Religieus debat onvermijdelijk
Het is irrationeel om te veronderstellen dat alle religieuzen ten diepste in dezelfde God geloven, stelt Chris Develing.
Alle religies kennen een vorm van apologetiek, een verdediging van het geloof tegen kritiek van buitenaf. Omdat deze kritiek vaak vanuit de hoek van andersgelovigen komt, gebeurt het geregeld dat apologetiek hand in hand gaat met een kritische beschouwing ten opzichte van andere godsdiensten. Ik heb daar begrip voor. Een poging om het geloof van een vrijwillige gesprekspartner te ondermijnen is geoorloofd, mits dit met respect gebeurt.
Ironisch genoeg zijn het dikwijls de religieuzen zelf die zich afvragen of debatteren over religie wel zin heeft. Immers, de gesprekspartners zijn doorgaans niet van plan zich te laten overtuigen.
Als je oppervlakkig naar een religiedebat kijkt, zou je inderdaad kunnen stellen dat het een zinloos ‘gevecht’ is. Het aanvallen van andermans wereldbeeld lijkt het enige doel van de deelnemers. Sommige mensen vinden het zelfs uitermate intolerant om een andersgelovige in te wrijven dat zijn geloof ijdel en vruchteloos is.
Toch is er dan te weinig begrip voor deze belangrijke tak van sport binnen de theologie. Het is namelijk belangrijk te beseffen dat een debat tussen twee gelovigen in beginsel bedoeld is voor de toeschouwer en niet voor de gesprekspartner. Die toeschouwer kan van alles zijn: iemand die zijn eigen geloof wil versterken of iemand die argumenten wil verzamelen om te kunnen gebruiken tijdens een terugkerend gesprek met een andersgelovige buurman.
Uit ervaring weet ik dat gelovigen met enige regelmaat debatterende religieuzen vermanen met de stelling dat ze uiteindelijk in dezelfde God geloven. Zij slaan daarmee, alle goede bedoelingen ten spijt, de plank mis. Als God Zichzelf volgens moslims in de Koran heeft uitgesproken en volgens christenen in de Bijbel, kan het niet zo zijn dat deze met elkaar contrasterende boeken beide een juiste overdracht van Zijn woord weergeven.
Om twee simpele voorbeelden te geven: 1. De Bijbel leert dat Jezus de Zoon van God is. De Koran leert dat het geloof in het zoonschap van Christus de meest onvergeeflijke zonde is. Als je daarin volhardt, volgt onherroepelijk de hel. 2. De Bijbel leert dat Jezus aan het kruis stierf. Het geloof dat deze gebeurtenis daadwerkelijk plaats heeft gevonden, is zo ongeveer de essentieelste voorwaarde om jezelf christen te noemen. De Koran doceert echter dat de kruisiging van Jezus nooit heeft plaatsgevonden.
Kortom, elementaire logica laat het niet toe te leren dat de aanhangers van beide religies dezelfde God aanbidden. Als een christen of moslim dat toch leert, gelooft hij of zij niet in de authenticiteit van het Heilige Boek dat de eigen religie vormgeeft.
De wens om te verzoenen is vanuit sociaal oogpunt begrijpelijk, zeker in deze postmodernistische tijd. We moeten ook vooral niet stoppen met het streven naar verzoening tussen mensen. Mijn mening is echter dat wie uitsluitend de overeenkomsten tussen beide religies benadrukt en de verschillen negeert, dit doet uit onwetendheid en op basis van irrationele gronden.
Hoe kun je aan de ene kant zeggen christen te zijn, en aan de andere kant beweren dat de christelijke God ook de God is Die door moslims op correcte wijze aanbeden wordt. Ik zou een dergelijke sterk relativistisch denkende christen willen vragen waar Christus voor gestorven is als een persoon die heilig gelooft dat Hij nooit aan het kruis stierf –en al helemaal niet voor zijn zonden– evengoed een plek in de hemel zal ontvangen. Eveneens zou ik een moslim willen vragen of Allah loog toen hij in de Koran liet opschrijven dat het een doodzonde is om Jezus de Zoon van God te noemen. Kan deze persoon moslim zijn en tegelijkertijd geloven dat christenen ook naar het paradijs zullen gaan na een afgodisch leven?
Concluderend kan worden gesteld dat beide religies theologisch gezien onverzoenbaar zijn. Daarom is discussie niet alleen geoorloofd, maar ook noodzakelijk voor een goed begrip van het eigen geloof en dat van een ander. Alleen als we weten waar de ander voor staat, kunnen we op een zuivere manier toenadering tot elkaar zoeken. Niet door de verschillen te negeren, maar door ze te omarmen.
De auteur werkt als vrijwilliger bij Deo Volente NL, een organisatie die het interreligieus debat wil stimuleren.