Draghi (ECB) stelt financiële markten teleur: geen extra maatregelen
NAPELS. De beurzen reageerden teleurgesteld. De Europese Centrale Bank (ECB) maakte donderdag bekend dat binnenkort wordt gestart met het opkopen van bepaalde soorten leningen. Maar dat zat al in de pijplijn. Extra maatregelen om de economie te helpen, blijven voorlopig uit.
„Draghi kwam niet met een klapper, terwijl de markt daar wel op rekende”, zo verwoordde een handelaar op het Damrak het. De AEX dook 2,5 procent in de min, het grootste verlies op een dag sinds maart. Beleggers hadden gehoopt dat de monetaire beleidsmakers alle registers zouden opentrekken en zouden beslissen om staatsobligaties te gaan opkopen. Maar dat gebeurde niet.
Zo’n programma voerde de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) in de voorbije jaren ook uit. Duizenden miljarden dollars werden op die manier in het systeem gepompt: meer geld in omloop, bedoeld om de bedrijvigheid aan te zwengelen. Het stuwde tevens de aandelenkoersen op Wall Street op. Het economisch herstel in de VS vordert inmiddels en daarom is de steunoperatie er alweer nagenoeg afgebouwd.
De ECB laat die QE, zoals het in het jargon heet (afkorting van, in het Engels, kwantitatieve verruiming), vooralsnog in de gereedschapskist zitten. Tegelijk sluit Mario Draghi deze optie voor een later moment niet uit. De president benadrukte donderdag op zijn persconferentie dat hij en zijn medebestuurders unaniem van oordeel zijn dat, als de tot nu toe voorgenomen beleidsinspanningen te weinig opleveren, de inzet van aanvullende onconventionele middelen tot de mogelijkheden behoort. Maar zij willen eerst afwachten wat in de komende tijd de effecten zijn van de ingrepen waartoe zij vanaf juni hebben besloten.
Tweemaal per jaar vindt hun maandelijkse vergadering niet plaats op de thuisbasis in Frankfurt in Duitsland, maar in een van de andere landen met de gemeenschappelijke munt. Donderdag waren zij te gast in Napels.
Aan de rente sleutelden zij ditmaal niet. Begin juni brachten zij die omlaag van 0,25 naar 0,15 procent en vier weken terug volgde er nog een stapje naar beneden, naar een ongekend laag niveau van 0,05 procent.
De aandacht is nu vooral gericht op andere instrumenten. De ECB heeft er de afgelopen tijd drie uit de kast gehaald. Zo kunnen banken bij die instelling goedkoop voor lange termijn kredieten, zogenoemde TLTRO’s, opnemen. De animo daarvoor blijkt tot nu toe gering. Bij een eerste toewijzing kortgeleden, bleef de vraag beperkt tot 82,6 miljard euro.
De twee andere recepten die worden toegepast, betreffen het opkopen van schuldpapier bij banken. Die komen daardoor royaler bij kas te zitten, wat de ruimte verschaft om meer krediet te verstrekken en daarmee de economie aan te jagen. Het gaat bij de aankopen om door onderpand gedekte obligaties (covered bonds) en gebundelde leningen aan bedrijven en hypotheken (asset-backed securities ofwel ABS’s). De ECB publiceerde donderdag de details. De beoogde transacties vangen in de tweede helft van deze maand aan en zullen ten minste twee jaar duren.
Draghi gaf geen concreet cijfer over de omvang ervan. Hij herhaalde slechts dat de centrale bank mogelijk aanstuurt op het ‘opblazen’ van zijn balans tot het peil van 2012. Toen stond daar een totaal van zo’n 3000 miljard euro op. Nu stokt de optelsom bij ruim 2000 miljard. Met de drie in gang gezette acties gezamenlijk kan dus ongeveer 1000 miljard euro zijn gemoeid. Maar of het dat bedrag wordt, hangt af van de verdere ontwikkeling van de inflatie, gaf Draghi aan.
Want daar draait het allemaal om. Het tempo van de geldontwaarding in de eurozone zakte in september tot 0,3 procent, na 0,4 procent in augustus. Het zijn voor de ECB onaanvaardbaar lage percentages. In sommige landen is al sprake van deflatie.
De president wees er nog maar eens op dat een langdurig lage inflatie erg schadelijk is voor de economische groei. Ten aanzien van het herstel hanteerde hij kwalificaties als „zwak, fragiel en ongelijk verdeeld.” „We hebben nu een stevig pakket maatregelen op de rails gezet. We hopen dat we weer enige prijsdruk terugzien en dat daarmee een versterking van de economie optreedt”, aldus Draghi.
De monetaire politiek van Frankfurt is gericht op een inflatie „onder, maar dicht bij de 2 procent.” Draghi verwacht dat het in 2015 en 2016 weer die richting op gaat.