Richard Muller keert zich tegen „denkbeeldige Calvijn”
GRAND RAPIDS. Veel werken over Calvijn citeren de Geneefse reformator niet in zijn eigen context. Auteurs gebruiken hem vaak voor hun eigen theologische vraagstelling. Het resultaat is een denkbeeldige Calvijn.
Prof. Richard Muller, gezaghebbend kenner van de gereformeerde orthodoxie, nam afgelopen najaar afscheid als hoogleraar theologie aan het Calvin Theological Seminary in Grand Rapids (VS). Hij werd geëerd met een vriendenbundel waarin 55 schrijvers reflecteren op onderwerpen uit de periode van de Reformatie en daarna.
Prof. Muller zelf constateert een interesse in klassieke theologie in het algemeen. Die voor de periode na de Reformatie, de gereformeerde orthodoxie, is echter „gevarieerd.” „Er zijn enkele groepen in kerken die zeer geïnteresseerd zijn in traditionele vormen van theologie, maar andere kerken bewegen zich juist in een tegenovergestelde richting. Degenen die blijkgeven van interesse in hun gereformeerde erfenis, verstevigen daarmee hun confessionele betrokkenheid.”
Prof. Muller staat bekend om zijn pleidooi voor een eerherstel van de scholastiek. De ontwikkeling naar een dogmatisch systeem was in zijn ogen nodig om een nieuwe generatie theologen te trainen in de geloofsleer. De scholastiek is de technische kant van het proces van institutionalisering van de protestantse orthodoxie op de universiteiten, aldus de Amerikaanse theoloog. „De hervormers keerden zich niet tegen deze methode als zodanig en de protestantse universiteiten gingen door met het gebruik van deze methode.”