De ANBI-status: vechten voor erkenning
Waar het aantal goede doelen en religieuze instellingen met een ANBI-status de afgelopen jaren alleen maar groeide, streept de Belastingdienst de laatste maanden per saldo vooral ANBI-erkenningen door. Wat is er aan de hand?
In de Bodegraafse woning van Henk Jan van Schothorst staat al maandenlang een fles champagne koud. Maar waar de voormalige medewerker van SGP-Europarlementariër Bas Belder gehoopt had die vorige week eindelijk te kunnen ontkurken, zal hij opnieuw geduld moeten oefenen.
Op 6 februari 2013 diende Van Schothorst bij de Belastingdienst het formulier in om de fiscaal lucratieve status van Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI, zie kader) aan te vragen voor zijn kort daarvoor opgerichte stichting: de Transatlantic Christian Council (TCC). Samen met een Amerikaanse oud-diplomaat zette Van Schothorst die stichting op om christenen en conservatieven in Europa en Noord-Amerika te verbinden en zo hun opvattingen over zaken als onderwijs- en godsdienstvrijheid en de rol van het gezin meer door te laten klinken in het overheidsbeleid.
Inmiddels is het anderhalf jaar later en heeft de TCC zijn eerste internationale conferentie (in Brussel) al achter de rug. Voor september staat er een tweede conferentie gepland (in Washington). Maar het felbegeerde papiertje met de toekenning van de ANBI-status, die er onder meer voor zorgt dat giften fiscaal aftrekbaar zijn, is nog altijd niet binnen.
Wat een fluitje van een cent leek, werd een uitputtingsslag, zegt Van Schothorst. „Natuurlijk is het goed dat de fiscus secuur kijkt naar wie de ANBI-status krijgt. Niet iedere stichting is even serieus. Maar dit is zo wel een oefening geworden in geduld. ”
De afgelopen maanden bekroop Van Schothorst zo nu en dan zelfs het gevoel dat er telkens een nieuw konijn uit de hoge hoed werd getoverd om de TCC de ANBI-status te onthouden. Zo zou de stichting door veel aandacht te besteden aan het organiseren van congressen, volgens de Belastingdienst niet het algemeen belang dienen, maar vooral de belangen van de congresbezoekers en Van Schothorst zelf.
Die is het daar niet mee eens. „Het enige wat wij beogen, ís juist het algemeen belang. De congressen zijn ook niet ons hoofddoel, maar slechts onderdeel van onze strategie om het christelijk-conservatieve gedachtegoed breder te verspreiden, nu zaken als het leven, gezin en klassieke vrijheden steeds meer onder druk komen te staan.”
Dieptepunt in de uitputtende onderhandelingsslag met de Belastingdienst was voor Van Schothorst dat de fiscus aangaf dat de TCC zich discriminerend opstelde. En wel omdat de TCC-conferentie in Brussel was bijgewoond door een Brits echtpaar dat in 2012 veroordeeld was nadat het een homostel de toegang tot hun bed and breakfast had geweigerd.
Van Schothorst: „Dat was pijnlijk. Ook omdat wij niet eens wisten dat dit echtpaar aanwezig zou zijn. Het was namelijk een openbare bijeenkomst! Gelukkig trok de Belastingdienst dit verwijt later weer in. Anderzijds bevestigde de aanwezigheid van dit stel voor mij weer duidelijk het raison d’être van de TCC. Dít is waarom wij nodig zijn: om een vrijplaats te zijn voor mensen die zich in hun klassieke grondrechten voelen tekortgedaan.”
Niet de enige
De TCC is niet de enige instelling die worstelt om een ANBI-status te verkrijgen, dan wel die belastingvriendelijke status te behouden. Want steeds vaker kiest de Belastingdienst ervoor om ook eerder toegezegde ANBI-erkenningen –al dan niet met terugwerkende kracht– weer in te trekken. Zo vernam Bijbelschool de Wittenberg in Zeist eerder dit jaar dat de Belastingdienst per 1 januari een streep had gezet door diens ANBI-status. De Wittenberg zou onvoldoende gericht zijn op het algemeen belang, en te veel op het particuliere belang van de studenten. Pas na maandenlang onderhandelen honoreerde de fiscus onlangs het bezwaar van de Bijbelschool.
