Werken in een kleine gemeente in Komsomolsk
BODEGRAVEN. Wie Komsomolsk aan de Amoer op de kaart opzoekt, ontdekt dat het moeilijk is om verder bij Nederland vandaan te zitten dan daar. In dit meest oostelijke deel van Rusland dienen Igor (49) en Tonya (45) Polyantsev een kleine baptistengemeente.
Ze hebben hun acht kinderen –in de leeftijd van 11 tot 22 jaar– twee weken thuis gelaten voor hun reis. Wat overrompeld door alle aandacht en de cultuurverschillen zitten ze op de bank bij hun gastgezin in Bodegraven. „We zijn blij en dankbaar met wat Friedensstimme voor ons betekend heeft in de afgelopen jaren. Zeker toen onze gemeente nog maar net in opbouw was, hebben we veel gehad aan de steun uit Nederland”, blikt Igor terug.
Dit jaar bestaat Friedensstimme 35 jaar. Omdat het verhaal van de Polyantsevs een goede illustratie vormt van de werkwijze van de stichting, waren juist zij uitgenodigd om te spreken op de jaarlijkse ontmoetingsdag –vorige week– en bij andere gelegenheden. Het echtpaar woont sinds 1990 in Komsomolsk. In die eerste jaren was de gemeente nog heel klein. Ze had geen eigen bedehuis. Friedensstimme hielp bij de aankoop daarvan. Ook kregen leden humanitaire hulp. Tonya: „Uit Nederland kregen we nieuwe spullen. De luiers uit Nederland waren beter dan de onze.”
Dat Polyantsev nu het Woord verkondigt in het verre Oosten, was in zijn jeugd niet te voorzien. „Ik groeide op in een onchristelijk gezin in Kazachstan. Mijn oudste zus stierf op 17-jarige leeftijd aan kanker. Eerst verdronk mijn moeder haar verdriet. Maar door het gebed van mijn oma kwam mijn moeder vier jaar na de dood van mijn zus tot geloof. De wanhoop in huis verdween en er kwam weer leven en vreugde. God schonk de genade dat ons hele gezin binnen twee maanden na de bekering van mijn moeder in de Heere Jezus ging geloven.” Dit bleef onder het communistisch bewind niet zonder gevolgen: de kinderen werden geplaagd en achtergesteld op school, Igors vader verloor zijn baan.
Toen Polyantsev op 20-jarige leeftijd in dienst ging, werd hij uitgezonden naar Komsomolsk. Tijdens het kerstfeest bezocht hij een bijeenkomst van de kerk. Er zaten vier grootmoedertjes bij elkaar. Die smeekten Igor en zijn christelijke medesoldaten om in Komsomolsk te blijven. Igor gaf gehoor aan hun vraag en verhuisde na zijn diensttijd naar de stad. Na twee maanden reisde zijn moeder hem achterna. Ze wilde hem overhalen om weer terug te komen naar Kazachstan. Maar uiteindelijk besloot heel Polyantsevs familie om over te komen. Het was het begin van de christelijke gemeente in Komsomolsk.
Inmiddels bestaat de gemeente uit zeventig doopleden, vijftig kinderen en vijftien jonge mensen. Nog altijd krijgt de gemeente steun van Friedensstimme, al is het minder dan eerst. „We zijn blij met de Bijbels en lectuur die we toegestuurd krijgen. En we zien dat nu de nood op andere plekken groter is dan bij ons, dus het is goed zo. In de omgeving zijn er jonge gemeenten ontstaan door onze bezoeken. Zij hebben de hulp harder nodig.”
De Polyantsevs danken de Heere voor de zegeningen die Hij in de afgelopen jaren schonk. „Onze grootste troost is dat onze kinderen in de gemeente zijn gebleven. Zes van hen zijn gedoopt. Vroeger dirigeerde mijn vrouw het gemeentekoor, nu doet een van onze zoons dat. Het is zo mooi om te dopen, kinderen op te dragen en huwelijken te sluiten. Er komt nieuw leven in de gemeente en Gods Kerk wordt gebouwd.”
Wel ondervindt de gemeente hinder van de groeiende invloed van de Russisch-Orthodoxe Kerk. „Zij verspreiden geruchten dat wij een Amerikaans Evangelie verkondigen. Baptisten zijn ketters, dat is een opvatting die zij op veel plekken ruchtbaar maken. De Orthodoxe Kerk zou volgens hen beter passen bij de Russische cultuur.”
Toch merkt Polyantsev ook dat zijn gemeente aantrekkingskracht heeft. „Om bij de Russisch-orthodoxe kerk te komen, moet je langs ons gebedshuis. De orthodoxe priester is niet zo aangenaam in de omgang, en daardoor zijn er verschillende mensen bij ons terechtgekomen.”
Na anderhalve week reizen door Nederland verlangt het echtpaar ernaar weer terug te gaan. „We tellen de dagen af”, lacht Tonya. Tegelijk genieten ze van de ontmoetingen met Nederlandse christenen. „Op de ontmoetingsdag werden we begroet alsof mensen ons al jaren kennen.”
De Russische voorganger hoopt dat de contacten met Nederland sterk zullen blijven. „Ik wens de Nederlandse christenen wat Paulus de Filippensen toewenste: Dat God, Die een goed werk in u begonnen is, dat voleindigen zal tot op de dag van Jezus Christus.”
Lees ook in Digibron