Renovatie oude huizen: wonen onder een theemuts
Het klinkt haast te mooi om waar te zijn: ruim 100.000 woningen in Nederland renoveren tot energieneutrale huizen. En dat zonder een cent subsidie. Toch gelooft Leen van Dijke, voortrekker van Stroomversnelling, er heilig in. „Dit is dé nieuwe trend in de woningbouw: goed voor het milieu, voor de bewoners, voor corporaties én voor de Nederlandse bouwwereld.”
Wie wil zien wat de bedoeling is, kan een kijkje nemen in Heerhugowaard, Arnhem of Stadskanaal. Of in het Drentse Nieuw-Buinen. In die laatstgenoemde plaats staat, in de wat troosteloze bloemenbuurt, een modelwoning. Zó moet het, ongeveer, worden.
Het idee oogt eenvoudig. Op een oude jarenzestigwoning in de Chrysantstraat plakte Volker Wessels een nieuwe voorpui, op het vernieuwde dak kwamen zonnepanelen, alle kozijnen werden vernieuwd en van driedubbel glas voorzien. Bovendien zijn alle gasleidingen uit het pand gesloopt –die zijn niet meer nodig– en is voor het huis een voorportaal aangebracht waarin alle bedieningsapparatuur van de elektriciteit is ondergebracht. Kortom, de woning is volledig gesandwicht. Er is als het ware een theemuts overheen geplaatst.
Zo kreeg de woning niet alleen een moderne look, een nieuwe keuken en een nieuwe badkamer, maar zijn de huurders ook af van de hinderlijke tochtvlagen bij de ramen en kunnen ze zelfs profiteren van een gratis nieuwe pannenset, want voor elektrisch koken zijn hun oude pannen niet geschikt. In een zogeheten Slim Voorportaal, een kleine ruimte vlak bij de voordeur, zijn alle installaties van de woning dicht bij elkaar geplaatst. Dat scheelt ruimte in de woning, en betekent bovendien veel gemak wanneer een installateur voor onderhoud bij de apparaten moet zijn. De bewoner hoeft op dat moment niet eens thuis te zijn.
Maar wat belangrijker is, aldus oud-CU-Kamerlid Van Dijke, is dat de woning vanaf nu geheel energieneutraal is. „Nul-op-de-meter, dat is het doel van bouwers en corporaties die aan dit project meedoen. Dat deze huizen, via zonnepanelen en aardwarmte, hun eigen energie opwekken en gebruiken, is goed voor het milieu, vooral als het op grote schaal wordt toegepast.”
Van Dijke is voorzitter van de kerngroep van de vereniging Stroomversnelling, een samenwerkingsverband van vier grote bouwondernemingen, te weten BAM, Ballast Nedam, Dura Vermeer en Volker Wessels. Zij hebben inmiddels projecten opgezet met een zestal woningcorporaties in onder meer Arnhem, Stadskanaal, Heerhugowaard en Nieuw-Buinen. „Om deze ingrijpende renovaties voor een acceptabele prijs en ook nog eens met hoge snelheid te kunnen uitvoeren, is een industriële aanpak nodig. Zo’n nieuwe voorpui en zo’n nieuw voorportaal moeten in de fabriek in massaproductie en precies op maat worden gemaakt. Dat drukt de kosten en zorgt ervoor dat we zo’n renovatie in een dag of vijf kunnen uitvoeren. De bewoners hoeven dan maar zeer kort hun huis uit en de overlast is voor hen minimaal.”
Als deze aanpak slaagt, betekent dat een revolutie in de bouwwereld, stelt Van Dijke bevlogen. „Tot nu toe hebben we als bouwers altijd het meeste werk verzet op de bouwplaats, met alle nadelen en inefficiëntie van dien. Waar we naartoe moeten, is een industriële aanpak, vergelijkbaar met de auto-industrie. Een auto is een totaalpakket dat compleet geleverd wordt. Heb je als koper een klacht, over welk onderdeel dan ook, dan stap je naar de dealer. Zo zou het met huizen ook moeten gaan. Als er na levering iets niet deugt, hoef je als klant niet voor dit naar de elektricien en voor dat naar de loodgieter, maar is één leverancier op alles aanspreekbaar. Dat is het ideaal.”
