Niet lastig, gewoon anders
Titel:
”Mikko mijn stoere broer”
Auteur: Hijltje Vink; illustr. Diny van de Lustgraaf
Uitgeverij: De Banier, Utrecht, 2003
Pagina’s: ISBN 90 336 2792 3; 48
Prijs: € 4,40. Altijd die vragen over haar broertje Mikko… „Waarom zit hij in een rolstoel?” „Kan hij niet lopen?” Lisa -ikfiguurtje in ”Mikko mijn stoere broer” van Hijltje Vink- is het zat! Daarom vertelt ze in dit leuke boek hoe het precies zit met haar broertje.
Vandaag krijgen alle Tweede-Kamerleden een kinderboek. ”Mikko mijn stoere broer”. Op die manier wordt aan het einde van dit ”Europees jaar van gehandicapten” nog één keer hun aandacht gevraagd voor mensen met een handicap. De manier waarop dat in dit kleine boek gebeurt, verdient waardering.
„Hallo, ik ben Lisa. Ik wil jullie graag het verhaal vertellen van Mikko, mijn stoere broer. Als jullie dit verhaal gelezen hebben, hoop ik dat jullie alles snappen. En niet steeds meer vragen: „Waarom zit hij in een rolstoel?” „Kan hij niet lopen?” „Is je broertje soms kapot?” „Waarom kijkt hij zo raar?” „Enne… kan hij niks zeggen?” „Is het niet vervelend om zo’n broer te hebben?”
Altijd die vragen, altijd die vragen! Dát is vervelend. Voor mij, maar ook voor Mikko. Iedereen denkt wel dat hij het niet begrijpt, maar hij weet heus wel wat jullie bedoelen.”
Het was een goed idee van schrijfster Hijltje Vink om voor een tienjarige ik-persoon te kiezen. Ze brengt het verhaal op deze manier heel dichtbij. De bijdehante Lisa vertelt over het huis waar ze woont, een gewoon huis in een gewone straat. „Alleen als je goed oplet, zie je verschillen. Kijk maar eens naar de andere huizen. Zij hebben allemaal een trappetje voor de deur. (…) Bij ons loopt er een weggetje van de deur tot aan de straat, langzaam naar beneden. Een hellingbaan heet dat. Dat is speciaal voor Mikko. Voor Mikko’s rolstoel.”
Niet raar
Lisa vertelt verder hoe het er binnen uitziet, met het speelbed van Mikko in de woonkamer. Ze vertelt over haar andere broer, Tijs, die zo boos was toen ze uit de flat waar ze eerst woonden naar dit huis moesten. Na de verhuizing kreeg Tijs een hond, dát vond hij wel leuk. De school van Mikko, de dokter waar hij vaak naartoe moet, zijn epilepsieaanvallen - allerlei zaken komen aan de orde. Aan de manier waarop Lisa de dingen uitlegt, kunnen kinderen merken dat het wel bijzonder, maar niet raar is om een meervoudig gehandicapt broertje te hebben.
„Mikko mijn stoere broer” is een eerlijk boek. Met de woorden van Lisa: „Want het is helemaal niet lastig. Het is gewoon anders. Oké, sommige dingen zijn verdrietig. Of jammer. Maar vaak is het leuk of heel gewoon. Net als overal.”
Hijltje Vink is erin geslaagd een nuchtere toon te vinden, terwijl haar boek soms toch ontroert. Dat vind ik knap. En gelukkig ontbreekt de humor niet. Komisch is het verhaal over de woensdagmiddagen, als Tijs met Mikko bij het voetballen gaat kijken. „Soms is het zo druk dat ze bijna niets kunnen zien, omdat er veel mensen voor staan. Dan maakt Tijs met zijn handen een toeter en roept: „Mensen, mag ik er alstublieft even door, want mijn gehandicapte broertje wil zo graag iets zien.” Dat mag dan bijna altijd. Tja… en dan? Dan staat Tijs natuurlijk ook gelijk vooraan. Vind je dat niet slim van hem?”
Op de laatste bladzijde vertelt Lisa van die keer dat Tijs en Mikko samen naar een muziekje lagen te luisteren. „Toen zijn mijn broers zomaar in slaap gevallen. En ik denk dat zij droomden van een wereld waarin niemand meer ziek is, of gehandicapt. (…) En waarin niemand meer verdrietig is.”
Een beetje jammer vind ik het dat hier niet gewezen wordt op het feit dat dankzij God die wereld aanstaande is. Juist in een boek van uitgeverij De Banier zullen ouders toch ook iets van die hoop en troost verwachten.
Aandoenlijk
Maar liefst ruim de helft van ”Mikko mijn stoere boer” bestaat uit bijzonder speelse tekeningen van Diny van de Lustgraaf. Ze passen prima bij de stijl van het verhaal, omdat ook deze illustraties zowel aandoenlijke als humoristische trekjes hebben. Bovendien is er veel op te zien en vullen ze de tekst soms aan, zodat kinderen er graag naar zullen kijken.
Achter in het boek staat een aantal zinvolle vragen die uitnodigen tot verder nadenken over het thema. Dankzij sponsors wordt deze uitgave verspreid op alle basisscholen in Nederland. Wat mij betreft, een goede zaak!