De trend is helder: de Belastingdienst haalt de teugels voor ANBI’s aan. Ingewijden stellen dat de fiscus momenteel zelfs meer goede doelen de ANBI-status ontneemt dan er nieuwe worden toegekend. Deze maand nam de Belastingdienst zelfs in één klap circa 2300 goede doelen hun fiscale voordeel af, omdat zij niet zouden hebben voldaan aan de plicht om per 1 januari een website te hebben, met daarop gegevens over onder meer de doelstelling en het bestuur.
Volgens Jordan van Bergen, die met zijn stichting GeefGratis goede doelen voorziet van gratis te gebruiken internetdiensten en zelf momenteel ook procedeert om de ingetrokken ANBI-status terug te krijgen, blijkt uit gegevens van de Belastingdienst dat er in de eerste zeven maanden van dit jaar zelfs meer ANBI-statussen zijn ingetrokken (circa 6000) dan in de hele periode 2008 tot 2013.
Van Bergen meent dan ook dat er sprake is van een „doelbewuste en keiharde” bezuinigingsoperatie. „Blijkbaar heeft de Belastingdienst de opdracht om het aantal verenigingen en stichtingen met een ANBI-status te verkleinen. In de bezuinigingsmonitor 2011 van de Tweede Kamer was dat ook al aangekondigd.”
Waar Van Bergen voor vreest, is dat alle aangescherpte regels en het striktere toezicht, tot zelfs het invoeren van een officieel meldpunt om ANBI-misbruik te melden, burgers steeds meer het gevoel zullen geven dat er aan goede doelen een luchtje zit. „En daarmee bereik je als overheid dus exact het tegenovergestelde van de zelfredzaamheid die je voor de maatschappij beoogt. Terwijl juist de non-profitsector de kern is van een al decennialang fungerende participatiesamenleving. En er, zeker als je kijkt naar de totale omvang van de filantropische sector, eigenlijk nauwelijks iets misgaat.”
Niet aan het jagen
Ook fiscalist Arjan van der Bok van Van Ree Accountants en Belastingadviseurs in Doorn is het opgevallen dat de controle op ANBI’s is geïntensiveerd. „Maar ik heb niet de indruk dat er nu opeens op ANBI’s wordt gejaagd. Mijn ervaring met het begeleiden van instellingen is dat als ze doen wat ze moeten doen, het nog altijd gewoon goed gaat.”
Hoewel bij de start van de ANBI-regeling in 2008 de regels al strikter waren dan het op het oog eenvoudige aanvraagformulier suggereert, heeft met name een wetswijziging in 2010 volgens hem veel impact gehad. „Goede doelen moeten sindsdien met hun werkzaamheden voor minimaal 90 procent het algemeen belang dienen. Voorheen was dat 50 procent. Veel instellingen hebben hier onvoldoende op geanticipeerd of kunnen aan die voorwaarde eenvoudigweg niet meer voldoen. Dat breekt ze nu op.”
Exact het onderscheid aanbrengen tussen wat onder algemeen belang moet worden verstaan en wat onder particulier belang, blijft volgens Van der Bok een lastige vraag. „Ook een specifiek belang van een beperkte groep personen geldt wel degelijk als een algemeen belang. En met ieder algemeen belang is per definitie óók een particulier belang gemoeid. Het gaat er dan vooral om wat er op de voorgrond staat: het algemeen belang of toch het particuliere belang.”
Twee soortgelijke instellingen, die bijna exact dezelfde werkzaamheden verrichten, kunnen uiteindelijk toch verschillend worden beoordeeld, zegt hij. „Cruciaal is, naast de vraag of je aan de voorwaarden voldoet, ook of je de juiste argumenten noemt. Wat je wilt en wat je doet, moeten op elkaar aansluiten.”
Het oordeel over de vraag of het algemeen belang voldoende wordt beoogd, is aan de belastinginspecteur en in laatste instantie aan de rechter. In de praktijk stuurt die laatste de fiscus regelmatig bij, constateert Van der Bok. „Het is dus verstandig om niet te snel af te haken bij een afwijzing.”
Reserves uitgeput
Ook bij de TCC kwam de rechter er uiteindelijk aan te pas. En die velde vorige week vonnis. Het was alleen niet helemaal de uitspraak waarop Van Schothorst had gehoopt. „De rechter heeft vastgesteld dat we met onze doelstelling en werkzaamheden wel degelijk het algemeen belang beogen”, zegt hij. „Maar omdat de rechter een enkele kostenpost niet begreep, kon hij niet met zekerheid vaststellen of dit ook voor ten minste 90 procent zo is. Terwijl hier tijdens de zitting helemaal niet om was gevraagd en dit ook geen punt van discussie was met de Belastingdienst.”
