Ds. A. Beens: Een reuzenschip als preek
OENE. Noach preekte zonder woorden. „Het reuzenschip dat op het droge verrees, was zijn preek”, aldus ds. A. Beens.
De hervormde emeritus predikant uit Barneveld sprak woensdag tijdens de 67e zendingsmiddag in Oene, waarmee de bekende ds. J. T. Doornenbal in 1947 begon. De bijeenkomst trok ruim 400 bezoekers, bijna een kerk vol.
Het thema van de samenkomst was: ”Er wordt geklopt”. Ds. Beens werkte dat uit met ”De klop van Noach”, ds. M. Maas uit Veenendaal met ”Onze klop” en dr. W. van Vlastuin, docent dogmatiek en apologetiek aan het hersteld hervormd seminarie in Amsterdam, met ”Gods klop”. De plaatselijke predikant, ds. E. Mijnheer, verzorgde de opening en de sluiting. Hij gaf een algemene inleiding vanuit Handelingen 10, over de hoofdman Cornelius.
Ds. Beens zei dat Noach een prediker zonder woorden was. „Ik lees in de Bijbel niet dat Noach preekte dat de mensen zich moesten bekeren. Hij klopte en zaagde. Het reuzenschip dat op het droge verrees, was zijn preek. Met de bouw van het schip liet hij de klopper vallen op de gewetens van de mensen. Elke hamerslag was een roepstem van God.”
De predikant erkende dat het een dwaze preek leek, „maar die preek draagt wel het karakter van het dwaze Gods waarover Paulus schrijft. Dat dwaze kenmerkt de boodschap van het Evangelie van alle tijden. Het Evangelie is ergerlijk voor buitenstaanders. Zo is het ook met de geboorte van Christus in de stal en met Zijn sterven aan het kruis.”
Stekeblind
Deze tijd lijkt in diverse opzichten op die van Noach, aldus ds. Beens. „Het gist en broeit overal. Zelfs de wereld ervaart deze tijden als apocalyptisch. Wie dat niet ziet, is stekeblind.”
Ds. Maas mediteerde vanuit Mattheüs 7:7-8 over bidden, zoeken en kloppen. Hij zei dat Jezus gebiedt om te bidden, omdat er iets te ontvangen is. De goede gaven zijn niet in de eerste plaats gaven voor het dagelijks leven. Het gaat bij die gaven om „de goede boodschap van het heil. Dat wordt beloofd aan iedereen die daarom bidt en daarnaar zoekt. De Heere zal het ons niet onthouden als we vragen om het heil van Zijn Koninkrijk. Het wordt ons overhandigd via de verkondiging van het Woord.”
Ook ds. Maas wees op de tekenen van het einde van de wereld. Hij noemde de vele brandhaarden op de wereld, die bovendien samenhang met elkaar vertonen. Verder wees hij op de vele Joden die in het geheim Jezus Christus belijden als hun Zaligmaker. Hij spoorde zijn gehoor aan: „Jezus zegt: „Bidden jij, zoeken, en kloppen!””
Dr. Van Vlastuin sprak over de gemeente van Laodicea, die in Openbaring 3 genoemd wordt. Hij wees erop dat er sprake is van een andere situatie dan in de Bergrede. „Hier is het niet de zondaar die klopt maar Jezus. Hij is al lang geleden begonnen met kloppen en met vragen: „Mijn zoon, geef Mij uw hart. Het zal wat zijn als u sterft en denkt dat u er altijd om hebt gebeden en dat u niet weet dat Jezus klopte aan de deur van uw hart.” De predikant voegde eraan toe dat de eigenlijke zonde is geen acht te slaan op Jezus, „terwijl Hij om je hals hangt.”
Ten slotte legde hij uit dat het opendoen betekent dat men Jezus erkent en ook de eigen ongelovigheid en zelfhandhaving zonder enige reserve toegeeft. Dan komt –aldus dr. Van Vlastuin– de overgave, die gewerkt wordt door de Heilige Geest.