Om die industriële aanpak waar te kunnen maken, is, na een testfase –waarin men zich nu bevindt– een geleidelijke opschaling nodig. „We zijn nu bezig met het ontwikkelen van zogeheten prototypes: modellen van voorpuien en dergelijke die straks massaal kunnen worden toegepast. Het streven is om in 2020 een landelijk totaal van 111.000 woningen te hebben bereikt.”
De renovatie van jarenzestighuizen naar energieneutrale woningen gaat naar verwachting zo’n 60.000 tot 75.000 euro per huis kosten. Wie gaat dat betalen? Volgens het oud-Kamerlid zit hier juist het inventieve van het idee. „De huurder mag er niet de dupe van worden. De gedachte is daarom dat de huurprijs de komende jaren, behoudens inflatie en dergelijke, niet stijgt, maar dat de huurder het bedrag dat hij vroeger aan de energieleverancier kwijt was, nu aan de corporatie betaalt. Die gebruikt dat geld om de renovatiekosten af te betalen. Om dat mogelijk te maken, zijn nog wel enkele veranderingen in de wetgeving nodig. Minister Blok van Wonen is daarmee bezig.”
Critici (zie kader) zeggen dat het hele project Stroomversnelling uiteindelijk niet meer is dan een feestje voor de bouwwereld. Van Dijke is het daar totaal niet mee eens. „Iedereen schiet hier iets mee op. De huurders krijgen een beduidend mooier en moderner huis. De corporaties lossen er het probleem van een verouderd woningenbestand mee op. Deze woningen kunnen straks weer veertig jaar mee; het bezit van de corporaties stijgt aanzienlijk in waarde. En inderdaad, ook voor de bouwsector zitten er grote voordelen aan. Het leidt tot werkgelegenheid, haalt de sector enigszins uit het slop en biedt een prikkel tot ongekende innovatie. De enige partij die je als verliezer zou kunnen aanmerken, zijn de energieleveranciers.”
„Dit is puur geld kloppen uit zak van corporaties”
Het lijkt te mooi om waar te zijn. „En dat is het ook”, zegt Hennes de Ridder, emeritus hoogleraar methodisch en integraal ontwerpen in Delft. „Er klopt werkelijk niets van het verhaal van Stroomversnelling.”
De Ridder ziet het project vooral als een slimme truc van bouwondernemers en adviseurs om „naïeve corporaties”, en dus eigenlijk huurders, en zelfs de gemeenschap, geld uit de zak te kloppen. „De bouw heeft zware klappen gehad en men probeert er nu weer bovenop te komen. Dat kan het beste met gegarandeerde omzet. Nou, die is er in dit plan. Het doel is ruim 100.000 woningen, met maar liefst 10.000 woningen om te oefenen!”
De Delftse wetenschapper ziet niet in waarom je zo veel geld in dit soort woningen zou willen pompen. „Het zijn oudere woningen die allang zijn afgeschreven. Zestigduizend euro per woning is enorm veel geld. Daar kun je ook nieuwe woningen voor bouwen. De eenzijdige focus op ”nul-op-de-meter” snap ik evenmin. Een goede lichtinval, meer comfort, koelte, wegnemen van geluidsoverlast door buren; dat zijn verbeteringen waar huurders veel meer aan hebben. Maar dat kun je al realiseren voor 10.000 euro per woning.”
Een vooronderstelling van Stroomversnelling is dat de energieprijs de komende jaren fors zal stijgen. „Maar of dat gebeurt, is lang niet zeker. Bovendien is energieverbruik op zichzelf het probleem niet. Hét grote probleem is het gebruik van verkeerde energie, onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en hogetemperatuurenergie. Dát moet je aanpakken, maar dan veel breder. Vooral bij de overheid. Het domste wat je kunt doen, is mensen voortaan geen energierekening meer presenteren. Dan gaat hun verbruik ongetwijfeld toenemen. Bijna iedereen weet toch dat wat gratis is, misbruikt wordt?”
