„Binnen fusie moeten we federatief denken”
Hervormden, gereformeerden en luthersen zouden eerst het pad van de fusie moeten kiezen en daarbij federatief moeten denken. Vervolgens moeten zij hun eigen inbreng kunnen hebben in de toekomstige Protestantse Kerk in Nederland (PKN).
Dat is de kern van een voorstel van de hervormd-gereformeerde predikanten G. de Fijter (Kampen) en H. de Jong (Windesheim) en ouderling M. Burggraaf. De predikanten De Fijter en De Jong en ouderling M. Burggraaf (Ede) verzochten vorige week vrijdag het hervormde synodebestuur een bijlage bij het fusiebesluit te voegen. In de bijlage staat onder meer dat de hervormde bezwaarden zich „gebonden mogen weten” aan de ”Verklaring verbonden aan het gereformeerde belijden” en artikel 10 van de huidige hervormde kerkorde, waarin de drie klassieke gereformeerde belijdenisgeschriften de grondslag van de kerk worden genoemd. Met de vermelding van dit artikel willen de drie synodeleden de tegenstanders „een stukje grond bieden waarop ze binnen de verenigde kerk kunnen staan.”
Ds. De Fijter ziet het voorstel als een loopplank naar de bezwaarden om hen over de streep te trekken en koste wat het kost scheuren te voorkomen. Op deze wijze is volgens hem ook de historische continuïteit van de Hervormde Kerk nog meer gewaarborgd.
Het synodebestuur heeft nog niet gereageerd op het voorstel, dat volgende week vrijdag aan de orde moet komen. Het drietal hoopt dat van de kant van het moderamen een concreet voorstel ter tafel wordt gebracht op het niveau van het verenigingsbesluit. Ds. De Fijter (classis Kampen) en ds. De Jong (classis Zwolle) lichtten mede namens ouderling Burggraaf donderdag tijdens een persconferentie hun voorstel toe. Alle drie zijn ze lid van het breed moderamen van de hervormde synode. De verwijzing naar de verklaring en de belijdenisgrondslag, zoals verwoord in artikel 10 van de hervormde kerkorde, zien beide predikanten als aanvullende besluitvorming. Voornaamste doel: de bezwaarden vasthouden. Ds. De Jong spreekt van een laatste voorstel om bezwaarden grond te geven met betrekking tot het belijden, „grond waarop ze altijd hebben gestaan.”
Ds. De Fijter verwees donderdag in zijn toelichting uitvoerig naar de bedenkingen van prof. J. Severijn, voormalig voorzitter van de Gereformeerde Bond, tegen de kerkorde van 1951. Diens bezwaren waren van zo „principiële” aard dat hij deze kerkorde voor „onaanvaardbaar” verklaarde. Wat de toekomstige positie van de gereformeerden in deze kerkorde betreft, was er volgens prof. Severijn „alle reden tot pessimisme.” Hij stelde dat hervormd-gereformeerden „niet verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor de ontwikkeling der dingen waartegen zij zich van meetaf hebben verzet.” Maar hij sprak ook uit: „Men ontvlucht ook zijn verantwoordelijkheid voor die ontwikkeling als men eruit loopt en de broeders met de moeilijkheden achterlaat.”
De hervormd-gereformeerden hebben, zegt ds. De Fijter, de weg van doleantie altijd afgewezen. Deze houding is volgens hem ook toepasbaar op de PKN. „We achten het niet gewenst om onze inbreng in de PKN te reduceren tot een gedwongen participatie door nee te zeggen tegen de fusie en daarna toch gewoon mee te doen. Onze hervormd-gereformeerde inbreng is van dien aard dat wat nu gevormd is kennelijk de weg is en dan is het ons veel waard om een positieve, inhoudelijke inbreng te hebben. Er is sprake van een historische continuïteit met de Hervormde Kerk. Wat er aan belijden in de PKN is ingevoerd, gaat mee als grond onder onze voeten. Wij hebben niet de gedachte in een reservaat terecht te komen.”
De predikanten De Fijter en De Jong behoren tot een groep van elf synodeleden die begin dit jaar een zogenaamde ”Verantwoording vooraf” hebben gegeven. Daarin verklaarden zij tegen de kerkfusie te zullen stemmen als er geen uiterste poging werd gedaan om een handreiking te doen aan de bezwaarden. Hun verantwoording was belangwekkend omdat de uitkomst van de stemming over het fusiebesluit zal afhangen van een klein aantal stemgerechtigden, zo bleek ook donderdag weer.
Ds. De Fijter reageerde al eerder positief op de handreiking van het moderamen waardoor bezwaarde gemeenten kunnen uitspreken zich uitsluitend gebonden te weten aan de gereformeerde belijdenisgeschriften.
Tijdens de stemming van het verenigingsbesluit in eerste lezing, op 27 juni dit jaar, stemde het merendeel van de elf echter vóór de vereniging. Ze deden dit nadat de commissie-Stelwagen haar opdracht aan de synode teruggaf omdat deze er niet in slaagde de interne tegenstellingen te overbruggen. Na de schorsing van de vergadering maakte ds. De Fijter bekend dat het merendeel toch voor de vereniging zou stemmen. Ds. De Jong sprak toen van een „omslag.”
Het gaat er ondertussen wel om spannen op de twaalfde december, zo bleek donderdag uit het nodige rekenwerk. De predikanten becijferden dat er ongeveer vijftien vaste tegenstemmers in de synode zijn. Van de zogenaamde ”groep van elf” zijn er enkelen die tegen zullen stemmen, zodat het totaalaantal tegenstemmers tegen de twintig zal lopen, aldus ds. De Jong. Elk synodelid stemt in principe „zonder last of ruggespraak”, maar het is in theorie ook mogelijk dat afgevaardigden in hun stemgedrag het gevoelen van de classis uitdrukken. Er zijn 26 stemmen (van de 75) nodig om het verenigingsproces niet te laten doorgaan.
De beide predikanten lieten zich gisteren niet expliciet uit hoe zij zullen stemmen, maar gaven wel blijk van een duidelijke positieve houding om het gesprek met de luthersen en de gereformeerden aan te gaan. Zij benadrukten donderdag vooral de zorg voor de eenheid en het geheel van de kerk.