Leliekwekers in zwaar weer
De leliekwekers in de Kop van Noord-Holland verkeren in zwaar weer. Ze verkopen de bollen ver onder de kostprijs, waardoor faillissementen onontkoombaar zijn.
Dat heeft voorzitter W. Vink van de Westelijke Land- en Tuinbouworganisatie (WLTO), afdeling Zijpe, zaterdag gezegd. De problemen gelden volgens hem voor alle leliekwekers in Nederland.
De voorzitter zei dat 1000 stuks nu ongeveer 10 tot 60 euro opleveren. „Terwijl de kostprijs rond 50 tot 70 euro zit.” Vink schat dat in de Kop van Noord-Holland ongeveer 150 tot 200 leliekwekers wonen. In heel Nederland zijn dat er volgens hem circa 500.
Volgens Vink verloopt de handel in de sector behoorlijk moeizaam door overproductie van de kwekerijen en een afname van de export. „De omzetdaling in deze markt komt neer op ongeveer 30 tot 50 procent, verwacht ik. De oogst is op dit moment erg goed en daarbij zijn te veel bollen de grond ingegaan waar geen koper voor is”, zei hij.
Steeds meer leliebollen worden volgens Vink in landen op het zuidelijk halfrond, zoals Chili en Nieuw-Zeeland, geproduceerd en afgezet. Alleen al in de Kop van Noord-Holland is daardoor een overproductie van tientallen miljoenen bollen ontstaan, aldus de voorzitter.
Hij denkt dat de kwekers die overblijven minder moeten gaan produceren. „Een goed contact met de afnemer onderhouden is ook belangrijk. Er moet goed worden gekeken waar nog vraag naar is. Dat is de kortste weg naar herstel”, zei Vink.