Meer innovatie nodig in veehouderij
De Nederlandse veehouderij verkeert in heel zwaar weer. Toch is er perspectief, maar dan zijn er wel een paar grote veranderingen nodig.
Traditiegetrouw geeft het Landbouw-Economisch Instituut (LEI) in december een terugblik op de bedrijfsresultaten in de land- en tuinbouw in het bijna afgelopen jaar. Het beeld dat LEI-directeur prof. dr. ir. L. C. Zachariasse dinsdag schetste van 2003 was niet onverdeeld positief. Kort samengevat bleek dat de veehouderij het moeilijk had, de tuinbouw wisselende resultaten liet zien en dat de akkerbouw juist opveerde.
Het meest in het oog springen de resultaten in de veehouderij. Volgens Zachariasse is de sector zelfs in „heel zwaar weer” terechtgekomen. De melkveehouderij kampt met een dalende melkprijs, de varkenshouderij zit op het dieptepunt van de varkenscyclus en de pluimveehouderij werd dit voorjaar zwaar getroffen door de vogelpest.
De LEI-directeur constateert dat de inkomens van veel veehouders onder druk staan. Vooral de varkenshouders doken in de rode cijfers. Ook de pluimveehouders in de vogelpestgebieden kampten met zware verliezen.
Wel benadrukt Zachariasse dat er grote verschillen tussen de resultaten van de bedrijven binnen een bepaalde sector zijn. „Bijvoorbeeld het verschil in kostprijs tussen de 25 procent beste en de 25 procent slechtste melkveebedrijven bedraagt 24 eurocent per liter melk. Dat is enorm. Als een bedrijf bijvoorbeeld jaarlijks 600.000 liter produceert, gaat het om een bedrag van 144.000 euro.”
Het aantal boerenbedrijven neemt jaarlijks af, maar als gevolg van de slechte resultaten lag de daling in 2003 boven het gemiddelde. Dit jaar was er een afname met 4,5 procent tot 85.510 bedrijven.
De sanering zal volgens Zachariasse doorzetten. „Je ziet dat de groep met de laagste inkomens door het ijs zakt en natte voeten krijgt. Als deze mensen verstandig zijn, gaan ze nadenken over stoppen, zodat ze hun eigen vermogen kunnen cashen. Zo’n besluit vereist ondernemerschap. Stoppen is namelijk moeilijk, maar het kan het verstandigste zijn.”
De beste oplossing voor de moeilijkheden is schaalvergroting, aldus de LEI-directeur. „Dat is eigenlijk de enige remedie om de kostprijs te verlagen en de inkomsten te vergroten. In de veehouderij zijn door vooral technologische verbeteringen nog flinke schaalvoordelen te halen. Het is absoluut geen failliete sector.”
Volgens de boerenorganisatie LTO Nederland kunnen alleen agrariërs die de kostprijs scherp beheersen redelijke bedrijfsresultaten behalen. „Maar met de kostprijsontwikkeling loopt Nederland uit de pas met omliggende landen. Om deze tendens te keren, zullen agrarische ondernemers ruimte moeten krijgen om te ondernemen”, zegt LTO-voorzitter G. Doornbos. Het gaat daarbij ook om fysieke ruimte, zodat bedrijven zich optimaal kunnen ontwikkelen qua omvang en locatie.
Volgens LTO Nederland moet zowel de beklemmende regelgeving als de hoge administratieve lastendruk worden teruggebracht. Dit versoepelt de schaalvergroting, die de komende jaren onverminderd door zal gaan. Ook biedt het volgens Doornbos boeren ruimte om met andere activiteiten als recreatie, zorgtaken en natuur- en landschapsbeheer extra inkomsten te genereren.
Ondanks de problemen in de Nederlandse veehouderij ziet Zachariasse toch kansen voor de sector. „Ik ben alleen erg somber voor de vleeskuikenhouderij. Door de grote concurrentie uit landen als Brazilië en Thailand wordt deze sector het sterkst bedreigd.”
In de veehouderij is een omslag nodig. Als voorbeeld hoe het moet wijst de LEI-directeur naar de glastuinbouw. „In die sector hebben ze steeds van een bedreiging een kans weten te maken. Toen bijvoorbeeld de chemische bestrijdingsmiddelen onder vuur kwamen liggen, werden er biologische middelen ontwikkeld. En toen in Duitsland de Hollandse tomaat werd afgeschilderd als een ”Wasserbombe” kwamen er smaakvollere tomaten op de markt. Nu kampt de glastuinbouw met hoge energiekosten, maar als het lukt om een kas te ontwikkelen die de warmte teruglevert, zou dat weer een staaltje van groot technisch vernuft zijn.”
In Nederland verschuift de nadruk in de agrarische sector langzaam maar zeker van dierlijke naar plantaardige producten. De tuinbouw is inmiddels de belangrijkste bedrijfstak. De sector heeft een brutoproductiewaarde van 8 miljard euro, tegen 7,5 miljard euro van de veehouderij.
Vrijdag presenteert minister Veerman van Landbouw de hoofdlijnen voor een toekomstvisie van de intensieve veehouderij. Volgens Zachariasse verdwijnt de sector niet uit Nederland, maar zijn er wel flinke aanpassingen nodig. „Je moet topondernemer zijn om tot de beste groep te behoren. Als je voldoet aan randvoorwaarden op het gebied van onder andere milieu en dierenwelzijn, kun je verder groeien. Een innovatieve houding biedt kansen.”