Weinig kans dat geld Bulgarenfraude terugkomt
DEN HAAG (ANP). De kans dat Nederland nog geld terugkrijgt van Bulgaren die hier hebben gefraudeerd met de huurtoeslag, is „buitengewoon klein”. Staatssecretaris Frans Weekers (Financiën) zei dat woensdag in de Tweede Kamer.
Probleem is dat terugvorderen van de huurtoeslag niet is opgenomen in Europese verordeningen. Weekers wil daarom een civielrechtelijke vordering in Nederland indienen. Als de Nederlandse rechter die toekent, gaat het dossier naar Bulgarije. De kans dat dit uiteindelijk tot succes leidt is zeer klein, maar Weekers wil het desalniettemin proberen met een proefprocedure.
Hij wees er in een debat in de Tweede Kamer ook op dat zelfs dan nog afgewogen moet worden of het zinvol is. Het kan zijn dat de proceskosten vele malen hoger worden dan het bedrag aan huurtoeslag waarmee gefraudeerd is. Weekers zei ook dat het kabinet met Europese collega’s in Brussel gaat bespreken hoe er wel een wettelijke basis kan komen voor het terugeisen van onterecht uitgekeerde toelagen.
Vrijwel de gehele Kamer is bijzonder chagrijnig over de Bulgarenfraude en over het gebrek aan succes bij het terughalen van het geld. Zo bleek eerder deze week dat van de ruim 800 boetes er pas 55 zijn geïnd. In totaal staat er 2,4 miljoen euro aan terug te vorderen toeslagen open en 1 miljoen aan boetes. Pas 70.000 euro is er binnen gekomen.
De Kamer vindt dat onvoldoende en verweet Weekers passiviteit. Hij verweerde zich door te zeggen dat hij doet wat hij kan, maar ook „geen ijzer met handen kan breken”. Zo is van de 805 boetes in ruim 500 gevallen geen adres bekend. Ook moest het bezwaar tegen 32 boetes worden toegewezen.
Weekers kreeg vooral van de oppositie in de Kamer veel kritiek te verduren. Die vindt dat hij te weinig doet om de Bulgarenfraude te stoppen en het geld terug te halen. Zo heeft Weekers de afgelopen maanden nog niet een keer rechtstreeks contact opgenomen met zijn Bulgaarse collega. Weekers beloofde de Kamer zijn Bulgaarse collega bij de volgende Europese bijeenkomst in Brussel, eind januari, te zullen aanspreken.