Bezoek patriarch aan Heilige Land leidt tot opschudding in Libanon
BEIROET. Het bezoek van de Libanese patriarch Beshara Rai aan Israël heeft in Libanon veel opschudding veroorzaakt.
Paus Franciscus is erin geslaagd politieke valkuilen te vermijden in het Heilige Land. Die mening overheerst in Arabische media, na afloop van de reis van de paus door het Midden-Oosten.
Van tevoren was voorspeld dat de paus op een slap koord zou moeten dansen. Dit lijkt eerder op te gaan voor de Libanese patriarch Beshara Rai, die tijdens het bezoek van de paus in een uiterst oncomfortabele positie terechtkwam. De patriarch had een uitnodiging van de paus aanvaard om hem in Jeruzalem te ontmoeten. Dat veroorzaakte een politieke storm in Libanon. Want betekende deze ontmoeting geen impliciete erkenning van de staat Israël? In Libanon werd de vrees uitgesproken dat de reis van de patriarch een eerste stap zou kunnen zijn in de richting van de normalisatie van de diplomatieke relaties met de „zionistische vijand.”
Bij zijn aantreden op 15 maart 2011 als patriarch van de maronitische kerk had Beshara Rai beloofd dat hij zijn kudde overal ter wereld zou opzoeken. In Israël wonen zo’n 11.000 maronieten. De Maronitische Kerk verklaarde dat patriarch Rai de paus niet zou begeleiden tijdens diens pelgrimstocht naar Israël, maar dat hij de kerkvorst zou ontvangen in een maronitische parochie in Jeruzalem. Bovendien zou de patriarch in Israël geen Israëlische politici ontmoeten.
Steun
Intussen stond in Bethlehem wel een ontmoeting gepland met de Palestijnse president Mahmud Abbas. Allerlei Palestijnse autoriteiten, onder wie president Abbas zelf, hadden laten weten dat de patriarch van harte welkom was. Zij zagen in diens bezoek steun voor de Palestijnse zaak van hun Arabische broeders.
De Libanese maronitische patriarch Paul Meushi was in 1964 ook naar Oost-Jeruzalem gereisd toen paus Paulus VI daar een historische ontmoeting had met de toenmalige oecumenische patriarch van de oosterse kerken, Athenagoras. Maar de politieke context verschilde toen totaal van de huidige. In 1964 werden Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever bestuurd door Jordanië. Zowel de paus als de Libanese patriarch Meushi werden in Oost-Jeruzalem welkom geheten door de Jordaanse vorst Hussein, en dus niet door de Israëlische president. Nadat paus Franciscus op 26 mei terugkeerde naar Rome, begon de Libanese patriarch Beshara Rai zijn zwaar bekritiseerde pastorale bezoek aan maronitische gemeenschappen op de Westelijke Jordaanoever. Daar ontmoette hij ook de Palestijnse president Mahmud Abbas. Na twee dagen stak hij de Groene Lijn over en kwam hij in de staat Israël terecht. In het noorden van Israël ontmoette hij maronitische christenen, een in Libanon zeer beladen thema. Het betreft voormalige leden van het South Lebanese Army (SLA) en hun nakomelingen. Zij streden tussen 1978 en 2000 in het zuiden van Libanon aan de zijde van het Israëlische leger tegen de PLO.
Toen Israël zich mei 2000 terugtrok uit Zuid-Libanon, vluchtte een aantal leden van de SLA met hun families eveneens naar Israël. Ze vreesden de wraak van de Libanezen, die hen beschouwden als verraders. Tijdens zijn ontmoeting met deze groep maronieten, afgelopen week, beloofde patriarch Beshara Rai dat hij zou proberen deze ongemakkelijke kwestie met de Libanese autoriteiten op te lossen.
Het bezoek zorgde echter voor veel opschudding in Libanon. Een aantal politici maakte duidelijk dat de terugkeer van deze „verraders” ongewenst was. Of zoals het parlementslid van Hezbollah, Ali Meqdad, het uitdrukte: „Er is in Libanon geen plaats voor Israëlische agenten.”
Het lijkt erop dat de storm die het bezoek van de Libanese patriarch Rai aan Israël veroorzaakte, voorlopig niet gaat liggen. Zelfs Libanese christelijke politici willen of durven hem niet te steunen. Ze spraken hun afkeuring uit, of deden er het zwijgen toe.