Kerk & religie

Onderzoeker: Europese Unie nog altijd „christelijke club” van staten

BRUSSEL. Hoe gelovig zijn de leden van het Europees Parlement en in hoeverre speelt hun overtuiging een rol bij hoe zij politiek bedrijven? Prof. Francois Fioret uit Brussel deed onderzoek.

Redactie kerk
2 May 2014 12:11Gewijzigd op 15 November 2020 10:26
Europees Parlement in Straatsburg. Beeld EPA
Europees Parlement in Straatsburg. Beeld EPA

Fioret is hoogleraar religie en politicologie aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB).

De Europese Unie wordt vaak omschreven als een „christelijke club” van staten, maar betekent dit ook dat de volksvertegenwoordigers die daar de macht hebben christen zijn? Ook Fioret vindt dat Europa geen geseculariseerd continent kan worden genoemd. „Secularisatie is niet het verdwijnen van religie, maar eerder een mutatie, een gedaanteverandering. Religie is tegenwoordig minder dominant, maar tegelijk ook meer zichtbaar aanwezig.”

Hij ziet die signalen in alle landen. „Religie is terug op de Europese agenda”, aldus Fioret, tegenover Christian Today. Dat komt onder meer door de aanslagen van 11 september 2001 in de VS, maar ook door de rel rond de Mohammedcartoons in 2006.

Religie speelt ook een belangrijke rol in de vraag of Turkije tot de EU kan toetreden, en of een verwijzing naar God in de Europese grondwet kan. „Als het gaat over de toetreding van Turkije, is dan alleen de religieuze identiteit van het land het struikelblok? Gaat het om de islam of juist omdat het land nog niet voldoende geseculariseerd is?”

Fioret ondervroeg van de 766 leden van Europees Parlement 170 vertegenwoordigers. Het blijkt dat religie een conservatieve kracht is in het parlement, die zowel zorgt voor politieke als nationale tegenstellingen. „Religie is een bindende factor, niet een transformerende kracht. Het werkt mee aan de eenheid van politieke groepen.” Dit geldt vooral voor de christendemocratische Europese Volkspartij (EVP).

Het feit dat iemand christen is, betekent niet automatisch dat er eenheid in geloof is met parlementsleden uit andere landen. „Mensen zijn nog steeds meer verdeeld door hun nationaliteit dan verenigd door religie. Een Spaanse rooms-katholiek is heel anders rooms dan een Pool.”

De verschillen komen vooral aan het licht rond om nieuwe EU-wetgeving. Dan volgt er dikwijls een fel debat tussen de ”gelovigen en niet-gelovigen.” Voorbeelden daarvan zijn volgens Fioret de discussies over stamcelonderzoek in 2006 en 2013.

Op de vraag wat het geloof voor het dagelijks werk betekent, gaven de meeste respondenten aan dat religie een sociale werkelijkheid is die in de samenleving aanwezig is. In nieuwe wetten moet hiermee worden gerekend.

Een kleiner aantal EP-leden gaf aan dat religie voor hen „een bron van motivatie” is. Alle parlementsleden hebben te maken met religieuze lobbygroepen, van kerken en christelijke ngo’s.

Minder openhartig zijn ze in het onderzoek over hun persoonlijke geloof. Sommigen waren heel enthousiast om hun overtuigingen te kunnen delen. „Je kunt dat een ”soldaat van God”-mentaliteit noemen”, aldus Fioret. Opvallend is dat parlementsleden die zichzelf seculier of atheïst noemen, dezelfde retoriek gebruiken om hun ongeloof te verdedigen als de ”fanatiekelingen”. Beide groepen zien zich als minderheid van wie de fundamentele rechten worden bedreigd. Gelovigen en ongelovigen claimen allebei dat hun overtuiging tot het christelijke Europese erfgoed behoort.

Franse parlementsleden waren bijna zonder uitzondering niet bereid aan de enquête mee te doen. Dat kan komen door de strikte scheiding van kerk en staat (laïcité genoemd). Italiaanse afgevaardigden –veelal rooms-katholiek– waren het meest enthousiast over hun persoonlijke geloof.

www.releur.eu

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer