Cgk-classis Amersfoort krijgt ongelijk
De president van de rechtbank te Zwolle heeft vrijdagmiddag met onmiddellijke ingang het besluit van 9 januari van de christelijke gereformeerde classis Amersfoort opgeheven. Ds. De Boer moet zijn werk als predikant van Zeewolde, met alle daaraan verbonden rechten, zonder enige beperking kunnen hervatten.
Het besluit van 9 januari hield in dat ds. H. R. H. A. de Boer van Zeewolde was geschorst. Vrijdag heeft de rechter echter ook uitgesproken dat het de bevoegde kerkelijke organen vrijstaat om „mits met inachtneming van de eigen grondregelen van een behoorlijke procesgang alsmede de eigen Kerkorde, ten opzichte van de eiser uiteindelijk die beslissingen te nemen die binnen het kerkelijk verband geëigend worden geacht.”
De advocaat van ds. De Boer, mr. P. J. den Boef, zegt blij te zijn dat de rechter willekeur en onrechtmatig gedrag van de classis heeft onderkend. „Wel spijt het ons dat we gedwongen werden de burgerlijke rechter in te schakelen.” Hij zegt binnenkort in overleg te treden met de classis om te bekijken hoe vormgegeven kan worden aan de opdracht om ds. De Boer weer op normale wijze te laten functioneren.
Prof. dr. H. J. Selderhuis, kerkrechtdeskundige van de Christelijke Gereformeerde Kerken, zegt „dat er na deze uitspraak geen enkele reden tot paniek is voor classis en kerken. Ik denk dat de particuliere synode maandag in hoofdlijnen tot eenzelfde conclusie komt als de rechter. Het betekent dat de classis opnieuw, maar dan zorgvuldig, de procedure tegen ds. De Boer kan gaan oppakken. Dan komt er een einde aan alle onduidelijkheid. Wel vind ik dat de rechter te ver gegaan is door de schorsing als zodanig op te heffen. Hij dringt terecht aan op zorgvuldigheid, maar had moeten beseffen dat een kerk niet zo snel kan werken.”
De classis nam 17 oktober vorig jaar een tijdelijke maatregel door ds. De Boer te ontheffen van alle ambtelijke werkzaamheden in Zeewolde en daarbuiten. Ds. De Boer spande daarop een kort geding aan, waarna de classis aan de particuliere synode van het oosten vroeg om bijeen te komen. Op 17 december speelde het kort geding. De rechter wilde wachten tot na de PS-bijeenkomst op 27 december. De PS benoemde vervolgens een commissie om te kijken of de tijdelijke maatregel kerkordelijk correct was uitgevoerd. De rechter wilde daarom op 4 januari een vervolgzitting.
De predikant en de classis spraken echter af dat men de PS-vervolgzitting van aanstaande maandag zou afwachten. De classis vergadert volgende week woensdag. Ondertussen ging de classis Amersfoort tot schorsing over. Daarop verzocht mr. Den Boef namens ds. De Boer de rechter snel een zitting te beleggen. Die vond op 25 januari plaats. Daarbij eiste de predikant onder andere opheffing van de schorsing. Hij wilde nog dezelfde dag uitspraak, de rechter deed dat pas vrijdag.
De rechter zei vrijdag in zijn uitspraak „dat gebleken is” dat de classis de procedure die liep bij de PS „niet verder heeft afgewacht. Zonder voorafgaande aankondiging besloot de classis immers op 9 januari de tijdelijke maatregel om ds. De Boer van de ambtelijke dienst vrij te stellen (welke maatregel op dat moment onderwerp van beoordeling en toetsing bij de PS was) in te trekken en ds. De Boer met onmiddellijke ingang te schorsen wegens gestelde ernstige feiten en omstandigheden.”
De rechter vindt dat een dergelijke maatregel in feite aan ds. De Boer de mogelijkheid tot beoordeling door de PS van de getroffen maatregel ontneemt, zonder dat deze in de gelegenheid was zich over een dergelijke gang van zaken uit te laten. De rechter vond in de gegeven omstandigheden de handelwijze van de classis onzorgvuldig. „Dit geldt temeer nu niet blijkt dat ter zitting van 17 december 2001 door de classis is gesproken over zodanig ernstige feiten en omstandigheden, die een schorsing zouden rechtvaardigen.” De rechter overwoog ook dat de verwachting van de predikant, namelijk dat hij op 6 februari zou worden afgezet, tijdens de zitting op 25 januari, niet door de classis is weersproken. De classis wilde niet reageren voor de burgerlijke rechter omdat zij van mening is dat dit nu juist op de classisvergadering zelf thuishoort. De kerkelijke rechtsgang zou onvoldoende garanties bieden, zodat de predikant naar het oordeel van de rechter terecht naar de burgerlijke rechter stapte.
Tevens overwoog de rechter dat hij in kerkelijke zaken, zeker als het gaat om leerstellige kwesties, in principe terughoudend moet zijn. Maar hij stelt dat niet geargumenteerd is dat ds. De Boer „in woord en daad ingaat tegen de gangbare aanvaarde leer der kerk.” Daarom mag de predikant van de rechter zijn werkzaamheden weer hervatten.
Classisvoorzitter ds. M. Hogenbirk zei nog niet diepgaand kennisgenomen te hebben van de uitvoerige uitspraak. Hij wil bovendien niet reageren voor hij met de moderamenleden overlegd heeft. De PS komt maandag bijeen. De classis vergadert woensdag.