Dat meldde de organisatie Open Doors, die zich wereldwijd inzet voor vervolgde christenen, recent.

Op 2 september zijn vijftig christelijke leiders en advocaten bij elkaar geweest in New Delhi om aandacht te vragen voor het „complot” achter dit geweld. Twee dagen later kondigde de groep aan een rapport uit te gaan brengen met de titel ”Minderheden tijdens honderd dagen Modi”. Daarin willen ze gedetailleerd verslag doen van het geweld tegen minderheidsgroepen.

De christelijke leiders zullen op 
2 oktober een conferentie over het geweld houden. Voor 4 oktober staat een demonstratie in de Indiase hoofdstad New Delhi gepland.

De plannen kwamen in een stroomversnelling terecht na twee incidenten in de deelstaat Uttar Pradesh. Op 27 augustus reinigden hindoeïstische fundamentalisten daar een kerk van de zevendedagsadventisten in Asroi ritueel. Dit gebeurde nadat de 72 christenen zich er naar verluidt hadden bekeerd tot het hindoeïsme.

De rooms-katholieke priester Dominic Emmanuel, lid van het team dat de situatie in Asroi onder­zoekt, zet vraagtekens bij het bericht, omdat „er slechts vijf christelijke gezinnen en dus in totaal dertig christenen in het dorp” wonen. In de plaats Hasayn, in hetzelfde district, wilden hindoeïstische activisten deze ceremoniële reiniging ook toepassen in een kerk, maar de plaatselijke politie wist hen tegen te houden.

In Surajpur, eveneens in de deelstaat Uttar Pradesh, werden op 30 augustus twaalf voorgangers gearresteerd omdat ze „hindoes wilden bekeren tot het christendom”, meldde Open Doors. Tien voorgangers werden dezelfde dag vrijgelaten, twee werden ook de daaropvolgende nacht vastgehouden.

De incidenten staan niet op zichzelf, zegt John Dayal, een christelijke leider in India. „Er zit een duidelijke strategie achter.”