Samenvatting toespraken bij emeritering prof. dr. T. M. Hofman
Prof. dr. T. M. Hofman werd dinsdag in Apeldoorn toegesproken tijdens de vergadering van de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). Deze verleende hem op die dag vervroegd emeritaat, wegens ziekte. Onderstaand volgen samenvattingen van de toespraken die gehouden werden tijdens de synodevergadering.
Samenvatting toespraak preses ds. Quant
Ds. Quant memoreert hoe prof. Hofman predikant werd in Ouderkerk aan de Amstel op 5 juli 1983 en in Rijnsburg op 24 januari 1992. De generale synode van Zierikzee benoemde hem in 1995 tot universitair hoofddocent aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, een functie die hij in 1996 op zich nam. In september 1997 volgde de benoeming tot hoogleraar. „De Heere gaf rust vanuit Efeze 3. Luisteren naar Gods openbaring mag en moet zijn een verstaan samen met alle heiligen. U sprak de wens uit om zelf verder te gaan in het spoor van een eeuw exegese in Apeldoorn: ”christelijk en gereformeerd”.”
Prof. Hofman bewees volgens de preses de kerken een grote dienst met het onderwijs dat hij gaf vanuit het Nieuwe Testament. „De kerken merken het resultaat van de studie in de Schriften in de preken van de predikanten die door ”Apeldoorn” beroepbaar worden gesteld. U kweet zich van meet af aan met grote ijver van uw taak. De studenten kreeg u snel om u heen, en als het gaat om het doorgeven van de onderdelen van uw vakkenpakket schuwde u een nieuwe aanpak niet.”
De emeritering van prof. Hofman komt sneller dan verwacht, aldus ds. Quant. „Dat is geen reden tot vreugde, maar wij bidden dat het voor u samen wel een reden tot vrede zal mogen zijn. U bent er in de afgelopen maanden naar toe gegroeid. Wij danken van harte u voor alle arbeid die u binnen de TUA en daarbuiten hebt volbracht. Het zal goed zijn om de komende maanden al het gebeurde lichamelijk en geestelijk te verwerken. Dat moge een gunstige uitwerking hebben. En dan hopen en bidden wij ook dat het met u zal gaan zoals met meer predikanten die vroegtijdig geëmeriteerd moesten worden: staande in de ruimte die ontstaat en in de gelegenheid om meer zelf uit te mogen kiezen wat je al of niet ter hand neemt, blijkt dat er toch mogelijkheden zijn om van dienst te zijn én tot zegen te zijn.”
Samenvatting toespraak ds. P. D. J. Buijs, voorzitter van het curatorium van de TUA
Ds. Buijs: „Toen u werd geroepen aan de TUA was u geen predikant meer van een gemeente, maar van alle gemeenten. U diende vanuit Apeldoorn het hele kerkverband. Ds. Quant memoreerde al de verrassing van uw benoeming in 1995. Toenmalig synodepreses ds. M. C. Tanis las over de zalving van David. Deze kwam heel ongedacht in beeld. Samuel meende een van diens broers te moeten zalven. De preses wist niet wat er ging gebeuren, maar deze Schriftlezing heeft bijzonder gesproken.”
Volgens ds. Buijs ging de nieuw benoemde docent op „voortvarende wijze te werk. U moest onderwijs gaan geven en uw promotie voorbereiden, terwijl uw gezondheid toen al zorgen baarde. Daarom roemen we de Heere in wat Hij in u heeft gegeven. Wat dat betreft heeft de Heere het voor u waargemaakt: Mijn genade is u genoeg, Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.”
Ds. Buijs memoreerde de zakelijke inslag van prof. Hofman tijdens de vergaderingen van het curatorium, „zonder dat dat in mindering kwam op het geestelijke aspect. U was er op uit dat toekomstige dienaren van het Woord op een betrouwbare wijze de boodschap van het Nieuwe Testament zouden doorgeven. Dat kwam in uw inaugurele rede al naar voren, waarin u sprak over ”Niet opgeven, maar doorgeven”. Dat is niet alleen een zaak van intellect, maar ook van het hart. Een existentiële, zo u wilt bevindelijke houding. We wensen u Gods zegen toe, om te leven uit de kracht van Jezus opstanding, om zo te mogen leven naar Zijn toekomst, om Hem dan volmaakt te mogen dienen.”
Samenvatting toespraak prof. dr. H. G. L. Peels, rector van de TUA
TUA-rector prof. dr. H. G. L. Peels karakteriseerde prof. Hofman als een theoloog met een duidelijke kerkhistorische interesse. „Je ogen gaan twinkelen bij oude pamfletten en de relatie kerk en staat. Als een van de weinige theologen heb je daarnaast financieel-economische interesse. Met je betrokkenheid bij het onderwerp rijkdom en armoede kwam je in de ranglijst ”Goot 500” terecht. Broeder Teus, je bent voorwaar een unieke persoon.”
