Moord op meisje houdt gemoederen in noorden Jordanië bezig
IRBID. Jordanië is sinds dagen in de greep van een buitengewoon onverkwikkelijke affaire rond een christelijk meisje dat zou zijn overgegaan tot de islam en vervolgens door haar vader zijn vermoord. Vooral in het noorden houdt de kwestie de gemoederen bezig.
Een meisje uit een christelijke familie dat in de media slechts met de initialen ”B. H.” wordt aangeduid, studeerde aan een universiteit in de Noord-Jordaanse stad Irbid. Ze was afkomstig uit het dorp al-Wahadinah, provincie Ajlun.
Begin vorige week woonde zij in Amman een lezing bij die werd gegeven door de bekende Saudische geestelijke Arifi. Na afloop zou ze de islamitische geloofsbelijdenis hebben uitgesproken, waarmee zij haar bekering tot de islam bekendmaakte. Hierop schijnt ze naar haar dorp te zijn teruggekeerd, waar ze in de nacht van woensdag op donderdag door haar eigen vader werd vermoord. Deze sloeg haar een aantal malen met een zware steen op het hoofd – volgens sommige Jordaanse media zo heftig dat de schedel van het meisje volkomen verbrijzeld was.
Video
Sindsdien is een aantal varianten op dit verhaal opgedoken. Er verscheen een video waarin een neef van het vermoorde meisje beweerde dat zij zich reeds jaren geleden tot de islam had bekeerd, maar dit achtergehouden had voor haar familie. Recent had zij dit geheim echter toevertrouwd aan haar zus, die het had doorverteld aan haar vader. De neef beweerde dat de vader zijn dochter had doodgeslagen met een steen die 70 kilo woog, wat de woede bij bepaalde segmenten van de plaatselijke moslimbevolking nog deed toenemen.
Het verhaal zou een even tragisch als luguber vervolg krijgen. Nadat de vader zijn dochter had gedood, gaf hij zichzelf aan bij de politie. In de woonplaats van het meisje, al-Wahadinah –en de omringende dorpen–, vormde zich een moslimmenigte die het lichaam van het meisje opeiste. Ze diende als „martelaar” op een islamitisch kerkhof te worden begraven.
De autoriteiten in de provincie Ajlun brachten een grote politiemacht op de been en de gouverneur van Ajlun zag zich gedwongen een verklaring af te geven. Volgens de gouverneur was het meisje tijdens haar overlijden officieel nog steeds christen omdat ze niet de vereiste juridische stappen had ondernomen om haar religie te veranderen. Vrijdag werd het lichaam van het meisje daarop in alle haast en zonder kerkdienst op het plaatselijke christelijke kerkhof ter aarde besteld. Hiermee eindigde de affaire echter niet.
Bij geval was ik eind vorige week in Irbid en zaterdag zou ik met een bevriende familie Ajlun bezoeken. Zaterdagochtend kregen we echter in alle vroegte een telefoontje van onze christelijke vrienden in Ajlun die ons dringend verzochten van het bezoek af te zien. Het was de nacht ervoor buitengewoon onrustig geweest in de regio. Een moslimmenigte had op verschillende plaatsen geprobeerd kerken in brand te steken, maar een grote politiemacht wist dit te voorkomen. De politie had de moslimdemonstranten uiteengejaagd, maar die waren vervolgens begonnen stenen naar huizen te gooien waarvan bekend was dat er christenen woonden. De moslimdemonstranten eisen nu dat het lichaam van het vermoorde meisje wordt opgegraven om haar alsnog islamitisch te begraven.
Schande uitwissen
Op basis van gesprekken die ik de afgelopen dagen voerde, vallen er enkele conclusies te trekken. Allereerst maakt de hele affaire duidelijk hoe ongemakkelijk vooral in de dorpen en op het platteland het samenleven tussen moslims en christenen vaak is. Een christelijke geestelijke vertrouwde me toe dat het een „ramp” was dat deze affaire net plaatsvond aan de vooravond van het bezoek dat paus Franciscus eind deze maand aan Jordanië zal brengen.
Vervolgens blijken religieuze en oude tribale tradities vaak moeilijk te scheiden te zijn. Ik vroeg een Jordaanse vriend die christen is of we op basis van ons christelijk geloof de moord van deze vader op diens eigen tot de islam bekeerde dochter niet resoluut moesten veroordelen. Hij wees dit echter fel van de hand.
Mijn vriend is lid van een bekende christelijke stam in Jordanië. Hij zei mij zonder zelfs met zijn ogen te knipperen dat in het geval een van zijn zussen zich tot de islam zou bekeren zijn familie deze zus ook zou doden. Dit „om de schande uit te wissen die zij over de familie zou brengen. Bovendien weet iedereen dat moslims hun meisjes ook vermoorden indien ze zich tot het christendom zouden bekeren. Waarom zouden wij niet hetzelfde recht hebben?”