Kinderevangelist Van Dijk komt veel nood tegen op Aruba
ORANJESTAD. Kinderwerk is het mooiste werk in Gods Koninkrijk. Daar is Frits van Dijk van overtuigd. Maar de praktijk op Aruba blijkt soms weerbarstiger dan gedacht en verwacht.
Een grote, felblauwe hagedis haast zich over de stoep van het huis van de familie Van Dijk. Zoon Matthias kijkt er niet van op of om. Het hoort bij zijn leven hier op Aruba. Januari 2010 arriveerden Frits en Jantine van Dijk vanuit een winters Bodegraven op het Caraïbische eiland met een gemiddelde dagtemperatuur van 31 graden.
De Protestantse Kerk van Aruba in Piedra Plat, bij Oranjestad, had Frits benaderd om jeugdwerk te organiseren. „Ze kenden mij omdat ik tien jaar daarvoor hier stage had gelopen”, zegt de voormalige docent biologie.
De roep vanaf Aruba kwam precies op het goede moment voor het gezin Van Dijk. Frits: „Jantine en ik hadden al vanaf het begin van onze relatie het verlangen om dienstbaar te zijn in Gods Koninkrijk. We hebben gesprekken gehad met de Zending Gereformeerde Gemeenten in verband met een project in Ecuador. God heeft die deur gesloten. Toen hoorden we van een project van de stichting Kimon voor kinderevangelisatie in Peru. Ook dat bleek niet door te kunnen gaan. Maar precies op de dag dat we solliciteerden voor het project in Peru, viel er een brief met het verzoek van de Arubaanse kerk op de mat.” Najaar 2009 werd het echtpaar Van Dijk namens Kimon uitgezonden vanuit de gereformeerde gemeente van Bodegraven. Kimon evangeliseert wereldwijd onder kinderen en helpt hen via materiële steun.
Papiamento
Vanaf het begin van hun verblijf op het eiland heeft het gezin Van Dijk –nu drie kinderen– zich gericht op de Arubanen. Jantine: „We zijn direct begonnen met het leren van Papiamento. We hebben ons wat afzijdig gehouden van de vele Nederlanders op het eiland.”
Contact opbouwen met de bewoners van het eiland valt niet altijd mee, constateert ze terugblikkend. „Nederlanders worden vaak als arrogant gezien. Dat heeft met de geschiedenis te maken. Begrijpelijk.” Het gezin Van Dijk is „vrij eenzaam”, zegt Jantine.
Ook met het project van de Protestantse Kerk liep het anders dan gedacht. De verwachtingspatronen waren verschillend. Van Dijk wilde na een fase van opleiding van groepsleiders voor het kinder- en jeugdwerk taken overdragen. Een gedeelte van de kerkenraad keek daar anders tegen aan. Er ontstond wrijving en teleurstelling.
Frits en Jantine bezoeken sinds enige tijd ook een evangelische kerk op Aruba. In Nederland zijn zij overgestapt naar De Schaapskooi in Hardinxveld-Giessendam. Dit had mede te maken met de wijziging van hun doopstandpunt. Het echtpaar Van Dijk blijft onder de Kimonparaplu werkzaam.
Van Dijk is inmiddels –in overleg met Kimon– grotendeels overgestapt naar een nieuw project aan de andere kant van het eiland. Het gaat om Centro Juvenil Washington (CJW) in het dorp Noord. Het CJW gaat uit van evangelische christenen uit verschillende kerken.
Op het ruime, boomrijke terrein van het jeugdcentrum Washington staan verschillende gebouwen. Eén is er in gebruik als activiteitenruimte, twee zijn ingericht als slaapzalen. „Afgelopen zomer hebben we hier het eerste evangelisatiekamp georganiseerd voor 65 kinderen. Komende zomer willen we twee kampen houden en ik hoop ook iets voor tieners te kunnen opzetten.”
Frits is nu druk om het verwaarloosde terrein van enkele hectaren weer netjes te krijgen. De speeltuin is met hulp recent vernieuwd van Nederlandse marinemensen. „Ik zou graag nog een paar van die grote mammoetskelters willen hebben.”
Hoe het precies verder moet met het CJW is nog niet helemaal duidelijk. Frits: „We zitten in een fase van herstarten en visievorming. Wat allereerst nodig is, is dat we biddend de visie en plannen van God helder gaan krijgen voor CJW. Het is de bedoeling dat een team van vrijwilligers uit verschillende Arubaanse kerken het werk gaat ondersteunen.”
Van Dijk evangeliseert niet op straat. Wel is hij druk met een folderactie. Hij heeft 20.000 boekjes in het Papiaments met de titel ”Ga mee naar de Koning”, van de Nederlandse evangelisatiestichting IKEG.
De meeste Arubanen zijn gelovig, maar heel oppervlakkig, en weinig kerkelijk. „Ik hoop en bid dat de brochures niet alleen door kinderen worden gelezen, maar ook door de ouders. Arubanen zijn vaak wel lid van een kerk, meestal de Rooms-Katholieke Kerk, maar meestal hebben ze geen idee wat het evangelie werkelijk inhoudt.”
Onder tieners kom hij veel nood tegen. „Er zijn hier veel tienerzwangerschappen, veel gebroken gezinnen en er is veel drugsgebruik. Ik zou hier op het terrein graag een noodopvang voor vastgelopen jongeren realiseren.”
Zendingswerk op Aruba is niet eenvoudig, moet hij erkennen. „Makkelijk is het op geen enkel zendingsveld, maar volgens een zendingspsycholoog is de uitval onder zendelingen in het Caraïbisch gebied erg hoog. Maar we weten dat er veel gebed voor ons werk is.”
Frits’ „grootste verlangen” is „kinderen tot Jezus te leiden. Zoals Andreas zijn broer tot Jezus leidde. Maar ook dat kinderen en jongeren werkelijk voor God gaan leven. Ik kan hen niet tot geloof brengen, maar mag een instrument zijn in de hand van God. Er is vrucht op ons werk en we zien uit naar nog meer vrucht.”
Dit is het eerste deel van een tweeluik over Nederlandse christenen op Aruba.
Aruba
Aruba is een eiland in het Caraïbisch gebied, gelegen voor de kust van Venezuela. Het is ongeveer even groot als Texel en er wonen circa 110.000 mensen op het welvarende eiland. Staatkundig is het een apart land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. De officiële talen zijn Nederlands en Papiamento. Aruba is sterk gericht op de Verenigde Staten.