In grote letters worden voorbijgangers uitgenodigd om ’s zondags de dienst te komen bezoeken. „Welkom, zondag 10 uur” staat er op een bord buiten het grijze stalen gebouw. Drie vlaggen met daarop ”Baptisten Gemeente Sneek” en het logo van de gemeente erbij maken meer duidelijk. Een groot kruis, in dezelfde kleur als het gebouw, doet de rest.

Ds. H. Tieleman is voor een kwart aangesteld als voorganger. Daarnaast geeft hij godsdienst op een christelijke middelbare school in Sneek. Er waren voor de gemeente drie belangrijke redenen om te verhuizen naar het industrieterrein, vertelt hij. Het vorige pand aan de Willem Lodewijkstraat lag in een woonwijk, waarvan de bewoners op zondag veel parkeeroverlast ervoeren. „Dan kom je ongewild vooral bekend te staan als ”Die kerk met al die auto’s”; dat wil je niet”, legt ds. Tieleman uit.

Een andere reden voor de verhuizing was de groei van de gemeente, die op dit moment 281 leden en 150 ”vrienden” telt. Ds. Tieleman: „Een vriend is iemand die meeleeft, maar nog enige aarzeling heeft bij de doop door onderdompeling, bijvoorbeeld omdat men ooit als kind is gedoopt.”

De derde reden was de staat waarin het oude gebouw verkeerde. „Er moest grondig onderhoud aan gepleegd worden, voor ten minste vier ton. En dan zit je nog met een oud gebouw. Nu hebben we voor 900.000 euro een nieuw pand, met extra zalen en goede parkeergelegenheid. In de kerkzaal is ruimte voor 540 kerkgangers. We hebben een bibliotheek en we zitten in een nieuwe buurt, waardoor we onze missionaire activiteiten ook verder kunnen ontwikkelen. Voor de ruim honderd kinderen is er plaats genoeg om samen te komen tijdens nevendiensten en in clubverband.”

Over het algemeen hebben baptisten niet zo veel gevoel voor symboliek in hun kerken, aldus ds. Tieleman. „Het gaat niet om het gebouw, maar om de gemeente die er samenkomt. Toch zagen we bij de verhuizing sentimenten boven komen die we niet voor mogelijk hielden. Zo merkte een aantal leden het ontbreken van de liturgische kaarsenstandaard en de avondmaalstafel op. En ook de Bijbel die we van de baptistengemeente in Heeg hadden gekregen bij ons 50-jarig bestaan, in 1930, hoorde weer een plek te krijgen. Zulke sentimenten zijn beslist niet verkeerd, vind ik. Het gaat weliswaar niet om het gebouw, maar toch is deze ruimte wel een werkplaats van de Heilige Geest. Op die manier is er ook tegen aangekeken door de ruim honderd vrijwilligers die meewerkten aan de verbouwing. Je bent bezig om een ruimte te creëren waar mensen Gods Woord gaan horen en beleven. Dat schept een band.”

Het enige kunstvoorwerp in de blauw-witte kerkzaal is een glazen wandstuk met daarop een duif en waterstromen afgebeeld. Lachend: „Ik hoef niet uit te leggen wat dit betekent, neem ik aan.”

Als hij de gemeente binnen de kring van baptistengemeenten zou moeten omschrijven, dan is deze volgens de voorganger „toch wel progressief. Dat is onder meer te zien aan de muziekgroep die professioneel bezig is en wekelijks optreedt tijdens de dienst. Een muziekdocent op een mbo leidt deze club.”

Onder het podium met daarop de muziekinstrumenten bevindt zich de doopvont. Het bassin van ruim 1 meter diep komt tevoorschijn als je een luik in het podium naar beneden klapt. „Vervolgens hangen we er een kunststof zak in die we laten volstromen met water. Met een dompelpomp laten we hem na een doopdienst weer leeglopen.”

„Gemeente baptisten Sneek groeit”

De baptistengemeente in Sneek is de oudste baptistengemeente in het land. Ze ontstond in 1880, vertelt ds. Tieleman, parttimevoorganger in de gemeente. Wekelijks komen er zo’n 350 tot 400 kerkgangers naar de dienst. Aan het kringwerk nemen ongeveer 150 mensen deel.

De predikant houdt er rekening mee dat de gemeente verder groeit. „We hopen en bidden genoeg aantrekkingskracht te hebben om de kerkzaal, met ruimte voor meer dan 500 kerkgangers, te vullen.” Over het algemeen geldt binnen baptistenkringen de regel dat een gemeente zich opsplitst als ze groter is dan 500 leden. „Daarvoor zouden we te zijner tijd een goede oplossing moeten vinden. We zijn een streekgemeente, en je zou eraan kunnen denken om de nieuwe gemeente aan een bepaalde regio toe te wijzen.”