Mestgas is levensgevaarlijk: één teug kan al dodelijk zijn
Mestgassen zijn levensgevaarlijk. Bij hoge concentraties kun je al door één ademteug bewusteloos raken. Als er niet snel hulp komt, overleef je dat niet. De Onderzoeksraad voor Veiligheid wil dat de agrarische sector lessen trekt uit de tientallen ongevallen van de afgelopen decennia. Maar ook de overheid heeft boter op het hoofd.
Het waren onthutsende cijfers, die de onderzoeksraad gisteren naar buiten bracht. Tussen 1980 en 2013 zijn in Nederland zeker 35 ernstige ‘mestongelukken’ gebeurd. Daarbij vielen 57 slachtoffers, van wie 28 doden. Bij bijna de helft van de ongelukken vielen (extra) slachtoffers doordat ze zonder bescherming iemand wilden redden die in nood was gekomen.
Aanleiding voor het onderzoek was het drama in het Friese Makkinga, vorig jaar juni. Toen kwamen drie mensen op een boerderij om het leven bij werkzaamheden in een afgesloten mestsilo.
Mestongevallen gebeuren vooral in gesloten ruimten zoals een silo of tank en in stallen tijdens het mengen van de mest in de ondergelegen kelder, concludeert de raad in zijn rapport. „Het merendeel van de ongelukken ontstaat doordat er onvoldoende veiligheidsmaatregelen worden getroffen, zoals het gebruik van geschikte beademingsapparatuur, het regelmatig mixen van de mest en het zorgen voor voldoende ventilatie.”
Het achterwege laten van veiligheidsmaatregelen komt volgens de onderzoeksraad vooral door het ontbreken van kennis en daardoor onderschatting van de gevaren. „Een belangrijke oorzaak van het tekort aan kennis en het besef van risico is dat de gevaren van mestgassen niet worden behandeld in agrarische opleidingen.”
Verder constateert de raad dat de kans op ongelukken de afgelopen decennia groter is geworden door de schaalvergroting in de agrarische sector én door de strengere milieuwetgeving. Op een gemiddelde boerderij wordt meer mest geproduceerd dan vroeger. Die mest moet langere tijd worden opgeslagen in kelders of in verplicht afgedekte silo’s.
Dat de risico’s groter zijn geworden heeft volgens de onderzoekers te weinig aandacht gekregen. Dat geldt niet alleen voor de sector zelf maar ook voor de overheid. De Inspectie SZW –de voormalige Arbeidsinspectie– treedt in de agrarische sector bijvoorbeeld alleen op bij ernstige ongevallen en al helemaal niet als er alleen zelfstandigen bij een ongeluk betrokken zijn, iets wat in de landbouw relatief vaak voorkomt.
De onderzoeksraad wil dat boerenorganisatie LTO het voortouw neemt bij de oprichting van een platform dat kennis over de gevaren van mestgassen verzamelt en werkers met mest gaat voorlichten. LTO heeft gisteren laten weten hier snel mee aan de slag te gaan.
Ook het agrarisch onderwijs moet structureel aandacht geven aan veilig werken met mest, vindt de raad. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid krijgt het advies om veiligheidsvoorschriften op te stellen voor het werken in kelders en mestsilo’s. Het ministerie laat weten te gaan praten met de betrokken partijen.
Volgens LTO zijn veehouders en loonwerkers zich wel bewust van de risico’s van mestgassen. „Toch wordt nog vaak gedacht dat het zo’n vaart niet zal lopen en worden gevaren onderschat.”
„Iedereen weet dat het gevaarlijk is”
Freerk Pietersma is vertegenwoordiger bij mesthandelaar Jan Bakker in Oldebroek. Het bedrijf heeft vijftien tankauto’s op de weg en beschikt ook over silo’s voor tijdelijke opslag. Ongelukken met mestgassen hebben zich nooit voorgedaan. „Wij hebben een strikt beleid”, verklaart Pietersma. „Het is absoluut verboden om door het mangat de tank in te gaan, ook niet bij storingen. Onze chauffeurs mogen sowieso niet aan hun vrachtwagens sleutelen.” Volgens hem zijn de risico’s het grootst op het boerenerf. Een van zijn klanten maakte een ernstig ongeluk mee. „Een vader en een schoonzoon overleden tijdens het mixen. Ze lagen naast elkaar in de stal.” Dat mensen elkaar willen helpen als iemand in nood is, is volgens Pietersma een natuurlijke reactie. „Dan wordt je emotie de baas en kun je een verkeerde beslissing nemen. Iedereen weet dat het werken met mest gevaarlijk kan zijn en toch gebeuren er ongelukken. Het is goed om elkaar scherp te houden, zoals de onderzoeksraad wil. Ongelukken helemaal voorkomen zal niet lukken, verminderen hopelijk wel.”