De Bijbel, een ongelezen bestseller
Het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) bestaat 200 jaar. Bijbels gaan in ons land nog steeds over de toonbank. In groten getale zelfs. Maar de Bijbel lezen? Dat is een ander verhaal. Het Boek der boeken is nu eenmaal geen „nachtkastjesliteratuur.”
Prof. mr. dr. Patrick Chatelion Counet is bijzonder hoogleraar ”de Bijbel in de Nederlandse cultuur” aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Studenten van wie de Bijbelkennis te wensen overlaat –en dat zijn er nogal wat– komen bij hem terecht, om vervolgens te gaan „slalommen” langs beloften en profetieën.
Is Nederland nog een Bijbellezende natie?
„Die vraag kan ik met zekerheid ontkennend beantwoorden. Uit het onderzoek ”God in Nederland. 1996-2006”, uitgevoerd door Bernts, Dekker en De Hart, bleek dat van alle Bijbelbezitters nog geen 10 procent geregeld in de Bijbel leest. Mij viel dat nogal tegen. Ik vraag studenten weleens: Wie heeft er een Bijbel in huis? Vrijwel altijd zijn dat er nul komma nul. Dan zeg ik: „Maar u heeft wel een Bijbel voor u, op internet.” Merkwaardig genoeg is nog niet onderzocht hoeveel mensen via internet de Bijbel lezen. Voor velen is de Bijbel nu heel dichtbij gekomen. Elke vertaling kun je op het web vinden. En ook de concordantie.”
Tegelijk zijn de verkoopcijfers nog steeds fors.
„Die zijn fors, ja. Het is nog steeds lucratief om een Bijbel uit te geven. De Bijbel wordt breed gekocht.”
Door wie dan?
„Voornamelijk door de intellectuele klasse die het aangenaam vindt om een boek in handen te hebben. Zij beschouwt de Bijbel als cultuurgoed en zal deze niet lezen als een gelovige die naar de inhoud verlangt. Overigens heb ik het met name over ouderen. Jongeren zullen zich eerder van internet bedienen.”
Ook christenen zullen een Bijbel in huis hebben, protestanten en rooms-katholieken.
„Dat acht ik vanzelfsprekend.”
Maar er ook echt in lezen, valt dus niet mee.
„De Bijbel lezen is een van de moeilijkste dingen op aarde. Wie onbekend is met dit Boek en van kaft tot kaft gaat lezen, raakt altijd teleurgesteld. Genesis gaat nog wel, dat Bijbelboek leest als een familieroman. En Exodus is een avonturenroman. Voor Numeri en Deuteronomium moet je al wat meer kennis in huis hebben. De lezer zal snel teleurgesteld raken.”
Weet u dit uit onderzoeken of uit ervaring?
„Dit weet ik door mijn jarenlange ervaring als docent. Studenten zeggen: „Toen ik daar aankwam, ben ik gestrand.” Leesclubs merken na verloop van enkele leessessies dat het moeilijker wordt. Dat is vaak het moment om een deskundige uit te nodigen.”
Is de basiskennis van de Bijbel verdwenen?
„Ik merk dat de disciplines aan de universiteit die enige kennis bij studenten veronderstellen, zoals kunsthistorische en literaire wetenschappen, op een groot gat stuiten. Eerder werd die kennis er op de middelbare school met de paplepel ingegoten. Ik kreeg in de jaren zestig in het eerste jaar het vak Nieuwe Testament en in het twee jaar het Oude Testament. Kom daar nog maar eens om. De Bijbelkennis van studenten moet bijgespijkerd worden. Daarom komen ze bij mij. Velen moeten bij nul beginnen. Daar ga ik ook van uit.”
Even een zijpaadje: hoe doet u dat eigenlijk?
„Ik geef hun een selectie van vijftig belangrijke Bijbelteksten op waar ze ongeveer drie avonden zoet mee zijn. Een slalom door de Bijbel met de heilshistorie als kader. Messiaanse teksten in het Oude Testament, de beloften, te beginnen bij de oerbelofte in Genesis 3.
Ik lees de Bijbel met het perspectief van een christen. De Bijbel is geen nachtkastjesliteratuur, geen boek om vrijblijvend te lezen. Het is een religieus boek. Geen Homerus. Het doet een appel op je.”
U bedoelt dat de lezer voor een keuze komt te staan.
„Ja, dat gebeurt. De keuze is vaak snel gemaakt. Ik ben geen christen of jood, dus… Dan blijft er een interessant cultuurgoed over. Maar zelfs die houding kan niet volgehouden worden.”
Wat betekent het voor Nederland dat de Bijbelkennis verdwijnt?
„Je kunt de hedendaagse samenleving niet begrijpen zonder die kennis.” Met een lachje: „Of daar ongelukken van komen, durf ik niet te voorspellen. Maar je ziet wel dat de onkunde doorwerkt in de politiek, in de wijze waarop we televisiekijken, lezen, de cultuur beleven. Er is een hiaat. De uitwerking daarvan is moeilijk te voorspellen. Het duurt even voordat je kunt zien wat er gebeurt als bronnen als ”Star Wars”, ”Lord of the Rings” of andere cultuurgoederen de plaats van de Bijbel innemen.”
Vindt u de onkunde een gemis?
„Als christen zeg ik daar natuurlijk ja op. Alleen al ons rechtssysteem is zwaar verworteld in de christelijke cultuur. Artikel 1 van de Grondwet is bijna een letterlijke weergave van Galaten 3:28.”
Helpt u even?
„Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één…”
We zijn wat somber geëindigd. Het omgekeerde is ook zichtbaar. Jongeren lijken „orthodoxer” te worden.
