Kerk & religie

„Veel gemeenten zullen NBV gaan gebruiken”

De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) ligt in februari bij de drukker. Vanaf oktober 2004 is ze overal te verkrijgen. Maar wil iedereen haar hebben? Vertaaldeskundige dr. K. F. de Blois was maandag, op de eerste dag van de CSFR-winterconferentie in Austerlitz, niet pessimistisch gestemd over de kansen van de NBV in de gereformeerde gezindte.

Van een medewerker
23 December 2003 10:41Gewijzigd op 14 November 2020 00:49
AUSTERLITZ – Inmiddels gearriveerde CSFR studenten slaan een volgende lichting bepakte conferentiegangers gade. In het bosrijke Austerlitz heeft tot en met woensdag de CSFR winterconferentie plaats. Thema is: ”Het Heilige Woord – Over de wisselwerking
AUSTERLITZ – Inmiddels gearriveerde CSFR studenten slaan een volgende lichting bepakte conferentiegangers gade. In het bosrijke Austerlitz heeft tot en met woensdag de CSFR winterconferentie plaats. Thema is: ”Het Heilige Woord – Over de wisselwerking

„Veel gemeenten zullen de NBV gaan gebruiken”, aldus De Blois. „Wellicht niet als kanselbijbel, maar wel voor de catechese, voor allerlei vormen van toerustingswerk. Met name als de jeugd de doelgroep is.”

Dr. De Blois, die jarenlang actief was voor de Gereformeerde Zendingsbond en de United Bible Societies, en sinds een aantal jaren vertaaladviseur is van de NBV, baseert zijn inschatting op de overwegend positieve indruk die het vertaalwerk bij supervisoren uit de gereformeerde gezindte heeft gewekt. „Vooral de paralleleditie van Statenvertaling en NBV geef ik veel kans. Het goede van de uitgave van de Statenvertaling in combinatie met Het Boek is geweest dat er een stuk openheid werd geschapen voor de paralleleditie met de NBV.”

Ver voor de definitieve verschijning van de NBV is de discussie in de gereformeerde gezindte al op gang gekomen. De reformatorische studentenvereniging CSFR zet haar leden tijdens de driedaagse conferentie aan het denken. Niet zozeer om een eigen bijdrage te leveren aan het debat in de gereformeerde gezindte, maar om hen toe te rusten voor het kiezen van een eigen standpunt.

In de discussie over het NBV-vertaalproject hebben leidinggevende figuren in de gereformeerde gezindte laten weten dat de NBV „voor onze kringen niet aanvaardbaar is.” „Zo’n gebruiksargument”, leidde conferentiepreses drs. H. J. Paul het thema in, „lijkt heel wat minder zwaarwichtig dan een taalkundig of exegetisch argument. Maar het verraadt dat het gebruik van een bijbelvertaling op de een of andere wijze samenhangt met de geloofsbeleving en het taaleigen van een religieuze gemeenschap.”

Paul, assistent-in-opleiding in Groningen, stelde dat een latere historicus het huidige debat in de gereformeerde gezindte probleemloos zal kunnen gebruiken om te laten zien welke posities er in christelijk Nederland werden ingenomen met betrekking tot het doorgeven van de eigen traditie. De conferentie wil zicht geven op de manier waarop bijbelvertaling en geloofstaal op elkaar inwerken. Hoe verhoudt zich de taal van de vertaling met de geloofsbeleving van de gebruiker?

Inleider dr. De Blois wees onder meer op de invloed van een vertaling op de geloofsopvoeding en -ontwikkeling. „Je leert in de Bijbel antwoorden vinden op je diepste vragen. Teksten worden dierbaar voor je en je raakt aan de vertaling gehecht. Die wordt als het ware het Woord van God zelf.”

De Blois wierp de vraag op of ook de NBV „geloofstaalvormend” zou kunnen worden. „De Statenvertaling heeft deze functie kunnen krijgen doordat de kerk in de zeventiende eeuw in het middelpunt van het leven stond en deze vertaling voor iedereen bereikbaar werd. Inmiddels is de kerk een verschijnsel in de marge. Toch verbaas ik me over de brede belangstelling voor de NBV, als ’geloofsboek’ voor eredienst en bijbelstudie, maar ook als een van de grote klassieke cultuurproducten. Aangezien de vertalers ernaar streven poëzie, beelden en idiomatisch taalgebruik recht te doen, zal de NBV mijns inziens ook mensen van deze tijd kunnen aanspreken en aanraken. God kan in deze tijd het aloude geloofsgetuigenis van Zijn volk nieuw leven inblazen.”

In de gereformeerde gezindte werkt een stichting aan de herziening van de Statenvertaling. De herzieners proberen een middenweg te bewandelen tussen ”eigenheid” en ”eigentijdsheid”. Zij proberen tegelijkertijd het idioom van de Statenvertaling te bewaren én in begrijpelijk Nederlands te hertalen. Conferentiepreses Paul vroeg zich af of het hertaalproject (HSV) een middenweg moet heten of een poging is twee wegen tegelijk te bewandelen.

De Blois zei „een vrij duidelijke mening” over de HSV te hebben. „Ik respecteer het project, maar het lijkt me een moeilijke opgave. De herziening gaat vele malen verder dan de Tukker-Bijbel uit 1977. Het zal, denk ik, niet lukken een herziening te maken die breed acceptabel is. Verder betwijfel ik of je met een herziening recht doet aan het cultuurmonument dat de Statenvertaling is. Moet je proberen haar acceptabeler te maken? Als je de Statenvertaling wilt gebruiken, leg haar dan naast andere vertalingen en ga er niet aan sleutelen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer