„We hebben al jarenlang geldzorgen”, zei de voorzitter van het deputaatschap ds. A. Schreuder (Rijssen-Zuid) bij de bespreking van de financiën. „Aan de andere kant is er in deze ontkerstende samenleving ook steeds de vraag naar meer activiteiten. Het is verdrietig dat we zo vaak over geld moeten praten, terwijl we het liever hebben over de inhoud van het werk.”

De penningmeester van het deputaatschap, ouderling K. H. de Heer (Rijssen), maakte die zorg concreet: „Er moet óf meer geld binnenkomen, óf we moeten gaan inkrimpen.”

De synode vond dat de activiteiten inkrimpen, bij voorbeeld door het sluiten van evangelisatieposten, absoluut niet aan de orde is. „Dat zou wel diep treurig zijn.”

Een van de problemen waar het deputaatschap voor evangelisatie mee worstelt, is het in eigendom hebben van onroerend goed, „terwijl er geen evangelisatiegeld in hout en steen zou moeten zitten”, zei penningmeester De Heer. „Dat is een situatie die historisch is gegroeid.”

Een ander probleem is dat er nog steeds enkele gemeenten zijn die niet of nauwelijks bijdragen aan het evangelisatiewerk.

De deputaatschappen van de GG die zich structureel bezighouden met onroerend goed (grootboek, kerkbouw) zullen onderzoeken hoe het meest efficiënt kan worden omgegaan met het onroerend goed van het deputaatschap voor evangelisatie, zo besloot de synode op voorstel van afgevaardigde G. H. Verweij (Den Haag). Ook zal er de komende tijd overleg zijn tussen de vier deputaatschappen die zich bezighouden met Woordverkondiging: die van zending, evangelisatie, Israël en Bijbelverspreiding.

Op de volgende synode, in 2016, staat het onderwerp opnieuw op de agenda. De synode gaf het deputaatschap de garantie dat in de jaren tot aan 2016 voldoende financiële middelen voorhanden zullen zijn om het werk in de huidige omvang te kunnen realiseren.