Froukje Pitstra promoveert op eerste vrouwelijke predikant Anne Zernike
GRONINGEN. Anne Zernike, de eerste vrouwelijke predikant van Nederland, was radicaal vrijzinnig. Het ging haar om verdraagzaamheid en het maken van eigen keuzes – in een historische Jezus geloofde ze niet meer.
Froukje Pitstra promoveerde donderdagmorgen aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) op de studie ”Ontelbare enkelvouden: dr. A. Mankes-Zernike (1887-1972). Een biografie”. Daarin beschrijft ze het leven van de vrouw die in 1911 op 24-jarige leeftijd predikant werd van de doopsgezinde gemeente in het Friese Bovenknijpe.
Zernike was zich er goed van bewust dat ze de eerste vrouwelijke predikant van Nederland was, zegt dr. Pitstra. „Maar volgens haar speelde haar vrouw-zijn geen rol. Het ging erom of je als man of vrouw het predikantschap zou aankunnen en op een goede manier wist in te vullen.”
Zernike zag het ambt als een roeping. „Toen ze in 1910 voor het eerst ging preken, sprak ze over de roeping van Samuel: „Hier ben ik.” Het predikantschap was voor haar een bewuste stap, een eigen keuze – dat was heel belangrijk in het vrijzinnige gedachtegoed.”
In de Bijbel staat dat een vrouw moet zwijgen in de gemeente. Wat deed Zernike daarmee?
„De eerste discussies over de toelating van vrouwen tot het ambt speelden vooral bij de vrijzinnigen. Zij voerden die niet met religieuze argumenten, zoals het gebod dat vrouwen niet mogen spreken in de gemeente. Sinds de opkomst van het modernisme in de negentiende eeuw was de Bijbel niet langer een boek dat leidinggeeft, maar dat inspiratie biedt. De vrijzinnigen discussieerden vooral over de psyche van de vrouw. Die zou volgens de tegenstanders tekortschieten voor het predikambt.”
De discussie over wel of geen vrouwen op de kansel viel samen met de opkomst van de psychologie. De Groningse hoogleraar Gerard Heymans deed destijds baanbrekend onderzoek naar de verschillen tussen mannen en vrouwen. Volgens Heymans hadden vrouwen in principe dezelfde capaciteiten als mannen, maar wel waren ze emotioneler. „Zijn opvattingen werden in de steeds opnieuw oplaaiende discussie vooral gebruikt door de tegenstanders van vrouwelijke predikanten. De vrouw zou te emotioneel zijn om een gemeente te kunnen leiden, haar denkende geest zou instabiel zijn. En was haar stemgeluid wel toereikend, en niet te hoog?”
Hoe reageerden orthodox-gereformeerde kerken op de komst van de eerste vrouwelijke predikant?
„Ik heb me in mijn onderzoek vooral op vrijzinnige kringen gericht. Uit de bronnen wordt niet echt duidelijk of orthodoxe kerken de discussie bij de vrijzinnigen over vrouwelijke predikanten hebben opgepikt of genegeerd. Bij hen gaat de kwestie pas veel later spelen. De vrijzinnigen liepen wat dat betreft voorop.”
Wat kenmerkte de theologie van Zernike?
„In de tijd tot de Tweede Wereldoorlog was het pacifisme dominant in haar denken. Geïnspireerd door de Russische schrijver Tolstoj en de Bergrede, pleitte ze voor dienstweigering en absolute weerloosheid. Dat veranderde in 1940, bij het bombardement op Rotterdam, waar ze toen woonde. Opeens stonden er vluchtelingen op de stoep, die ze opving. Toen besefte Zernike dat er een verschil bestaat tussen een verdedigingsoorlog en een aanvalsoorlog.”
Tot haar dood in 1972 kenmerkte Zernikes theologie zich door een „radicale vrijzinnigheid”, aldus dr. Pitstra. „Zernike was een aanhanger van de theoloog Van der Bergh van Eysinga, die de historische Jezus ontkende –dat was volgens hem een gnostische mythe– en uitging van een symbolische Christus. Het ging Zernike vooral om de innerlijke religieuze beleving, de vrije keuze van het individu. De Bijbel was een inspiratiebron om uit te leven.”