Het gebeurt niet vaak dat minister Lilianne Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking) zo’n kritische Kamer ontmoet. „Er wordt al weken gepraat, maar er gebeurt niets concreet”, stelde Agnes Mulder (CDA) woensdag in een debat. Maar ook Ploumens eigen PvdA is ontevreden. „Waarom duurt het zo lang”, vroeg Roelof van Laar.

Volgens de minister wordt „alles op alles gezet” om de epidemie te beperken, maar ze wil voorkomen dat medische hulp op de kade blijft staan zoals nu al gebeurt. Ze ziet ook dat de aanpak effect begint te krijgen. In landen als Senegal en Nigeria dreigde een uitbraak, maar die zijn inmiddels vrij van ebola.

Het kabinet heeft 18,5 miljoen euro uitgetrokken voor de bestrijding van ebola, maar voor de Kamer is dat onvoldoende. Van Laar wil dat er extra geld beschikbaar komt. Het beeld dat Ploumen schetste van de (internationale) inspanningen, noemde hij „ontluisterend”.

Vorige week riep het kabinet ziekenhuizen en GGD’s op hulp beschikbaar te stellen. Inmiddels zijn elf ambulances aangeboden en hebben zich zeven vrijwilligers gemeld. „Het is dapper van die zeven, maar bij lange na niet genoeg”, oordeelde Sjoerd Sjoerdsma (D66).

Defensie kan geen medisch personeel leveren, liet Ploumen weten. Die zijn te druk met missies. Wel kan het ministerie materieel en logistiek helpen. Ook het bedrijfsleven levert volgens haar een „substantiële bijdrage” aan de aanpak van de ziekte.

Vooral de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) kreeg de wind van voren van de Kamer. Die had veel eerder de noodklok moeten luiden. De organisatie erkent dat ze eerder had moeten opschalen, maar heeft volgens Ploumen ook een beperkt mandaat. Wel wil ze de werkwijze van de WHO evalueren omdat dit „niet voor herhaling vatbaar is”.

In ons land zijn we goed voorbereid op ebola, zei Ploumen. „De risico’s zijn beperkt.” Wel gaat ze nog een keer de reisprotocollen controleren en in kaart brengen. Het voorstel van de PVV om reizen van en naar West-Afrika te beperken, ziet ze niet zitten. „We moeten reizigers isoleren, niet landen.”