Zorgeloos
Johannes 1:12
„Maar zovelen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden.”
Er zijn er die zo diep onwetend niet zijn, maar die toch zó verzot zijn op de wereld en overgegeven zijn aan de wereldse vermaken. Al konden wij hen Jezus voorstellen in Zijn dierbaarheid en beminnelijkheid, al konden we hen op de meest hartinnemende wijze de weg naar de hemel voorstellen, in al zijn vreugde, en de eeuwige zaligheid in al haar bekoorlijkheid, het zou geen ingang hebben. Want zij zoeken alleen het zichtbare boven het onzichtbare, alleen het schepsel boven de Schepper. Ofschoon ze wel weten dat ze nog onbekeerd zijn, zij stellen hun bekering altijd uit. Er is nog tijd genoeg, vooral als ze nog jong zijn. Anderen zijn zó beslommerd en bezig met de dingen van de wereld dat ze bij dagen en bij nachten niets doen dan slaven en wroeten. Al hun kommer gaat over het tijdelijke, en zij hebben nooit tijd om eens bedaard te denken: „Hoe staat het met de toestand van mijn ziel?” Of: „Wat zal het eens zijn als ik sterven moet?” Zulke mensen zullen de middelen die wij hun voorstellen weinig voordeel doen, want zij geven zich geen tijd om ze te gebruiken. Anderen zijn er, helaas, die, wanneer men hen tot het geloof zoekt te brengen en daartoe de middelen aan de hand geeft, uitvluchten maken en daartoe de leer van de hervormde godsdienst misbruiken door te zeggen: Gods Woord leert ons dat wij van nature toch onbekwaam zijn!
Petrus Immens, predikant te Middelburg
(”De godvruchtige avondmaalganger”, 1752)