Omdat alle bonnetjes er gewoon zijn –„Mijn vrouw is een heel goede boekhouder”– en de uitgave bovendien binnen de doelstelling valt, hoopt hij er binnenkort alsnog met de Belastingdienst uit te kunnen komen. Geld om nog langer door te procederen is er ook eigenlijk niet. „De reserves zijn uitgeput. Fondsenwerving was nauwelijks mogelijk door dit langdurige en ook kostbare traject.”
Daarmee is het voortbestaan van de TCC volgens hem wel „langs het randje” gebracht. „Dat ik bovendien een veelvoud van het nu door de rechter niet begrepen bedrag zelf privé in dit project heb gestoken, maakt het allemaal extra wrang.”
De moed geeft hij echter niet op. „De belangstelling voor ons initiatief is groot is, zowel in Europa als in Amerika. Onze voornaam is TCC, onze achternaam ANBI. We zijn niet los verkrijgbaar.”
Goed begin is het halve werk
Nu de Belastingdienst kritischer kijkt naar ANBI-aanvragen dan voorheen, is het nog meer zaak om als instelling je huiswerk te doen. Vijf tips van fiscalist Arjan van der Bok voor een succesvolle aanvraag.
- Schrijf een goed en actueel beleidsplan
Hierin moet staan welke werkzaamheden er feitelijk worden verricht en of die in overeenstemming zijn met het doel van de stichting. Ook de manier waarop je geld werft en het beheer en de besteding hiervan moeten in het beleidsplan zijn opgenomen, zegt Van der Bok. „Een beleidsplan kent geen minimale omvang. Veel hangt af van het aantal activiteiten dat je onderneemt. Een goed opgezet plan is echter altijd actueel en geeft snel inzicht in de manier waarop je praktisch invulling geeft aan je doelstelling.”
- Let op het liquidatiesaldo
De ANBI-regelgeving verplicht instellingen om al vooraf te regelen wat er gebeurt met het eventueel nog resterende vermogen wanneer de ANBI wordt opgeheven. Dat geld moet dan worden besteed aan een ANBI met een soortgelijk doel. Van der Bok: „Controleer dus of dit in de statuten op de juiste wijze is verwoord. De praktijk leert dat er regelmatig door notarissen bepalingen worden opgenomen die strijdig zijn met de regels.”
- Zorg voor een goed bestuur
De Belastingdienst wil dat ANBI’s minimaal drie bestuurders hebben, zonder familierelatie. Ook mogen bestuurders geen doorslaggevende zeggenschap hebben over het vermogen van de instelling, zegt Van der Bok. „Denk dus vooraf goed na over de omvang en de samenstelling van je bestuur.”
- Kijk verder dan het aanvraagformulier
Het aantal vragen op het ANBI-aanvraagformulier is zeer beperkt en wekt de indruk dat het verzoek een formaliteit is. Niets is minder waar, benadrukt Van der Bok. „Neem dus vooraf óók kennis van de informatie op de website van de fiscus. Daar is veel te vinden over voorwaarden die niet rechtstreeks uit dit formulier zijn te herleiden. Zoals dat een beleidsplan altijd actueel dient te zijn.”
- Doe jaarlijks een ANBI-apk
Last but not least, stelt Van der Bok: kijk als ANBI minstens één keer per jaar kritisch of je nog steeds voldoet aan alle regels. „Die wijzigen namelijk regelmatig. Zorg dus dat je ANBI up-to-date blijft, zodat je niet voor nare verrassingen komt te staan.”
Wat is een ANBI?
Om zich als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) te kwalificeren, moet een organisatie met zowel doelstelling als werkwijze nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beogen. Ook mag zij geen winstoogmerk hebben en is het sinds 1 januari 2014 voor ANBI’s verplicht om (kerken tot 2016 uitgezonderd) een website te hebben, met daarop de belangrijkste gegevens over beleid, bestuur en financiën. Giften van bedrijven of particulieren aan ANBI’s zijn aftrekbaar, maar er zijn ook andere voordelen, zoals de vrijstelling van erf- en schenkbelasting en de belasting op energie. Sinds de start van de regeling in 2008 is het aantal ANBI’s meer dan verdubbeld naar zo’n 55.000, waaronder 20.000 ANBI’s die, zoals vaak kerken, onder een zogeheten groepsbeschikking vallen, waardoor niet elke kerk een eigen ANBI-status hoeft aan te vragen.