Verkondiger van de enige Weg
Hij groeide op in een moslimgezin, maar kwam in 1987 tot geloof. Nu dient ds. Joseph Kofta Kamara in de Guinese havenstad Kamsar een gemeente die voortkwam uit het zendingswerk van Bible Ouverte. „Ik ben er diep van overtuigd dat Jezus de enige Weg is.”
Het geluid van kinderstemmen uit de lagere school op het terrein achter de kerk klinkt door tot in de bescheiden pastorie van ds. Joseph Kofta Kamara. Zijn doordeweekse taak als onderwijzer heeft hij voor een uur onderbroken. De openbare school werd opgezet door de zendingsorganisatie Bible Ouverte, die hiermee wilde bereiken dat Kamara in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien. Het lesgeven is voor de predikant tegelijk een middel tot evangelisatie, onder leerlingen en collega’s. „Drie moslimonderwijzers zijn tot bekering gekomen en behoren nu tot onze gemeente.”
De Guinese voorganger groeide op in een moslimgezin van de Baga-stam. Tijdens zijn landbouwkundige opleiding kwam hij in contact met rooms-katholieke studenten, die hem uitnodigden om eens mee te gaan naar hun kerk en hem een Bijbel gaven. Van nog groter betekenis in zijn leven was een evangelisatiecampagne van de zendingsorganisatie Bible Ouverte. „Die vertoonde in Kamsar een film over het leven van Jezus. Vanaf dat moment is God in mijn leven gaan werken. Ik ging intensief in de Bijbel lezen, omdat ik wilde weten wie Jezus was en wat Hij heeft geleerd. In 1988 heeft God mij ingewonnen voor de waarheid van de Bijbel, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon naar deze wereld heeft gezonden, voor onze zonden.”
Een jaar later bood Bible Ouverte, destijds geleid door de Amerikaan Grant Moore, een aantal Guinese studenten de mogelijkheid om te gaan studeren aan de bijbelschool van de Assemblies of God in Senegal. Tot Kamara’s grote verrassing werd ook hij benaderd. „Anderen waren veel ontwikkelder dan ik, maar God heeft zo duidelijk tot me gesproken, dat ik niet durfde te weigeren.”
Na de driejarige opleiding keerde de Guineeër terug naar zijn geboorteland en werkte hij een jaar in Conakry. Zijn familie zette hem onder zware druk om terug te keren tot de islam. Vooral voor zijn vader, imam in zijn geboortedorp, was het moeilijk te verteren dat een zoon volhardde bij zijn christelijke overtuiging. „Hij dacht dat mijn studie in Senegal voor mij een manier was om werk te krijgen. Na mijn terugkeer drong het tot hem door dat dat niet het geval was. Ik heb God gebeden om standvastig te mogen blijven en dat gebed is verhoord.”
Tien jaar geleden vestigde de voorganger zich in Kamsar, om daar onder zijn eigen stam te gaan werken. „Bible Ouverte, dat nu wordt geleid door Thomas Moore, richt zich vooral op de Baga’s. Ik was inmiddels getrouwd met Marie Lea Bangoura, de dochter van de eerste Guinese voorganger van Bible Ouverte. We vonden hier drie christenen, met wie we op zondag samenkwamen.”
Inmiddels telt de gemeente circa 150 zielen. Voor een deel christenen uit de Forest -een provincie in het zuidoosten van Guinee-, die werkzaam zijn bij de bauxietmaatschappij van Kamsar. De plaatselijke overheid legt de protestantse gemeente geen strobreed in de weg. „Met Kerst krijgen we zelfs beveiliging van militairen. Dan zijn er nog wel eens moslims die de dienst willen verstoren.”
De tegenstand van een aantal moslimfamilies komt voort uit het feit dat gezinsleden zijn overgegaan tot het christendom. „De moslims in Guinee beweren dat we dezelfde God dienen, maar zodra een familielid tot bekering komt, verdwijnt die tolerantie. Dan krijgt de betreffende persoon te horen dat hij de rechte weg heeft verlaten en de hel verdient. Soms worden bekeerde moslims ook maatschappelijk onder druk gezet. Een man uit de gemeente die een goede baan bij de bauxietmaatschappij heeft, kreeg van zijn moslimchef te horen dat hij het christelijk geloof moest afzweren als hij zijn baan wilde behouden.”
Mensen die lid willen worden van de gemeente omdat ze innerlijk overtuigd zijn geraakt van de waarheid van de Bijbel, belijden in een zondagse dienst hun geloof in de Heere Jezus Christus. Vervolgens ontvangen ze gedurende drie maanden twee avonden per week catechetisch onderwijs. Na deze drie maanden volgt de doop door onderdompeling.
Centrale punten in de eredienst zijn voor Kamara de bijbelstudie, aan het begin van de samenkomst, en de prediking. De totale dienst neemt een kleine drie uur in beslag. Elke eerste zondag van de maand wordt het heilig avondmaal bediend. Eens per jaar houdt de Guinese predikant een leerdienst over de betekenis van dit sacrament. „Voor de nieuwe bekeerlingen.”
Mede door de uiteenlopende achtergrond van zijn gemeenteleden wordt de voorganger geconfronteerd met tal van pastorale problemen. „Die kunnen wij niet oplossen, dus we leggen ze eerst aan God voor. Een belangrijk euvel is dat veel gemeenteleden meer opleiding hebben gehad dan ik, en ook meer geld verdienen. Daardoor nemen ze niet zo snel iets aan. De uitoefening van de tucht is een probleem. Als je mensen onder tucht zet, verdwijnen ze.”
Om deze praktijk tegen te gaan, hebben de vier samenwerkende protestantse kerken binnen Kamsar de afspraak gemaakt dat leden van andere gemeenten niet zomaar worden geaccepteerd. Een beslissing die aan alle leden bekend is gemaakt.”
Ondanks alle zorgen waarmee de zwarte predikant van Bible Ouverte dag aan dag wordt geconfronteerd, is het voor hem nog steeds een wonder dat hij mag dienen in Gods kerk. „Dit is het mooiste dat ik in mijn leven heb ontvangen.”
Tot zijn grote vreugde is ook de verhouding met zijn familie geleidelijk genormaliseerd. „Voor mijn ouders was het al een hele geruststelling dat ik geen priester werd. Het idee dat ik niet zou trouwen, was voor mijn vader onverdraaglijk. De hele familie komt nu weer over de vloer en gaat soms mee naar de kerk. Ze accepteren zelfs dat wat de Bijbel zegt de waarheid is. Maar niet voor henzelf. Ik bid God elke dag of Hij dat wil veranderen. Omdat ik er diep van overtuigd ben dat Jezus de enige Weg is.”