Roeping om licht te verspreiden
Hoewel Jezus Zelf het Licht der wereld is, zegt Hij in de bergrede toch nadrukkelijk dat wij het licht der wereld zijn. Het is onze hoge roeping dat licht te verspreiden. Dat zei ds. J. B. ten Hove uit Wapenveld woensdagmorgen op de ontmoetingsochtend van hervormde vrouwenverenigingen uit de regio Rijssen.
De Bond van Nederlands hervormde vrouwenverenigingen op gereformeerde grondslag belegt dit jaar een serie regionale ontmoetingsochtenden, -avonden en -dagen met als thema ”Laat uw licht alzo schijnen…”. Bij elke bijeenkomst wordt het thema door een predikant en een vertegenwoordiger van hetzij Eleos, de Nederlandse Patiënten Vereniging, de GZB of stichting Hulp Oost-Europa belicht.
Ds. Ten Hove uit Wapenveld belichtte het thema ”Laat dan uw licht schijnen” vanuit de context van de bergrede. „In het dagelijks leven is de directe reactie op duisternis, dat er ergens licht ontstoken wordt. Maar in het kerkelijke wordt er vaak alleen maar eindeloos geklaagd dat het een donkere tijd is.”
In het Johannes-evangelie zegt Jezus dat Hij Zelf het Licht der wereld is, maar in Mattheüs 3 vers 14 staat dat de discipelen het licht der wereld zijn. „Hieruit kunnen we afleiden dat het een hoge roeping is licht te verspreiden. Licht verspreiden is heel wat anders dan onze ster laten schijnen”, aldus de Wapenveldse predikant.
„In de inleiding op de bergrede lezen we over ”armen van geest” en ”treurenden”. Daaruit valt op te maken dat niemand al die zaken zonder Hem in praktijk kan brengen. Het licht te laten schijnen is vooral nodig voor degenen die buiten het christendom staan. Zij moeten merken dat het echt is, omdat zij voor de Koning ingewonnen moeten worden. De buitenwereld moet de goede werken zien en daarom de Vader gaan verheerlijken. De boom wordt aan de vrucht gekend”, zei ds. Ten Hove.
De predikant zei verder dat het er echter niet om gaat jezelf te bewijzen. „De wetenschap dat we niet zelf het Licht zijn, bewaart voor krampachtigheid. Wij zijn geen lichtbron, we reflecteren het licht alleen maar. Een reflector moet wel zorgen dat hij het contact met de bron van licht niet verliest. De bergrede spoort aan om dicht bij het Licht te zijn.”
Ontwikkelingspsychologe Heleen Niemeijer sprak over ”kindermishandeling”. Zij werkt bij de kinder- en jeugdafdeling van Eleos in Zwolle. Ze legde uit wat de ’officiële’ definitie van kindermishandeling is. Die definitie spreekt van zowel actieve geweldpleging als van verwaarlozing, waardoor schade bij het kind ontstaat of later kan ontstaan.
De psychologe zei dat kindermishandeling in alle lagen van de bevolking, in alle leeftijdscategorieën en in alle kerkelijke gezindheden voorkomt. „Om te onderkennen dat er sprake is van kindermishandeling is het nodig een soort antenne te ontwikkelen. Kindermishandeling is niet beperkt tot ouders, het kan ook voorkomen in andere relaties met volwassenen waarin het kind zich in een afhankelijkheidspositie bevindt, zoals bijvoorbeeld orgelleraren. Er mag niet gesproken worden van kindermishandeling wanneer een ouder tijdelijk uit onmacht grenzen overschrijdt in het straffen van een kind. Van kindermishandeling moet alleen worden gesproken wanneer de relatie niet hersteld wordt.”
Mevrouw Niemeijer legde uit waarom het herkennen van signalen zo belangrijk is. „De verantwoordelijkheid van de omgeving is groot, omdat kindermishandeling in bijna alle gevallen alleen ophoudt met hulp van buitenaf. Meestal zijn dat indirecte signalen, omdat het kind toch de neiging heeft oneindig loyaal aan de ouders te zijn. Alleen als er sprake is van gegronde vermoedens, is het zaak dit door te geven aan een zogeheten advies- en meldpunt kindermishandeling.”
Sinds de nieuwe wet van januari 2000 zijn de zogenaamde vertrouwensartsen verdwenen en kent elke regio of grote stad een dergelijk meldpunt.