Binnenland

Vrijwilliger Slachtofferhulp word je niet zomaar

UTRECHT. Een vrouw die zich Foxy noemt, is voor de tweede keer in korte tijd overvallen en daarbij bedreigd met een pistool en een mes. Ze vraagt zich op internet vertwijfeld af of iemand haar kan helpen. Een vrouw als zij zou goed terechtkunnen bij Slachtofferhulp.

Dick Hofland
10 April 2014 15:06Gewijzigd op 15 November 2020 09:58
beeld ANP
beeld ANP

Jaarlijks doen steeds meer mensen een beroep op Slachtofferhulp. Vorig jaar klopten ruim 164.000 Nederlanders aan. Het ging vooral om slachtoffers van geweld, verkeersongevallen en vermogensmisdrijven.

De meerderheid van hen is tevreden of zeer tevreden over de hulp die ze bij Slachtofferhulp krijgen, bleek deze week uit een onderzoek van Regioplan in opdracht van staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie. Eén op de vier slachtoffers is wel minder te spreken over het inschatten van de schade of over de juridische ondersteuning. Dit zijn vaak slachtoffers in een zaak waarin geen verdachte is vervolgd of berecht.

Mensen bij wie de rechter een eis tot schadevergoeding niet of slechts gedeeltelijk toewees, zijn gemiddeld wat negatiever in hun beoordeling dan slachtoffers van wie de schade geheel werd vergoed.

De juridisch medewerkers van Slachtofferhulp helpen bijvoorbeeld bij het opstellen van de schriftelijke verklaringen, die tijdens een rechtszaak kunnen worden voorgelezen. Ook bieden ze soms hulp bij de schadeafhandeling.

Bij zware en complexe zaken zoals zeer ernstig geweld en zedenzaken zet Slachtofferhulp gespecialiseerde beroepskrachten in. Verder krijgen slachtoffers steun van 1300 vrijwilligers verspreid over het land. „Ze worden over het algemeen niet ingeschakeld bij zaken zoals zelfmoord en gezinsdrama’s”, zegt Sjanie Willemstein, hoofd algemene dienstverlening. „Voor nabestaanden is dat erg ingewikkeld, omdat er soms jaren van ellende aan vooraf gingen. Nabestaanden van moord en doodslag worden bijgestaan door de gespecialiseerde beroepskrachten.”

Vrijwilligers bieden in dit soort gevallen wel hulp aan getuigen en omstanders. Slachtofferhulp houdt hen liever buiten de publiciteit, maar een voormalige hulpverlener kan wel vertellen hoe hij iemand hielp nadat hij op straat was overvallen door twee jongens. „Die gebeurtenis zette zijn wereld op zijn kop. Hij durfde de eerste dagen niet naar buiten. We voerden gesprekken en ik hielp hem bij het papierwerk, dat hij te ingewikkeld vond. Na een paar weken zag ik duidelijk verbetering. Maar ik blijf contact met hem houden.”

Balans

Vrijwilliger bij Slachtofferhulp, oftewel onbetaald medewerker, word je niet zomaar. „Er melden zich heel veel mensen, maar er vallen er aardig wat af”, zegt Willemstein. „Je moet balans in je leven hebben gevonden, sterk in je schoenen staan en goede sociale vaardigheden bezitten. Zo moet het stellen van vragen over iemands privéleven geen hobbel zijn. De problemen en narigheid die je tegenkomt, mogen geen persoonlijke rugzak worden.”

Iemand die deze eigenschappen in huis heeft, krijgt nog een forse scholing. Slachtofferhulp heeft daarvoor een eigen academie met trainers, die veelal een maatschappelijke of juridische opleiding hebben. Vrijwilligers krijgen een mentor en gedurende vier à vijf weken eens per week een basistraining over de organisatie. Daarna volgt een zogeheten verdiepingstraining. Bij elkaar duurt die vier tot vijf maanden. Onder meer aan de hand van rollenspellen met echte acteurs en enkele weken praktijkervaring worden de vrijwilligers voorbereid op wat hen te wachten staat.

Willemstein: „Wij willen nagaan wat we voor een ander kunnen doen. Daarbij kom je geregeld ellende tegen. Mede daarom is niet iedereen geschikt voor dit werk. Onze vrijwilligers moeten als professional kunnen handelen, want het bieden van hulp aan slacht­offers is echt veel meer dan met een zakdoekje rondlopen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer