorige eeuw terugkeerden naar Duitsland hebben een moeizame relatie met kerkelijke instituten. Dat stelt ds. Christian Eyselein uit Neuendettelsau, bij Neurenberg, in het deze week verschenen predikantenblad van de Evangelische Kerk in Duitsland.
Ds. Eyselein signaleert dat de ruim 150.000 Rusland-Duitsers die de afgelopen 25 jaar vanuit Rusland naar Duitsland kwamen, hoge verwachtingen hadden van de kerk. Ze kwamen uit een samenleving die door het antichristelijke communisme was gestempeld terecht in een land dat ze als christelijk beschouwden. Maar eenmaal in Duitsland vormden het individualisme van Duitse christenen en de lage kerkelijke betrokkenheid voor veel Rusland-Duitsers een koude douche.
Sowieso ondervinden Rusland-Duitsers de nodige aanpassingsproblemen, beschrijft ds. Eyselein. Ze worden door autochtone Duitsers gediscrimineerd, waardoor velen herinnerd worden aan achterstandspositie ze de Sovjet-Unie hadden. De kerk heeft daar onvoldoende op ingespeeld, aldus ds. Eyselein. „Daardoor is het kerkelijk bewustzijn van iemand die hier 25 jaar geleden aankwam en in zijn jeugd alleen geloofsonderwijs kreeg van een vrome grootmoeder, nauwelijks veranderd.”
Volgens ds. Eyselein is het van daaruit verklaarbaar dat Rusland-Duitsers eigen kerken stichten en zich niet aansluiten bij de Evangelische Kerk in Duitsland. Hij ziet dat Rusland-Duitsers zich opsluiten in de eigen gemeenschap, waar het geloofsleven vaak piëtistische trekken heeft. Tegelijkertijd bemoeilijkt dat de integratie van Rusland-duitsers in de samenleving, merkt hij. Bovendien komen jongeren, die in Duitsland zijn geboren en getogen, in toenemende mate in conflict met de cultuur waaruit ze afkomstig zijn en de Duitse samenleving.
Om deze groepen te ondersteunen, moet de Evangelische Kerk in Duitsland volgens ds. Eyselein een andere houding aannemen. Er zijn „brugfiguren” nodig, mensen die de Rusland-Duitsers zien als volwaardige gemeenteleden en niet als „diaconaal object.”