„En de waarheid des Heeren is in der eeuwigheid.”

We willen graag handelen over het lezen van de Heilige Schrift. Men moet in de Heilige Schrift de waarheid zoeken en geen welsprekendheid. De boeken van de Heilige Schrift moeten gelezen worden met dezelfde geest waarin zij geschreven zijn. Wij moeten in de Heilige Schrift eerder het nut zoeken dan de verhevenheid van taal. Wij moeten even gaarne godvruchtige en eenvoudige boeken lezen als verheven en diepzinnige geschriften. Laat u niets gelegen zijn aan de vermaardheid van de schrijver. Bekommer u niet of hij weinig of veel letterkennis heeft. Maar bekommer u er wel om of de liefde tot de zuivere waarheid u tot het lezen opwekt. Onderzoek niet wie dit gezegd heeft, maar let erop wat er gezegd wordt. De mensen gaan voorbij, maar de waarheid Gods blijft in eeuwigheid.

God spreekt tot ons op verschillende wijzen zonder aanzien des persoons. Onze nieuwsgierigheid belemmert ons dikwijls bij het lezen van de Heilige Schrift, wanneer wij willen verstaan en doorgronden, waar wij eenvoudig moesten voortgaan. Wilt u vrucht trekken uit de lezing, lees met ootmoed, eenvoud en goede trouw; en wil nooit de roem of de naam van een geleerde hebben. Ondervraag gaarne, en luister in stilte naar de woorden van de heiligen; toon geen mishagen in de spreuken van de ouderen; want zij worden niet zonder reden aangehaald.

Thomas a Kempis,

kanunnik te Zwolle

(”De navolging van Christus”, 1471)