Ouderling G. D. Pas bekroop het gevoel „dat de regen hier in Nederland wel eens voorbij kan zijn. De hardheid is ontstellend groot als je probeert de Nederlander te bereiken. Dat ligt anders bij asielzoekers. Er zijn er die nog nooit de naam van Jezus als Zaligmaker hebben gehoord. Ik denk dat het accent de komende tijd naar deze doelgroep verschoven zal worden.”

Uit de bespreking van het rapport over evangelisatiewerk bleek dat de oorspronkelijke opzet van het evangelisatiewerk, namelijk evangeliserende activiteiten vanuit verspreide posten, niet overal van de grond is gekomen, zo stelde deputatenvoorzitter ds. M. J. van Gelder. „De praktijk is dat de posten bezocht worden door verdwaalde gereformeerdegemeentemensen en leden uit andere kerken, maar dat de man op straat weinig bereikt wordt. Het is echter nooit de bedoeling geweest dat de posten een soort opvanggemeenten zouden worden.”

Ds. Van Gelder zou het op prijs stellen als de synode zich in een volgende zitting zou uitspreken over de wenselijkheid dat het bovenplaatselijk evangelisatiewerk mede valt onder de verantwoordelijkheid van een classis. Van de particuliere synode Oost kwam een verzoek om een evangelisatiepost die niet rijp is voor zelfstandigheid, toch onder verantwoordelijkheid van het deputaatschap te laten blijven. De synode wilde daar eigenlijk geen algemene regel van maken. Er is bijvoorbeeld ook overleg met de classis gewenst. Van belang is dat de bezoekers zelf niet in de kou blijven staan als er verschil van mening is over de haalbaarheid van zo’n post, zo zei synodepreses ds. Van Eckeveld.

Ds. Van Eckeveld vond het op zijn plaats de gemeenten ertoe op te wekken de eigen evangelisatiefolders te gebruiken. Hij onderstreepte de conclusie van het rapport dat afstand genomen wordt van de stichting Evangelie en Moslims en de Stichting Gave, omdat het evangelisatiewerk niet de taak van een stichting is, maar van de kerk. Ouderling Pas erkende dit laatste, maar aan de andere kant is nuchterheid op haar plaats, zo vond hij. De stichting Evangelie en Moslims is het deputaatschap „zeer terwille” als het gaat om het geven van achtergrondkennis en ook mag vrij gebruikgemaakt worden van haar evangelisatiemateriaal.