Opinie

Tijd voor Orban om open kaart te spelen

Het dubbelspel van de premier van Hongarije heeft nu lang genoeg geduurd, stelt dr. H. David Baer.

dr. H. David Baer
8 October 2014 07:05Gewijzigd op 15 November 2020 13:26
De voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Barroso (l.), en de Hongaarse premier Viktor Orbán (r.) gaven vorige maand een persconferentie in het parlementsgebouw te Boedapest. Beeld ANP
De voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Barroso (l.), en de Hongaarse premier Viktor Orbán (r.) gaven vorige maand een persconferentie in het parlementsgebouw te Boedapest. Beeld ANP

Vorige maand wees het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) het hoger beroep af dat de Hongaarse regering aanspande na een eerdere uitspraak van de rechter over de gewraakte religiewet in Hongarije. Deze Wet op de vrijheid van geweten en religie betekende een kaalslag voor de meeste religieuze gemeenschappen in Hongarije, door ze te degraderen tot „maatschappelijke verenigingen.” Met deze wet, die in 2011 werd ingevoerd, wilde de regering een einde te maken aan haar bijzondere financiële tegemoetkomingen aan veel kerkverbanden.

Daarop stapte een aantal kerkgenootschappen naar het Europees Hof in Straatsburg, waar de rechter oordeelde dat een dergelijke “uitschrijving” met terugwerkende kracht een inbreuk is op het recht van vrijheid van godsdienst en bovendien in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

Rolmodel

Met de uitspraak van de hoogste rechter in Straatsburg zijn alle rechtsmiddelen uitgeput en is de beslissing definitief. Dat betekent dat de kaarten zijn geschud en premier Viktor Orban zich moet blootgeven. Zijn regering kan ófwel de uitspraak van het hof respecteren, de juridische status van de uitgeschreven kerkgenootschappen herstellen en de financiële schade die zij de afgelopen vier jaar hebben geleden compenseren, ófwel de uitspraak van het hof negeren, en daarmee haar afkeer laten zien van Europese instituten en democratische waarden.

Tot dusver lijkt Orbans strategie voor de omgang met internationale kritiek een dubbelspel te zijn. Wanneer Orban en andere regeringsvertegenwoordigers zich uitspreken tegenover het Westen, verklaren ze zich eensgezind met de Europese normen en waarden. Maar wanneer zij zich uitspreken tegenover hun eigen gehoor, bespotten zij de Europese instituties. Zo wordt de vlag van de Europese Unie zelfs geweigerd in het Hongaars parlement.

In juli hield Orban een toespraak die veel stof deed opwaaien, waarin hij Rusland portretteerde als rolmodel, waarin hij Hongaarse ngo’s wegzette als „vertegenwoordigers van buitenlandse belangen”, en zijn plannen uit de doeken deed om Hongarije om te vormen tot een „onvrijzinnige arbeidersstaat.”

Algauw haastten Hongaarse woordvoerders zich om de bezorgde Europeanen uit te leggen dat ”onvrijzinnig” in Hongarije simpelweg ”conservatief” betekent, en dat premier Orban enkel onderscheid wilde aanbrengen tussen ”liberale” democratie en ”onvrijzinnige” christelijke democratie.

Kruispunt

Maar zowel een christelijke als een liberale democratie is natuurlijk gebaseerd op de scheiding der machten, inherent aan de rechtsstaat. Een democratie die de beschaving bevordert en de mensenrechten beschermt. Zeker een christelijke democratie die haar handtekening heeft gezet onder het EVRM, en gebonden is aan de uitspraken van het EHRM. Tenzij met ”onvrijzinnige democratie” het Rusland van Poetin als rolmodel wordt opgevoerd.

De uitspraak van Straatsburg over godsdienstvrijheid markeert dus een belangrijk kruispunt in de relatie Hongarije-Europa. Ofwel de regering-Orban kiest ervoor zich te voegen naar de uitspraak van het hof, en laat daarmee haar toewijding zien aan het hart van de Europese normen en waarden, ofwel Orbans regering negeert het hof, en toont daarmee haar afkeer van het EVRM en een voorliefde voor een ”onvrijzinnig” zelfbestuur.

Helaas wijst alles erop dat Orban de uitspraak van het Europese hof links zal laten liggen. Hongaarse functionarissen hebben zich al meerdere keren afwijzend uitgelaten over de uitspraak. Bovendien heeft het Hongaarse parlement in de afgelopen jaren al herhaaldelijk de wet geamendeerd om een rechterlijke toetsing uit te lokken.

Het constitutioneel hof van Hongarije sprak zich in 2011 al vernietigend uit over de wet, maar een paar dagen later diende het parlement de wet opnieuw in. Toen het Hongaarse gerechtshof in tweede aanleg expliciet de juridische status herstelde van de uitgeschreven religieuze gemeenschappen, weigerde de regering botweg om die uitspraak te implementeren. Een zorgwekkende ontwikkeling waarover het Weens Forum voor Vrijheid van Godsdienst in Europa recent alarm sloeg.

Maar de internationale kritiek lijkt het ”onvrijzinnige” regime van Orban niet echt van streek te maken. Nadat de Europese Commissie voor Democratie door Recht, ook Commissie van Venetië genoemd, de wettelijke procedure rond kerkelijke registratie bekritiseerde (iedere wettelijk erkende kerk moet voortaan zijn goedgekeurd door een tweederdemeerderheid in het parlement, de vereiste meerderheid voor een grondwettelijk amendement), amendeerde het parlement de Hongaarse grondwet. Voortaan kreeg het parlement meerdere bevoegdheden waar de Commissie van Venetië nu juist bezwaar tegen had gemaakt.

Als Orban prat wil gaan op zijn onvrijzinnige religiewet, zal hij niet alleen zijn eigen constitutioneel hof en de Commissie van Venetië moeten negeren, maar ook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Maar iedere poging om zo’n schaamteloze minachting van de rechtsstaat goed te praten, met de retoriek van een ”christelijke democratie”, mist overtuigingskracht.

Wanneer Orban de uitspraak van het hof negeert, zal het ware karakter van zijn regime worden blootgelegd. We zullen het zien. Of Orban werkt aan een christelijke democratie volgens de regels van een rechtsstaat en met respect voor de gedeelde Europese normen en waarden. Of hij construeert een onvrijzinnig zelfbestuur dat op dezelfde leest is geschoeid als het land waar Hongarije zo graag warme banden mee onderhoudt: Rusland.

Als dat laatste het geval blijkt te zijn, rest voor de Europese Unie de vraag óf, en tegen welke prijs, zo’n schaamteloze despoot in haar midden wordt getolereerd.

De auteur is universitair hoofddocent aan de Texas Lutheran University en gespecialiseerd in de positie van lutheranen in Hongarije en vrijheid van godsdienst.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer