Het trouwkerkje van Leur bestaat 400 jaar
Het protestantse trouwkerkje in Leur, dat 400 jaar bestaat, wordt maar één keer per jaar gebruikt voor de eredienst. Alleen op Hemelvaartsdag.
De vanouds hervormde kerk aan het Van Bergenplein in Leur is niet de grootste in het vanouds rooms-katholieke Noord-Brabantse dorp, maar mooi is ze zeker. Wie komt aanrijden over de Korte Burgstraat ziet het trouwkerkje al van ver. Het opvallendst zijn de sierlijke toren met het achtkantige koepeltje en bovenop de haan, en de witgeschilderde zijmuur aan de kant van het marktplein.
Op Hemelvaartsdag staat de deur van de kerk open voor een dienst, een morgengebed. Het is, afgezien van een eventuele rouw- of trouwdienst, elk jaar de enige eredienst in het gebouw.
Kerkelijk werkster Anne-Mieke van Oost leidt het morgengebed, gekleed in een witte toga. Er is relatief veel tijd ingeruimd voor bidden en zingen. Tijdens de meditatie merkt ze op dat Jezus wel verdwenen is, maar dat Hij niet echt kan verdwijnen. Ze haalt de rooms-katholieke non Theresia van Avila aan, die wees op het belang van een christelijk leven.
Na de dienst wordt de kaars weer voor een jaar gedoofd en zet men alles terug in de oude toestand, met twee stoelen voor het bruidspaar aan het einde van de rode loper. Het kerkje is een van de twee officiële trouwlocaties van de gemeente Etten-Leur. De ene maand wordt het gemeentehuis daarvoor gebruikt, de andere maand het kerkje.
De bruidsparen hebben voor in de kerk niet alleen het zicht op de trouwambtenaar, maar ook op het kerkinterieur met de dooptuin, de kansel en drie tekstborden, waarvan de letters helaas zijn vervaagd. Dat is ook met het bord boven de preekstoel het geval, waarvan de tekst zelfs onleesbaar is als je onder de kansel staat.
Ouderling W. P. Wiertsema weet te vertellen dat er het Onze Vader op staat. Het bord aan de linkerkant van de preekstoel bevat de Tien Geboden. Op het bord aan de rechterkant staat de Apostolische Geloofsbelijdenis, met witte letters op een lichtblauwe ondergrond. Wie zich omdraait, ziet tegen de andere zijkant het fraaie Jacobus Zeemansorgel.
Wiertsema rijdt voor naar het huidige kerkgebouw van de protestantse gemeente, De Baai, een multifunctioneel gebouw op de grens tussen Etten en Leur. In het kerkgebouw hangt een bord met alle namen van de predikanten van het kerkje in Leur. De eerste voorganger die wordt genoemd is ds. G. G. Pomeranus, die vanaf 1614 aan de kerk van Leur verbonden was. Op dit bord komt ook de naam voor van ds. T. van Gogh, de vader van de kunstschilder Vincent van Gogh die hier stond van 1875 tot 1882. Vincent bracht een deel van zijn jeugd in Etten door.
Het ontstaan van de gemeente is te danken aan de Leurse schipper Adriaan van Bergen, die in 1590 zijn turfschuit beschikbaar stelde aan prins Maurits. Door de list met het turfschip werd Breda veroverd en vestigden er zich calvinisten uit Holland in de omgeving van Breda, ook in Leur.
De gemeente kreeg in 1612 een eigen kerkenraad. In 1614 werd er een kerk gebouwd en kwam er een predikant. De kerk in het centrum van het dorp bevindt zich op de plaats van een kapel die in 1584 door rondtrekkende soldaten werd verwoest. Ds. Pomeranus reisde het hele land door om geld op te halen voor de bouw van het godshuis.
De leden van de gemeente kwamen uit de wijde omtrek, zo blijkt uit een overzicht van de lidmaten van 1626. Ze woonden niet alleen in Etten en Leur, maar ook in Prinsenbeek, Prinsenhage, het Liesbos, Sprundel en Hoeven. Naar verhouding telde de gemeente toen veel leden: 300. Op dit moment heeft de protestantse gemeente er 1500. Het is echter de vraag of er op zondag meer protestantse kerkgangers in Etten-Leur zijn dan 400 jaar geleden.
Protestantse gemeente Etten-Leur
De eerste ouderling van de in 1614 gebouwde protestantse kerk te Leur (Noord-Brabant) was Michiel Cornelisse Hagens (1565-1617). Hij en ds. G. Pomeranus zamelden het geld in voor de bouw ervan. Hagens’ zoon Adriaan, die beurtschipper was, collecteerde op de toen rijke Zeeuwse eilanden en haalde het meeste geld op. Op Pinksteren 1614 werd de eerste dienst in de kerk gehouden. Michiel Hagens kreeg voor zijn inspanningen een zilveren beker met inscriptie aangeboden. De doopvont van de nieuwe kapel werd geschonken door Dingenlien Peterse Cornelisse Hagens. Zijn nageslacht hield zaterdag 31 mei een reünie in het oude kerkje te Leur. Familieleden uit het hele land kwamen naar Brabant afgereisd. Organisator en nazaat John Hagens uit Surhuisterveen hield een toespraak over de geschiedenis van het kerkje.