Prof. Baars: Kerk gebroken door twisten
WERKENDAM. De grootste nood van de kerk vandaag is dat het vuur van de Heilige Geest waardoor harten gaan branden, ontbreekt. De theologische verdeeldheid neemt hand over hand toe. De ruggengraat van de kerk wordt gebroken door kerkelijke twist.
Dat zei prof. dr. A. Baars, emeritus hoogleraar aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), zaterdag in Werkendam op de jaarlijkse ontmoetingsdag uitgaande van de Stichting Bewaar het Pand. Volgens de emeritus hoogleraar zucht de hele gereformeerde gezindte geestelijk, kerkelijk en theologisch onder wat er op 1 mei 2004 is gebeurd (het uiteengaan van de Protestantse Kerk in Nederland en de Hersteld Hervormde Kerk, red.). „Het wordt tijd dat we voor deze nood tot verootmoediging komen”, aldus prof. Baars.
De ontmoetingsdag, die jaarlijks om en om in Werkendam en Urk werd gehouden, is wegens teruglopende belangstelling in Werkendam enkele jaren alleen in Urk gehouden. Op verzoek van velen werd de dag dit keer weer eens in Werkendam gehouden. De dag werd door ongeveer 300 belangstellenden bezocht.
Op de ontmoetingsdag werden de vier evangeliebeschrijvingen belicht door respectievelijk ds. M. C. Tanis, emeritus predikant te Werkendam, prof. Baars, ds. A. van Heteren, predikant te Urk, en ds. M. A. Kempeneers, predikant te Katwijk aan Zee.
„Het gaat in de evangeliën niet om de schrijvers en hun prestaties”, zei ds. Tanis. Hij belichtte het evangelie van Mattheüs. Mattheüs was een jood. Voor de joden schreef hij zijn door God geïnspireerde evangelie. Maar dit evangelie is voor jood én heiden, stelde ds. Tanis. „Mattheüs had alleen maar oog voor geld. Maar Jezus riep hem uit het tolhuis.”
Het begin van het evangelie herinnert volgens hem aan het begin van Genesis. „Zoals God de schepping van de wereld gewild heeft, heeft Hij ook de geboorte van Jezus gewild. Mattheüs begint het geslachtsregister van Jezus Christus niet bij Abraham, maar bij David.” Aan het eind van zijn evangelie hebben we een levende Jezus. Hij is met ons, al de dagen, tot de voleinding der wereld, betoogde ds. Tanis.
Het evangelie van Johannes Markus is volgens prof. Baars het oudste evangelie. Het begint met de prediking van het vuur van de voorloper van Jezus Christus, stelde hij. Johannes doopte en predikte de doop der bekering tot vergeving der zonden. „Bereid de weg”, riep hij. Daarmee brandde hij alles weg wat in de weg stond. „Brengt dan vruchten voort”, zei Johannes.
Volgens de emeritus hoogleraar heeft Markus zijn evangelie opgetekend uit de mond van Petrus. In dit evangelie gaat Petrus door de knieën. Aan het eind van dit evangelie moet ook aan Petrus gezegd worden dat de Opgestane leeft. Petrus wordt erbij ingesloten. „Het vuur dat brandt, maakt ook ruimte voor Hem. Ook voor u? Kunt u zeggen dat Hij ook voor u stierf?”
Lukas was een Griekse heiden, door God staande gehouden. Hij was arts en reisgezel van Paulus. Dat zei ds. A. van Heteren. Het kenmerkende van het Lukasevangelie is volgens de predikant uit Urk dat het evangelie de hele wereld door gaat. „Het werk van God vond plaats onder joden en heidenen. Jezus was een Licht tot verlichting der heidenen.”
Alle volkeren zullen delen in het heil dat Christus verworven heeft, stelde ds. Van Heteren. In Zijn Naam moet gepredikt worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem, schrijft Lukas. „Bekering omvat alles”, aldus de predikant. „Het is een totale omkeer van lichaam en geest.” Bekering blijft volgens hem nodig, „zelfs als we geplaatst zijn op de leerschool van Christus.” Een tweede kenmerk van het evangelie naar de beschrijving van Lukas is volgens ds. Van Heteren dat Lukas de nadruk legt op de onschuld van Jezus. „Er werd in Hem geen schuld gevonden.”
Ds. Kempeneers belichtte als laatste spreker van de ontmoetingsdag het evangelie van Johannes. Johannes, de theoloog onder de evangelisten, legt er de nadruk op dat het leven alleen te verkrijgen is door het geloof in Christus.