Volgens prof. Peels ervoer prof. Hofman zijn benoeming aan de TUA als „ een roeping van de Heere. Je betrad als hoogleraar Nieuwe Testament een belangrijke discipline, met meer vragen dan wij mensen kunnen beantwoorden. Je hebt je werk op existentieel-betrokken wijze gedaan. Nooit steriel afstandelijk theologiserend, maar vragend wat de Bijbelse woorden betekenen voor het geloofs-, kerkelijk- en dagelijks leven.”
De rector kenschetste prof. Hofman aan de hand van drie kernwoorden: bescheidenheid, enthousiasme en vriendelijkheid.
Bescheidenheid: „Hoe vaak gaf je niet een college als titel mee: ”Enkele lijnen” of ”Een paar gedachten”. Geen hoge gedachten, maar geconcentreerd rond vragen als: wat betekent de Bijbel, hoe luister ik er naar en hoe vertaal ik dat naar het hier en nu.”
Enthousiasme: „Je bent niet iemand die stil staat op de katheder. Als je in de stof zit, komt het er uit. In de vreugde van het willen doorgeven wat je vindt. Afstandelijk bespiegelen kun en wil je niet. Je ging de studenten enthousiasmerend en stimulerend voor.”
Vriendelijkheid: „De apostel Paulus stelt: uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De ‘koffievlag’, waarmee je mensen verwelkomt thuis, geniet bekendheid. Je bent altijd bereid te praten met studenten, te luisteren, met open oog en oor voor onze studenten. Geestelijk, maar tot in het materiële.”
Samenvatting toespraak prof. dr. T. M. Hofman
Prof. Hofman bedankt de synode voor de „welhaast supersnelle” maar „niet minder zorgvuldige wijze waarop de besluitvorming tot stand is gekomen.”
Samen met zijn vrouw is prof. Hofman de Heere dankbaar „voor Zijn sparende trouw, ondanks vragen die een emeritaat om gezondheidsredenen met zich meebrengt.” Centraal voor hem staat 1 Korinthe 4:7: „ En wat hebt gij, dat gij niet hebt ontvangen?” Prof. Hofman: „Zo hebben we mooie dingen ontvangen. Het werken onder studenten heeft me gestimuleerd. Het was boeiend en vermoeiend. Het stemt ons tot verwondering dat de Heere steeds weer jonge mensen roept tot Zijn dienst. Op de dagen van het admissie-examen proefde je dat de trouw van de Heere doorgaat.”
In reactie op degenen die hem karakteriseren als „vriendelijk” stelde prof. Hofman er „vasthoudendheid” tegenover. „Toch hoop ik dat u proefde dat dat voortkwam uit een betrokkenheid op wat goed was voor de kerken en uit roepingsbesef.”
„Wat is er blijvend aan 17 jaren bezig zijn met het Nieuwe Testament in Apeldoorn?”, vroeg prof. Hofman. Hij noemde twee dingen: de rijkdom en reikwijdte van Gods Heilsplan. „Het Nieuwe Testament is doortrokken van de rijkdom van Gods verlossend handelen in Zijn Zoon. Een rijke Christus voor een arme zondaar. Lukas mag dat schitterend verwoorden. Dat raakt Gods hart, het hart van het Evangelie, maar ik hoop ook ons aller hart.
Als je het Nieuwe Testament mag lezen kom je onder de indruk van de reikwijdte van de belofte. God laat Zijn schepping niet los. Wat een onbegrijpelijke trouw. Als je dat meer mag ontdekken, maakt dat klein. Dan zie je dat die twee polen, rijkdom en reikwijdte, bijeen horen. Heilsorde en heilsgeschiedenis kun je niet lostrekken, je hebt ze samen nodig om iets te zien van de breedte, en lengte, en diepte, en hoogte van Christus. God laat niet varen de werken van Zijn handen.”
Het opleiden van dienaren des Woords is „prachtig werk”, aldus prof. Hofman. „Vroomheid en wetenschap ontmoeten er elkaar. Ik hoop dat ook in de toekomst mensen erdoor gegrepen worden dat die twee bij elkaar horen. Dat maakt niet groot, maar klein. Dan mag je dienen.” De scheidende hoogleraar zal de studenten „nog het meest mag missen”, bekende hij. „Mijn vrouw en ik hopen dat we de kracht krijgen om blijvend iets te betekenen voor hen en voor de TUA. Terugziende kunnen we alleen maar zeggen: de Heere is goed.”