Kerk & religie

Twee wegen

1 Thess. 5:2

26 May 2014 08:00Gewijzigd op 15 November 2020 10:55

„De dag des Heeren zal komen, gelijk een dief in de nacht.”

Die dag zal over de goddelozen komen en hen overvallen te midden van hun vleselijke gerustheid en vrolijkheid, wanneer zij zullen zeggen: Het is vrede en zonder gevaar. Wanneer zij dromen van voorspoed en zich vermaken met de ijdelheden van hun verbeelding, en hun zinnen en er niet aan denken: gelijk de barensnood een bevruchte vrouw; op de gezette tijd misschien, maar altijd onverwacht en zonder dat er veel voor gevreesd wordt.

Het zal een onontkoombare verwoesting zijn. Er is geen mogelijkheid om eraan te ontkomen. Geen middel kan uitgevonden worden om de verschrikking en de straf van die dag te ontsnappen. Er zal geen plaats zijn waar de werkers der ongerechtigheid zich zullen kunnen verbergen. Geen schuilplaats tegen de storm, geen schaduw tegen de hitte, die de goddelozen verteren zal.

Hij zegt hun wel hoe troostvol deze dag voor de rechtvaardigen zijn zal (vers 4, 5). Merk hier wel op: zij zijn niet in de duisternis. Zij zijn kinderen des lichts. Dat was de gelukkige toestand van de Thessalonicensen en is ook nu van alle ware christenen. Zij zijn niet in een toestand van zonde en duisternis als de heidenwereld. Zij waren eertijds duisternis, maar nu zijn zij licht in de Heere. Zij werden begunstigd met de goddelijke openbaring van dingen, die onzichtbaar en eeuwig zijn.

Matthew Henry, predikant te Chester (”Bijbelverklaring Nieuwe Testament”, 1714).

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer