Israël erkent Aramese christenen als etnische groep
JERUZALEM. Arameessprekende christenen in Israël kunnen zich vanaf nu laten registreren als aparte etnische groep.
De Israëlische minister van Binnenlandse Zaken, Gideon Saar, heeft de mogelijkheid van registratie als Arameeër gisteren bekendgemaakt. Arameessprekende christenen staan nu nog geregistreerd als Arabieren.
Aramese christenen behoren tot de oudste christelijke gemeenschappen ter wereld. De Aramese taal is verwant aan het Hebreeuws en werd ook door Jezus gesproken.
Verschillende Aramese kerkleiders hebben opgetogen gereageerd op het besluit. De maatregel „corrigeert een historische onrechtvaardigheid”, schrijft vader Gabriël Nadaf op zijn Facebookpagina.
De Grieks-orthodoxe priester schreef ook een bedankbrief aan minister Saar. „Dit is de eerste keer dat een staat in het Midden-Oosten de Aramees-christelijke minderheid erkent als een wettige nationaliteit en zich inzet om deze te beschermen.” In vergelijking met omringende landen heeft Israël „een gigantische sprong voorwaarts gemaakt”, aldus Nadaf.
Binnen zijn eigen kerk krijgt Nadaf overigens veel kritiek op zijn pleidooi dat christenen moeten integreren in de Israëlische samenleving. „Wij voelen ons veilig in de staat Israël”, vertelde de priester in juni tegen de krant Yisrael Hayom. „Wij zien onszelf als burgers van de staat met alle bijbehorende rechten en plichten.”
De maatregel betreft een groot deel van de in totaal 160.000 christenen in Israël (2 procent van de bevolking). Israël is het enige land in het Midden-Oosten waarin de christelijke bevolkingsgroep groeit. In Nederland wonen zo’n 25.000 Aramese christenen.