Het grootste bezwaar van De Ridder is dat zijns inziens betrokken bouwondernemingen en woningcorporaties het project in volstrekte gezamenlijkheid uitvoeren en dat zij alle kennis voor honderd procent met elkaar delen. „Dat kan helemaal niet en dat mag helemaal niet. Dit is typisch de bouwwereld zoals wij die vanaf de Tweede Wereldoorlog kennen: een ondoorzichtig geheel, met een ouwejongenskrentenbrood-mentaliteit waarin concurrentie wordt gedempt, prijsafspraken worden gemaakt en het werk wordt verdeeld, wat uiteindelijk geleid heeft tot de bouwfraude-enquête. Ongelooflijk dat corporaties en bouwondernemingen dit hebben verzonnen. En niemand durft er kennelijk iets van te zeggen. Te treurig voor woorden.”
„Mooi dat er partijen zijn die dit aanzwengelen”
Heel anders dan zijn collega De Ridder, kijkt Andy van den Dobbelsteen, Delfts hoogleraar climate design & sustainability, tegen Stroomversnelling aan. „Ik stond lange tijd sceptisch tegenover dit soort dingen, maar dit is volgens mij in deze categorie het eerste project dat goed is opgezet en kansrijk is. Er zijn partijen bij betrokken die niet alleen ideeën kunnen ontwikkelen, maar ook in staat zijn ze uit te voeren.”
Van den Dobbelsteen, van wie ook enkele studenten via een duurzaam renovatieplan voor een rijtjeshuis bij Stroomversnelling betrokken zijn, ziet het niet als een groot probleem dat grote bouwbedrijven er voordeel van hebben. „Tegelijkertijd steken zij ook hun nek uit. Nederland is nu eenmaal zo langzamerhand volgebouwd. De tijd van opzetten van grote Vinex-wijken is voorbij. Uitbreiding en verbetering van woningbestanden zullen we steeds meer binnen steden moeten zoeken. Die uitdaging pakken deze bedrijven nu op.”
Huurders hebben net zo goed belang bij dit project, denkt de hoogleraar. „Velen hebben nu al moeite hun energierekening te betalen. Een streven naar nul-op-de-meter kan hen helpen. En ja, mensen zullen vast iets losser worden in hun energiegebruik. Maar ik kan me niet voorstellen dat je in een huiskameromgeving eindeloos je energiegebruik kunt opschroeven. En als dat toch gebeurt, krijgen díé mensen wel degelijk alsnog een energierekening.”
Zou Stroomversnelling erin slagen binnen een aantal jaren ruim 100.000 woningen te renoveren, dan zet dat qua energieverbruik best zoden aan de dijk, zegt Van den Dobbelsteen. „Dertig tot 40 procent van ons energiegebruik komt van gebouwen. Een groot deel daarvan komt van woningen, en een groot deel daarvan van oude, energieslurpende woningen. Als je die aanpakt, heb je net dus niet over peanuts.”
Wat niet wegneemt dat er op het terrein van energiebesparing natuurlijk nog veel méér moet gebeuren. „Er is op dit punt nog veel te doen in de industrie en de mobiliteit én qua duurzaamheid van onze elektriciteitcentrales.”
Dat er in dit project van Stroomversnelling geen onderlinge concurrentie zou zijn, ziet de wetenschapper niet. „Volgens mij mogen ook andere bouwers, als zij dat willen, aanhaken. Wat ik belangrijk vind is dat er tenminste iets gebeurt, dat er partijen zijn die dit project aanzwengelen. Daarna kan het mogelijk een sneeuwbaleffect krijgen en zich uitbreiden naar de markt van de koopwoningen. Dat zou fantastisch zijn. Want deze sector heeft veel te lang stilgestaan.”