Lente in Nijkleaster Jorwerd
Tjiftjafs en merels zingen, paardenbloemen en madeliefjes bloeien rond de oude Sint-Radboudkerk in Jorwerd. De groene vlag met de witte letters ”Nijkleaster” wappert bij de deur, die uitnodigend openstaat. De lente is begonnen. Een teken van hoop?
Sinds de verschijning van het boek ”Hoe God verdween uit Jorwerd” van Geert Mak, in 1996, staat het Friese dorp in Nederland symbool voor het verdwijnen van God uit de samenleving. Nu is het echter de basis van de stichting Nijkleaster.
Woensdagmorgen. In de middeleeuwse kerk duiden twee forsythiatakken de lente aan, brandt er een kaars en ligt de Bijbel open. Een kleine vijftig mensen hebben zich verzameld voor het wekelijkse ochtendgebed. Ds. Hinne Wagenaar leest voor uit Mattheüs 21:1-13, over Jezus’ intocht in Jeruzalem. Verder is er stilte, leest de predikant een gebed van Franciscus („O Heer, maak mij een werktuig van uw vrede”) en zingt men samen („God fan fier en hein ús Heit, dat wy hilligje jo namme”).
Na het gebed is er koffie en een halfuur later gaan de deelnemers van deze ochtend op ”pelgrimage”. Ze maken een wandeling rond het dorp. Die bestaat uit een halfuur stilte, een halfuur bezinning en een halfuur „verbinding.” Tijdens de voettocht bestaat de bezinning deze keer uit twee vragen die te maken hebben met het gelezen Bijbelgedeelte: „Wat vind je zachtmoedig aan Jezus?” en: „Hoe zit het met je eigen zachtmoedigheid?”
Ds. Wagenaar: „De verbinding na de bezinning is een oefening in luisteren naar de ander. Het is niet de bedoeling om te praten over alledaagse dingen. We proberen stilte te creëren en hopen dat de mensen zich bezinnen. Eenvoud en gastvrijheid zijn daarbij de kernwoorden.” Na de wandeling wordt het meegebrachte brood ingezameld en neemt ieder uit de schaal, zoals eenmaal de monniken deden.
Anderhalf jaar na de oprichting gaat het zo goed dat de stichting Nijkleaster meer ruimte wil maken in de Sint-Radboudkerk. Ze wil in de voorkerk, de ruimte waar de mensen koffiedrinken, een tweede verdieping –”ferdjipping”– aanbrengen. De totale kosten bedragen 156.000 euro, waarvan inmiddels 100.000 euro binnen is. Er is een actie gestart om het resterende bedrag bijeen te krijgen.
Zendeling
Belangstellenden die 1000 euro investeren in de ferdjipping ontvangen een kunstwerk: een foto van de kerkenraadsbijbel uit 1912, gemaakt door Han Reeder. Ze krijgen dit tijdens een besloten bijeenkomst in de kerk, op 28 september, waaraan ook Geert Mak meewerkt. Hij houdt dan een lezing onder de titel ”Sinds God verdween uit Jorwerd”.
Er zijn nog meer plannen. „Als de kerk verbouwd is, wil de stichting een eigen pand openen zodat mensen hier kunnen overnachten en het een echt klooster wordt. We blijven de kerk gebruiken, waar het Woord van God al 1000 jaar klinkt”, zegt ds. Wagenaar, die zendeling in Kameroen geweest is en zich nu zendeling voelt onder zijn eigen volk. Hij besteedt een halve werkweek aan Nijkleaster en is de rest van zijn tijd werkzaam in zijn gemeente Westerwert.
Over het boek van Geert Mak zegt hij: „God is hier niet weggeweest. God is niet afhankelijk van kerkelijke structuren. Ook toen die structuren hier bijna verdwenen waren, was God er. Het Evangelie gaat verder.”
Ds. J. P. Boomsma, predikant van de protestantse gemeente Koudum, die deze morgen met enkele tientallen gemeenteleden in Jorwerd is, geeft aan dat vooral de eenvoud van het programma van Nijkleaster hem goed deed: „Nijkleaster is een teken van hoop.”
Stichting Nijkleaster Jorwerd
Nijkleaster is een pioniersplek van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De stichting Nijkleaster wil een nieuw klooster (nij kleaster) vormen in het Friese dorp Jorwerd.
De doelstelling is een plek te creëren waar mensen zich kunnen terugtrekken om zich in alle rust te bezinnen en op adem te komen. Tegelijk is het een plaats waar mensen elkaar ontmoeten in liturgie en gesprek, stilte en wandeling, plezier en recreatie.
Nijkleaster staat niet op zichzelf maar is verbonden met de protestantse gemeente Westerwert, waartoe Jorwerd behoort. De karakteristieke Sint-Radboudkerk –eigendom van de Stichting Oude Friese Kerken– is de uitvalsbasis.
Het project startte in 2012 en is zo succesvol dat men de voorkerk wil verbouwen om extra ruimte te creëren.