„Want ziet, de goddelozen spannen de boog, zij schikken hun pijlen op de pees, om in het donkere te schieten naar de oprechten van harte.”

Het is heel erg als wij ons laten verleiden zonder dat Gods Woord wordt genoemd. Dit laatste is gebeurd door verkeerde filosofen. U merkt wel, het Evangelie maakt nu overal opgang. Maar zowel zij als wij hebben het Woord Gods, maar zij houden die Schrift voor een wassen neus. Zoals bijvoorbeeld blijkt uit hetgeen de roomsen zeggen van het Woord van Christus aangaande de Rots (Petrus), dat dit op het pausdom zou slaan (Matth. 16:18) – om die reden mag men nu niet meer zeggen: Die of die haalt de Schrift aan en dáárom zal het wel goed zijn!

Veelmeer moet je erop letten of hij die Schrift wel goed aanhaalt, want duidelijke uitspraken hebt u nodig, waarin uw geweten vastheid en zekerheid vindt. Een uitspraak als bijvoorbeeld deze: De rechtvaardige zal door zijn geloof leven (Rom. 1:17). Wanneer iemand daar tegen inbrengt dat men toch gerechtvaardigd wordt uit de werken, dan neem ik dit richtsnoer dat ik zojuist noemde en meet daarmee al wat men mij voorlegt.

Men moet dus hun leer wel terdege goed bekijken en beoordelen. U zult dan bemerken dat ook zij, evengoed als de nieuwlichters van tegenwoordig, u niet anders dan wérken voorhouden en leren. De duivel is een vijand van het geloof en het Woord Gods. Daarom, houd u aan de woorden van de Bruidegom en oordeel daarnaar.

Maarten Luther, 
predikant te Wittenberg

(”Preek over Psalm 11”, 1525)