Driekwart Japanners tegen het zenden van troepen naar Irak
Het merendeel van de Japanse bevolking is fel tegen de plannen van de Japanse regering om troepen naar Irak te sturen. De Japanse premier Koizumi besloot dinsdag dat Japan voor het eerst sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog troepen zal sturen naar een land waar in feite nog een oorlog woedt. Omdat de Japanse grondwet dit niet toestaat, heeft Japan een speciale tijdelijke wet opgesteld om de soldaten door de mazen van het net te laten glippen.
„In plaats van troepen te sturen, moet Japan proberen de bezettingstroepen Irak uit te krijgen”, zegt Ken Takeda, woordvoerder van een groep die dinsdag in Tokio demonstreerde tegen het besluit van de Japanse premier. Takeda is ervan overtuigd dat het zenden van troepen het leed van de Irakezen alleen zal verergeren. „Japan moet niet-militaire hulp van de internationale gemeenschap en ngo’s steunen”, aldus de activist.
Hoewel er met Takeda slechts zo’n honderd demonstranten in het winterse Tokio kwamen opdagen om hun stem te laten horen, is hij geen uitzondering. Opiniepeilingen van de Japanse media tonen dat 70 tot 80 procent van de Japanse bevolking tegen het zenden van de zogenaamde zelfverdedigingstroepen (SDF) is.
Ook familieleden van SDF-soldaten zijn het volgens een bericht van het grote dagblad Asahi oneens met Koizumi’s besluit. „Ik ben absoluut tegen het zenden van troepen”, vertelde de vrouw van een SDF-lid in het noordelijk gelegen stadje Komaki tegenover een Asahi-verslaggever. Haar echtgenoot heeft deelgenomen aan verschillende andere vredesacties in het buitenland. „Hoe kunnen ze mijn echtgenoot naar een gevechtsgebied sturen? Sommige familieleden zeggen: „Het hoort bij de baan en er kan niets aan gedaan worden”, maar ik ben er zeker van dat ze niet hun echte gevoelens uiten.”
Het is een uitzonderlijke uitspraak van de echtgenote van een SDF’er. De Japanse militairen en hun gezinnen hebben strenge orders gekregen niet te praten over het besluit. Voor familieleden ligt het extra moeilijk, omdat het besluit kort volgt op de begrafenis van twee Japanse diplomaten die eind vorige maand in Irak zijn vermoord. Het was een dramatische getuigenis dat Irak ook voor het vredelievende Japan geen veilige plek is.
Niet enkel familieleden van SDF-leden maken zich zorgen. De vrijwilligersorganisatie Japan International Volunteer Center (JVC) heeft gewaarschuwd dat het zenden van Japanse troepen de veiligheid van in Irak werkende vrijwilligers bedreigt. „Een dergelijke actie vergroot de kansen dat alle Japanners doelwit worden van gewapende anti-Amerikaanse organisaties”, aldus directeur Kumaoka. De organisatie, die medische hulp verleent en scholen bouwt in Irak, is een van vele tientallen vrijwilligersorganisaties met personeel in Irak die de afgelopen dagen het zenden van troepen hebben afgeraden. „Het brengt onherroepelijk schade toe aan de activiteiten van ngo’s en vrijwilligers”, zegt Kumaoka.
De Liberaal-Democratische Partij van premier Koizumi staat vrijwel alleen in haar besluit tot het zenden van troepen. Alle Japanse oppositiepartijen zijn tegen. De grootste oppositiepartij, Minshuto, heeft haar „twijfels” uitgesproken „over de wettigheid van het bestuur geleid door de Amerikanen en de Britten.” Volgens Minshuto moeten de Verenigde Naties de leiding overnemen. Minshuto dringt erop aan dat de VN een nieuwe resolutie aannemen om een raamwerk te scheppen waarin ook Frankrijk, Duitsland en andere landen die geen troepen hebben gezonden, kunnen deelnemen.
Het Japanse ministerie van Buitenlandse Zaken is echter van mening dat het in het huidige Irak „niet realistisch” is een bestuur op te zetten onder leiding van de VN. Yukio Okamoto, een topadviseur van premier Koizumi op buitenlands terrein, stelt dat het terugtrekken van Amerikaanse troepen een ramp zou zijn. „Irak zou een mislukte staat worden en de terroristen zouden kunnen doen wat ze willen. Het terrorisme zou over de gehele wereld worden geëxporteerd.” De Japanse overheid ziet het Amerikaans-Britse bestuur als de enige optie om recht en orde in Irak te herstellen.
Terwijl het debat in Japan duidelijk niet beëindigd is, hebben de zelfverdedigingstroepen zich al geruime tijd voorbereid op de missie in Irak. Wapens zijn aangepast aan het klimaat, vliegtuigen zijn lichtblauw geschilderd om niet op te vallen aan de heldere hemel van Irak en soldaten ondergaan woestijntraining. Volgens de plannen van Koizumi zullen er zo’n 1000 militairen voor zes tot twaalf maanden naar Irak gezonden worden. Ze zijn bewapend met draagbare antitankraketten en automatische wapens. Koizumi beklemtoonde tijdens een landelijk uitgezonden persconferentie dat zij niet naar Irak gaan om oorlog te voeren. „De troepen worden uitgezonden om humanitaire hulp te verlenen en mee te werken aan de wederopbouw van Irak. Zij zullen niet deelnemen aan gevechtshandelingen.”
Later stelden woordvoerders van de Japanse regering dat de soldaten wel mogen terugschieten als ze aangevallen worden. Het is nog niet bekend wanneer de troepen vertrekken.