„Sociologen spreken inderdaad van een religieuze heroriëntatie. Of dat een christelijke herbronning is, kan ik niet helemaal overzien. Maar ik ben ervan overtuigd dat de mens een religieus wezen is. Dat komt er altijd wel weer uit, hoewel niet per se op christelijke wijze. Het gevoel voor vergankelijkheid en transcendentie blijft. Dus ja, de Bijbel krijgt altijd weer een kans om daarbij aan te sluiten.”
Waarom oplagecijfers niet boven water willen komen
Hoeveel Bijbels zouden er sinds de oprichting van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) in 1814 zijn gekocht of weggegeven in Nederland? De Bijbel was en is nog altijd een bestseller, ’s werelds best verkochte boek. Soms ging het bruin beduimeld over van generatie op generatie. Vaak ook bleef het dicht, de kaft bedekt met het stof der eeuwen.
Het zou een enorme toer zijn om die aantallen boven tafel te krijgen, zegt Philippe van Heusden, uitgever bij Royal Jongbloed in Heerenveen, de uitgever die een groot deel van de Bijbelvertalingen verzorgt en een nog groter assortiment drukt. Zelfs met behulp van kundige archivarissen die over veel tijd beschikken is het maar de vraag of de juiste getalletjes boven water willen komen. Vaak zijn de cijfers er simpelweg niet meer. Ze werden niet lang bewaard. Of niet lang genoeg. Of niet goed genoeg. „Als ik heel eerlijk ben”, zegt Van Heusden, „denk ik dat dit een onmogelijke opgave is.”
Bij het zoeken naar cijfers duiken er allerlei moeilijkheden op. Sommige organisaties, zoals Biblica Nederland, die Het Boek uitgaf, zijn opgeheven. Waar zou je dan nog oplagecijfers vandaan kunnen halen? Maar ook de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS), uitgever van de Statenvertaling, moet zich enige moeite getroosten om gegevens boven water te halen. De informatie in het computersysteem is terug te vinden tot 2006. Wat daarvoor gebeurde, is al enigszins in de nevelen van de geschiedenis
gehuld. Terwijl deze stichting ‘pas’ in 1966 is opgericht.
Getallen zijn niet bekend omdat uitgevers geen archieven bijhielden, weet de bibliothecaris van het Nederlands Bijbelgenootschap, dr. A. J. van den Berg. „Zelfs weten we niet hoeveel aparte edities van bijvoorbeeld de Statenbijbel verschenen zijn. Soms duikt er weer een nieuwe op, zoals pas, toen er een onbekende uitgave uit 1696 ontdekt werd.”
Van de laatst verschenen Bijbeluitgaven kan Van den Berg wel wat verkoopcijfers oplepelen. Van de Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004 zijn er tot nu toe 1,3 miljoen exemplaren gedrukt, van de Groot Nieuws Bijbel uit 1983 waren in 2002 meer dan 700.000 exemplaren over de toonbank gegaan. „We schatten”, zegt dr. Van den Berg, „maar het is volstrekt nattevingerwerk, dat er van de NBG-vertaling 1951 ongeveer 4 miljoen exemplaren zijn verkocht, maar het kunnen er ook veel meer zijn.”
Feit is dat de Bijbel miljoenen keren over de toonbank ging. Zeker als het gaat over de ‘grote jongens’: de Statenvertaling, de NBG 1951, de Groot Nieuws Bijbel, Het Boek, de Nieuwe Bijbelvertaling, de Herziene Statenvertaling en (voor een iets kleiner, rooms-katholiek publiek) de Willibrordvertaling.
Feit is ook dat talloze stichtingen en organisaties zich sinds tientallen decennia beijveren om het Woord bij mensen thuis te krijgen, of juist daarbuiten: in hotels, gevangenissen en zorginstellingen. Van Ark Mission tot de Zakbijbelbond, van de Gereformeerde Bijbelstichting tot de Katholieke Bijbelstichting, van de Stichting Herziening Statenvertaling tot de Bijbelvereniging. Stichting De Wijnpers brengt de Telosvertaling uit en uitgeverij Skandalon de Naardense Bijbel. En dan zijn er natuurlijk nog de streektaalbijbels, producten van evenzoveel stichtingen van begeesterde Groningers, Friezen en Twentenaren.
Nog even over de cijfertjes. Vaak bestaan ze niet. Maar als ze er wel zijn, is het niet per se nuttig om ze vrij te geven voor een groot publiek. Dat bleek vorige week nog, toen uitgeverij Royal Jongbloed een persbericht verspreidde omdat de Jongerenbijbel van de Herziene Statenvertaling (HSV) aan een derde druk toe is. Veel meer dan dat er tot nu toe „enkele tienduizenden exemplaren” verspreid zijn, wilde de Stichting Herziening Statenvertaling niet kwijt. Exacte aantallen kwamen er niet. Met geheimzinnigheid heeft dat niets te maken, reageert algemeen secretaris drs. P. J. Vergunst namens het hoofbestuur van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk, dat opdracht gaf tot de herziening. „Nee, geheimzinnig zijn de aantallen niet, maar kwetsbaar wel. Normaal spreek je ten aanzien van een veelverkocht boek over succes, rond een Bijbeluitgave beleef je hoge verkoopcijfers nadrukkelijker als zegen van God. Dat wil je als directbetrokkenen niet direct uitbuiten. Draagvlak mag groeien door de inhoud van het product zelf. Er kan gemakkelijk een gedachte ontstaan als: kijk die uitgever eens geld aan het Woord verdienen. Om die reden is er nooit een persbericht gekomen als we rond de HSV een heel bijzondere grens overgingen.”
Dit is het slot van een drieluik naar aanleiding van 200 jaar Nederlands Bijbelgenootschap.