Duits conflict over vliegtuigen voorbij
Oppositiepartijen in Duitsland hebben dinsdag hun verzet tegen de koop van 73 militaire transportvliegtuigen opgegeven. De christen-democraten en liberalen hadden niets tegen de aankoop van de toestellen zelf (de Airbus A400M), maar tegen de wijze waarop de regering van de sociaal-democraat Schröder die heeft begroot.
Ze hadden de zaak aanhangig gemaakt bij het constitutionele hof. Daar is de zaak dinsdag in der minne geschikt. Minister van Defensie Rudolf Scharping kon daardoor aankondigen dat de koop zoals gepland doorgaat.
Scharping had met zeven collega’s van andere NAVO-landen een plan voor gezamenlijke aankoop van in totaal 196 vliegtuigen onder voorbehoud getekend. Alleen als de Bondsdag akkoord ging, kon Duitsland daadwerkelijk meedoen. Scharpings NAVO-collega’s wilden wel eens weten hoe het zat en eisten uitsluitsel voor het einde van de maand.
De Duitse regering had er volgens de boeken 5,1 miljard euro voor uitgetrokken, maar dat is ontoereikend. De oppositiepartijen eisten een deugdelijke boekhouding, waarin ook het resterende bedrag van 3,5 miljard euro zou zijn verantwoord. Het restant komt uiteindelijk in de begroting van 2003.
De juridische en boekhoudkundige strijd in Berlijn leidde tot zorgen bij andere Europese landen die betrokken zijn bij het gezamenlijk aankopen van militaire transporttoestellen. Er is een totaalbedrag mee gemoeid van 18 miljard euro.
De andere kopers die in december tekenden voor transportvliegtuigen van Airbus zijn België, Frankrijk, Groot-Brittannië, Luxemburg, Portugal, Spanje en Turkije. Italië leek aanvankelijk ook mee te doen, maar veranderde op het laatste moment van gedachten. Als Duitsland niet over de brug was gekomen, zouden de overigen hebben afgezien van de deal en afzonderlijk overwegend Amerikaanse transportvliegtuigen hebben besteld.