Economie

Investeerders azen op Amerikaanse landbouwgrond

WASHINGTON. Amerikaanse boeren die stoppen met hun bedrijf, zullen in de komende twintig jaar naar schatting 162 miljoen hectare landbouwgrond verkopen. Veel wijst erop dat investeerders azen op deze grond.

Carey Biron (IPS)
24 February 2014 13:53Gewijzigd op 15 November 2020 09:00
Een Amerikaanse boer dorst tarwe. Steeds meer landbouwgrond in de VS komt in handen van investeerders van buiten de landbouw. beeld EPA
Een Amerikaanse boer dorst tarwe. Steeds meer landbouwgrond in de VS komt in handen van investeerders van buiten de landbouw. beeld EPA

De ontwikkelingen in de Verenigde Staten passen in het wereldwijde plaatje van investeerders die op zoek zijn naar landbouwgrond. De prijzen van landbouwgrond zijn in de afgelopen jaren in de VS dan ook aanzienlijk gestegen. In combinatie met een relatief zwak overheidsbeleid vormen de grondprijzen voor jonge boeren een grote hindernis om een bedrijf voort te zetten of een kleinschalig bedrijf te beginnen.

Op de lange termijn, waarschuwen critici, kan deze dynamiek negatieve gevolgen hebben. „Als niet-boeren eigenaar worden van boerderijen, besteden ze het beheer vaak uit aan managementkantoren. Dat heeft tot gevolg dat de arbeidsomstandigheden en het grondgebruik verslechteren”, zegt Anuradha Mittal, directeur van het Oakland Institute, een onafhankelijke waakhond.

„Deze investeerders geven voorrang aan landgebruik dat het meest oplevert. Dat betekent dat het niet per se meer over voedsel gaat, maar eerder over hoe je snel winst kunt maken. Dat heeft niets meer te maken met de centrale rol die landgebruik speelt als het gaat over klimaatverandering, voedselzekerheid en de stabiliteit van de economie.”

In een vorige week gepubliceerd rapport signaleert het Oakland Institute groeiende belangstelling van enkele grote spelers uit de financiële wereld. Het zou gaan om dochterondernemingen van banken (zoals het Zwitserse UBS Agrivest), pensioenfondsen (bijvoorbeeld het Amerikaanse TIAA-CREF) en andere partijen, zoals HAIG, een dochter van de grootste verzekeringsgroep van Canada.

„Het enthousiasme voor landbouw grenst aan een speculatieve manie. Aangejaagd door stijgende voedselprijzen en de vraag naar biobrandstoffen, stort de financiële sector zich nu op landbouwgrond”, staat in het rapport. De VS doen wat dat betreft niet onder voor de Filipijnen of Mozambique, zeggen de auteurs.

Momenteel is nog maar weinig Amerikaanse landbouwgrond in handen van private investeerders. In 2011 hadden grote investeerders naar schatting 1 procent van de Amerikaanse landbouwgrond in bezit, met een waarde van 3 tot 5 miljard dollar. Vorig jaar werd in een andere analyse de waarde echter op 10 miljard dollar geschat. Dat suggereert dat het aandeel van deze investeerders snel groeit.

„Het aantal boerenbedrijven neemt al lange tijd af, maar het gaat nu steeds sneller”, zegt Mittal. „Het wordt tijd dat de politiek hier beleid op maakt, voordat het te laat is.”

Nadat de voedselprijzen in 2008 plotseling sterk stegen, nam de wereldwijde speculatie met grond met ongeveer 200 procent toe. Omdat de internationale economische crisis praktisch samenviel met de stijgende voedselprijzen, werd landbouwgrond door investeerders gezien als een relatief veilig beleggingsalternatief.

In de VS zien investeerders potentiële kansen op het gebied van inkomsten uit onderzoek naar delfstoffen, waterrechten en vleesconsumptie. Amerikaanse landbouwgrond is wereldwijd ook in trek vanwege de combinatie van hoogwaardige landbouwtechnieken en lakse regulering op het gebied van genetisch veranderde gewassen.

Als gevolg van de hernieuwde belangstelling voor landbouwgrond zijn de prijzen hiervan in de afgelopen tien jaar met ongeveer 213 procent gestegen. Uit statistieken blijkt verder dat het aantal nieuwe, jonge boeren laag is. Deze week worden nieuwe cijfers gepubliceerd, maar de meest recente statistieken laten zien dat slechts 6 procent van de boeren jonger dan 35 jaar is. Ongeveer 70 procent van de Amerikaanse landbouwgrond is van boeren ouder dan 65. „Die oudere boeren moeten hun bedrijf verkopen om te kunnen leven, want ze hebben geen recht op pensioen. En de jonge generatie heeft onvoldoende kapitaal om bedrijven over te nemen”, zegt Severine von Tscharner Fleming, medeoprichter van de Agrarian Trust, een groep die nieuwe boeren helpt een bedrijf op te zetten. „Veel oudere boeren denken na over de vraag wat ze met hun land gaan doen. We hebben geen jaren de tijd meer om hen bij dat besluit te helpen. Wat dat betreft is het een dringende kwestie.”

Het Amerikaanse landbouwbeleid werkt momenteel niet in het belang van het land, zegt Fleming. Wel signaleert ze bij jongeren een hernieuwde belangstelling voor het beroep van boer. „In de afgelopen zeven jaar was er veel belangstelling voor landbouwopleidingen. Dat hangt direct samen met de bankencrisis en de milieucrisis”, zegt ze. „Jongeren willen wel, maar de Amerikaanse economie is zo gestructureerd dat het praktisch onmogelijk is om een boerenbedrijf te beginnen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer