Beloften
Ezechiël 39:29
„En Ik zal Mijn aangezicht voor hen niet meer verbergen, wanneer Ik Mijn Geest over het huis Israëls zal hebben uitgegoten, spreekt de Heere Heere.”
In Jesaja 66 staat: „Er zal een stem van een groot rumoer uit de stad zijn, een stem uit de tempel, de stem des Heeren, Die Zijn vijanden de verdienste vergeldt. Eer zij barensnood had, heeft zij gebaard; eer haar smart overkwam, zo is zij van een knechtje verlost. Wie heeft ooit zulks gehoord? Wie heeft dergelijks gezien? Zou een land kunnen geboren worden op een enige dag? Zou een volk kunnen geboren worden op een enige reize? Maar Sion heeft weeën gekregen en zij heeft haar zonen gebaard.” Wat kan dit anders betekenen dan de krachtdadige werking van de Geest, waardoor er een grote toevloed en vergadering van mensen zijn zal, als was het in één ogenblik?
Van dezelfde inhoud is Jesaja 60:5: „Dan zult gij het zien en samenvloeien en uw hart zal vervaard zijn en verwijd worden; want de menigte der zee zal tot u gekeerd worden; het heir der heidenen zal tot u komen.” Hetzelfde wordt ook in vers 4 en 8 ingevoerd: „En de heidenen zullen tot uw licht gaan. Hef uw ogen rondom op en zie, die allen zijn vergaderd, zij komen tot u. Uw zonen zullen van verre komen en uw dochters zullen aan uw zijden gevoedsterd worden.” En in vers 8: „Wie zijn dezen, die daar komen gevlogen als een wolk en als duiven tot haar vensters?”
John Howe, predikant te Torrington
(”De uitstorting van de Heilige Geest”, 1678)