Cordaid honderd jaar: koningin Máxima is ook een Stille Helper
Hotel The Grand in Amsterdam, eens het stadhuis waar de huwelijksvoltrekking plaatsvond van prinses Beatrix en prins Claus, was vrijdag opnieuw het decor van een koninklijke happening.
Koningin Máxima lunchte in het chique hotel The Grand met honderd zogeheten Stille Helpers tijdens de honderdste verjaardag van de rooms-katholieke ontwikkelingsorganisatie Cordaid.
Cordaid, ontstaan uit het samengaan van het rooms-katholieke Huisvestingscomité, Mensen in Nood, Memisa, Medicus Mundi, Indische Missie Vereniging, Centraal Missie Commissariaat, Cebemo, Vastenaktie, Bilance en Bond zonder Naam, viert haar jubileum naar aanleiding van de oprichting van het Huisvestigingscomité in Leiden in 1914.
Nog altijd is de organisatie zich bewust van haar rooms-katholieke wortels, zegt persvoorlichter Jos de Voogd. Dat blijkt bijvoorbeeld in de toerusting van medewerkers van Cordaid. De medewerkers zelf hoeven geen rooms-katholieke of religieuze achtergrond te hebben.
Microfinanciering
Op de vraag aan directeur Simone Filippini of de identiteit van Cordaid in het contact met de vorstin ter sprake is gekomen, antwoordt ze: „Zeker. De koningin draagt de Nederlandse katholieken een warm hart toe en voelt zich medeverantwoordelijk om het katholicisme in Nederland te vertegenwoordigen. Dat geeft een extraatje aan deze ontmoeting. Verder is koningin Máxima geweldig sociaal bewogen. En eigenlijk is ze zelf ook een Stille Helper. Ze heeft met haar werk voor de Verenigde Naties bijgedragen aan het stimuleren van microfinanciering voor kansarmen.”
Doel van de lunch is om de Stille Helpers in het zonnetje te zetten, of ze nu wel of geen connectie met Cordaid hebben. „Het zijn allemaal oplossingsgerichte mensen, die belangeloos iets voor hun naasten overhebben”, stelt Filippini. „En al zijn politici misschien negatief over de manier waarop het in ons land gaat, hier zie je dat hun voorspellingen over het Nederland van de toekomst gelogenstraft worden. Nieuwkomers in Nederland zijn geen profiteurs, ze behoren ook tot de Stille Helpers die wij hier vandaag te gast hebben.”
Oshin van der Hansz is een van hen. Ze is „de grote zus van wie iedereen droomt”, volgens de omschrijving van Cordaid, en ze helpt jonge meisjes bij hun alledaagse vragen via de stichting Sistah. Een andere helper is Cees Heinemans, van de Cratosvrienden in Deurne die een kledingbank hebben met een clientèle van zo’n 550 gezinnen.
Grip op de Knip
Een volgende Stille Helper is Gert Verhoeff. Deze 68-jarige Katwijker, voormalig hoofd personeelsdienst van de Tweede Kamer, is coördinator van Grip op de Knip, een kerkelijke stichting die mensen met schuld uit hun financiële problemen probeert te helpen. „Alle kerkelijke richtingen in ons dorp zijn vertegenwoordigd in het bestuur. Zelf ben ik vanouds hervormd. Ons werk is een plaatselijk onderdeel van het landelijke project Schuldhulpmaatje, mede geïnitieerd door Kerk in Actie. SchuldHulpMaatje heeft een connectie met Cordaid, vandaar dat ik vandaag ben uitgenodigd.”
Samen met veertig maatjes proberen Verhoeff en Grip op de Knipvoorzitter Aad van der Hout mensen met schulden buiten de gemeentelijke schuldsanering te houden. „Want dat is geen pretje”, aldus Verhoeff. „Wij proberen mensen daarom inzicht te geven in hun financiële situatie en willen hun een gezond uitgeefpatroon bijbrengen. We gaan naar mensen thuis en kijken waarop ze kunnen besparen, al was het maar een paar tientjes in de maand. We proberen binnen vijf maanden –heel soms na een jaar– de boel op orde te hebben. De gevallen dienen zich bij ons aan via diaconieën, de GGD en talloze andere organisaties in het dorp. Ook de burgerlijke gemeente is een officiële partner.”
Hoe is het om te lunchen met de koningin? Verhoeff: „Een hele eer, heel indrukwekkend.” Van der Hout: „Een stukje erkenning ook, voor je werk.”
Boek ”Gedreven helpers”
Tijdens de lunch ter gelegenheid van honderd jaar Cordaid, vrijdag in Amsterdam, kreeg koningin Máxima het boek ”Gedreven helpers” overhandigd.
Annelies van Heijst beschrijft in de uitgave, die ruim 600 bladzijden telt, de geschiedenis van Cordaids voorlopers (zie hoofdartikel).
Een aangrijpend verhaal dat in het boek aan de orde komt, is dat van J. van Mackelenbergh, die tijdens de Tweede Wereldoorlog deportatie van Joodse kinderen naar Auschwitz voorkwam. Hij probeerde om kinderen als half-Joods of niet-Joods geregistreerd te krijgen en zo hun overlevingskansen te verhogen. Dat blijkt onder meer uit zijn correspondentie met de ”Reichskommissar für die besetzten niederländischen Gebiete”.